Dinsdag 26 april 2016,
Van
de top to the bottom
Vannacht
was het koud! De hagel lag op de picknick tafels. In de camper zit gelukkig een
kachel en die hadden we afgesteld. Vannacht is de kachel een paar keer
aangeslagen zodat we het niet echt koud hebben gehad. De dekens van de
verhuurmaatschappij stellen niet veel voor. We hadden alle truien en jassen
boven op de dekens gelegd om warm te blijven. Hier op de camping hebben we
mensen gezien die gewoon in een auto slapen, ook sommigen in tentjes. Dat moet
vannacht met deze kou geen pretje zijn. Vandaag is de helikoptervlucht over de
Grand Canyon. Die hebben we in de ochtend gepland, om 9 uur, zodat we de rest
van de dag aan ons zelf hebben. Ook gelezen dat het in de ochtend vaak
helderder is dan later op de dag. Daarom hebben we besloten voor een vroeg
tijdstip en zijn dus redelijk vroeg opgestaan. Wassen, aankleden en dan
ontbijt, geroosterd brood met jam, lekker. Dan is het tijd om te vertrekken, we
willen niet te laat zijn. We moeten naar Tusayan, een plaatsje net buiten het
park onder Grand Canyon Village. Over de 64 South gaan we naar Papillon Grand
Canyon Helicopters waar het vliegveldje voor de helikopters is. Het is maar 15
minuten rijden en we hopen dat de tocht doorgaat. Als we aankomen zetten de we
de camper op de parkeerplaats en lopen naar binnen, en we zien we al een paar helikopters
staan. Spannend. Aan de balie krijgen we echter te horen dat we niet op de
juiste plaats zijn. We moeten en stukje doorrijden voor een ander gedeelte van
het bedrijf waar ook helikoptervluchten worden geregeld. Dus terug naar de
parkeerplaats en nog een klein stukje rijden. Het is vroeg maar er staan al een
paar auto’s op de parkeerplaats. Weer naar binnen en we melden ons. We zijn
mooi vroeg en kunnen gaan zitten en wachten met de andere mensen die met de helikopter
mee gaan. Buiten staan de helikopters op een rijtje. Een piloot is bezig met de
voorbereidingen.
Een
helikoptervlucht boven de
Grand Canyon moet geweldig zijn. Voor veel reizigers, maar ook voor ons, een
droom om de Grand Canyon vanuit een helikopter te bewonderen. De helikopter
vluchten over de Grand Canyon starten vanaf verschillende plaatsen, Las Vegas, Page
en dus die van uit Tuyasan South Rim en door verschillende maatschappijen. De
prijs is afhankelijk van de bestemmingen en de duur van de vlucht. De
populairste vluchten zijn die van een 25-30 minuten en die van 40-45 minuten. Bij
beide helikoptervluchten krijg je goede indruk van 's werelds grootste en mooiste
kloof.
Wij
hebben een vlucht rechtstreeks via Papillon geboekt. Vaak is dat goedkoper en
je kan zelf de vertrektijd kiezen. Er is genoeg keuze, met een gewone
helikopter, een EC130 ruimere helikopter met panoramische ramen of met een
vliegtuigje.
North Canyon Tour is de kortste,
25
- 30 minuten, en goedkoopste tour. Deze helikoptervlucht vertrekt vanaf de
Grand Canyon luchthaven in Tusayan. Met deze vlucht ga je eerst over de Kaibab
National Forest. Dit is de centrale regio van de Grand Canyon, waar het
landschap het meest divers is en de uitzichten het spectaculairst zijn. Je
vliegt over de South Rim, via het smalste gedeelte van de Grand Canyon, naar de
North Rim. De helicopter vliegt in de vorm van een lus, zodat alle inzittenden
aan weerszijden van het uitzicht kunnen genieten. Verder zie je de Tower of Ra
en Vishnu Schist en vlieg je terug door de Dragon Corridor. Dit is het gedeelte
van de Grand Canyon waar deze het breedst en diepst is.
De
North Canyon with EcoStar Tour. Dat is
dezelfde vlucht als de North Canyon Tour maar dan met de EcoStar EC130
helikopters. Deze helikopter is moderner, stiller en heb je een 180 graden
zicht.
Wij
gaan met de Imperial Air EcoStar Tour.
Dit is ook met de moderne en milieuvriendelijke, EcoStar EC130 helikopter. Deze
helikopters beschikken over een bijna 180 graden gezichtsveld, verhoogde
stadionstoelen en zijn ook geluidsarmer.
De tour vertrekt vanaf Grand Canyon Airport en brengt ons naar het oostelijke
gedeelte van de Grand Canyon, waar de Little Colorado samenvloeit met de
Colorado River, de North Rim van de Grand Canyon en de Dragon Corridor. Het is
een uitgebreide tour waardoor we veel delen van de Grand Canyon zien. De vlucht
duurt 45 – 50 minuten en we hebben er zin in.
Je
hebt ook de South Rim Airplane Tour.
Dat is een vlucht met een klein Vistaliner vliegtuig. Het vliegtuig is voorzien
van extra grote ramen zodat je een goed zicht hebt. Deze tour vertrekt vanaf
Grand Canyon NP Airport en is een goedkope manier om ook de Grand Canyon vanuit
de lucht te zien. Deze vlucht duurt ook ongeveer 45 – 50 minuten.
Over the Edge is een 30 tot 40 minuten durende helikopter tour die
vertrekt vanaf de West Rim. Met deze vlucht ga je naar de bodem van de Grand
Canyon waar je wat tijd krijgt om de omgeving te bekijken. Vervolgens gaat de
vlucht verder over de Grand Canyon West Express naar Eagle Point en Guano Point.
Vertrekpunt van deze vlucht is vanaf Grand Canyon West Airport, nabij de Grand
Canyon Skywalk.
De
Grand Celebration Tour is een 4,5
uur lange tour die vertrekt vanuit Las Vegas. Tijdens deze vlucht zie je de Hoover
Dam, Grand Wash Cliffs, Grapevine Mesa en Grand Canyon West. De helikopter
landt uiteindelijk op de bodem van de Grand Canyon bij de Coloradorivier. Daar
krijg je een maaltijd aangeboden en kun je de omgeving verkennen. Aan
deze tour hangt wel een prijskaartje van $329 p.p
De
Golden Eagle Air Tour start vanuit Las
Vegas en is heel geschikt voor bezoekers die zo veel mogelijk, in korte tijd,
van de Grand Canyon willen zien. In deze tour wordt gevlogen met
state-of-the-art EcoStar EC130 helikopters. Vanaf de heliport in de buurt van
Las Vegas vlieg je over de Hoover Dam, Lake Mead en de Grand Canyon. De luxste tour is de Skywalk Getaway with Heli & Boat. Dat is een 6,5 tot 7 uur lange
en uitgebreide tour en de start is ook vanuit Las Vegas. Ook nu vlieg je over de
Grand Canyon, Hoover Dam en Lake Mead waarna de helikopter je afzet op de bodem
van de Grand Canyon. Vervolgens maak je een cruise over de Coloradorivier en als
laatste bezoek je de toeristische Skywalk aan de West Rim. Neem wel een dikke
beurs mee. Deze tour kost ongeveer $ 554,- .
Al
gauw komt bericht dat de ochtend vluchten waarschijnlijk niet door gaan. Het
weer is te onstabiel. Dat komt nog door de buien van gisteren, er is te veel
turbulentie. Ze maken een proefvlucht en dan horen we wat ze besluiten. Na
ongeveer een 20 minuten wachten krijgen we te horen dat het niet door gaat.
Het
is niet verantwoord en we balen even heel erg…………. Nou ja, er zijn ergere
dingen.
We
kunnen de vlucht annuleren en krijgen dan ons geld terug of we kunnen voor een
ander tijdstip en datum kiezen. Even overleggen en we besluiten het geld terug
te vragen. Dan hebben we de rest van de dag voor het andere gedeelte van de
Grand Canyon en we willen vanavond nog in Lees Ferry zijn. Dus een vlucht in de
middag komt ons niet uit. De maatschappij heeft onze creditcard gegevens en ze
beloven het geld terug te boeken. We krijgen een bewijs dat de vlucht
geannuleerd is. Jammer dat het niet door gaat we hadden er ons op verheugd maar
het is mooi weer en er staan nog genoeg andere dingen de komende dagen op het
programma. Rustig lopen we terug naar de camper en nog wat beduusd rijden we
terug naar het park. We rijden door naar Grandview Point en daar drinken we een
bakkie troost. Dat hebben we wel verdiend na deze sneue morgen.
Na
de helikoptervlucht hadden wij alle resterende punten van de East Rim nog willen
doen maar we besluiten het toch maar wat in te korten. Een paar hebben we
gisteren al gedaan omdat die uitzichtpunten alleen via de oranje shutlle
buslijn te bereiken zijn zoals Pipe Creek Vista, South Kaibab Trailhead en Yaki
Point.
Daarom
beginnen we met Grandview Point. Vanaf
het uitzichtpunt kijken we uit over Horseshoe Mesa. Horseshoe Mesa is een
platte rotspartij die een heel eind de Grand Canyon in steekt. Aan de ene kant
van de mesa stroomt de Cottonwood Creek en aan de andere kant de Hance Creek. Vanaf
deze locatie begint ook een trail omlaag de canyon in, de Grandview Trail. Deze
trail is heen en terug iets minder dan 10 kilometer. Het pad is erg steil, en
er is vrijwel nergens schaduw. Na een kleine 5 kilometer bereik je Horseshoe
Mesa. Deze trail sluit ook weer aan op de Tonto Trail. De trail is gemaakt door
mijnwerkers.
Hier
was vroeger ook een koper mijn, de Grandview Mine
of ook wel de Last Chance Mine
genoemd. Eigenaar was Pete Berry en hij beheerde de mijn van 1892 tot 1901. In
het Historic District van Grandview Mine zijn nog overblijfselen van de mijnwerkzaamheden
zoals machines en ruïnes van een stenen huis te zien. Hij legde de vier mijl lange
Grandview Trail aan naar de kopermijn. Hoewel het erts meer dan 70% zuiver
koper bevatte was de mijn niet winstgevend. In 1901 verkochten Berry en zijn
partners het aan de Canyon Copper Company die de mijn tot 1907 exploiteerden.
De mijn werd vervolgens gekocht door William Randolph Hearst, die het in 1940
aan de National Park Service verkocht. De mijn is nu afgesloten en sinds 2009
mogen er geen delfstoffen meer gewonnen in het Nationale Park. Voor de mijn
ingangen zijn roosters geplaatst die mensen tegen houden maar vleermuizen nog
wel doorlaten.
Zonder
zon was de Grand Canyon al heel indrukwekkend maar met zon nog twee keer zo
mooi. Alle kleuren lichten op, prachtig. Het weer wordt steeds beter en de zon
komt er steeds meer bij. Nog steeds een beetje raar gevoel over dat de
helikopter vlucht niet door ging; ook omdat het weer steeds beter wordt. We
denken dat de lucht nog wat onstabiel is door de sneeuw en hagelbuien van gisteren
en dat daardoor de helikopters niet konden vliegen. Omdat Grandview Point ver
uitsteekt kun je heel veel van de Grand Canyon zien. De wolken veroorzaken
schaduwen die door de wind opschuiven. Het is een prachtig kleurrijk
schouwspel. Het is weer tijd om verder te gaan en we gaan weer naar de Desert
View Drive. Dit is trouwens vanaf het Visitor Center tot Desert View een 35
kilometer lange weg. Buiten de uitzichtpunten is er niet veel te zien. Een
zacht glooiende weg met aan weerskanten heel veel bos met kleine pijnbomen.
Na
een poosje rijden komen we bij Moran
Point. Hier zien we helderrode lagen van leisteen in de wanden van de
canyon. Direct onder Moran Point is Red Canyon, een zeer kleurrijke zijrivier.
Wat erg opvalt is zijn de onderste uiteinden van dieprode/oranje gelaagde
rotsen, Hakatai-schalie. Het uitzichtpunt is vernoemd naar Thomas Moran die in
1873 hier voor het eerst kwam. Hij hielp met de publiciteit voor de canyon waardoor
het uiteindelijk in 1908 een Nationaal Monument werd en in 1919 een National
Park.
Het is tijd weer verder te gaan. De volgende stop langs de Desert Vieuw Drive
is geen uitzichtpunt maar een archeologische site met museum. Aan een korte
zijweg ligt aan de rechterkant Tusayan
Museum and Ruin. Wij gaan er niet heen. In dit kleine dorp leefden
gedurende een korte periode omstreeks het jaar 1185, een aantal families van de
Anasazi Indianen. De site bestaat uit een kleine, U-vormige pueblo met een
woonkamer, bergingskamers en een kiva. Opgravingen hebben aangetoond dat de
site ongeveer 20 jaar bewoond geweest is.
Het
Tusayan Museum is in 1928 gebouwd naar een ontwerp van de nationale parkdienst
architect Herbert Maier. De bouwkosten werden gesponsord door Laura Spelman
Rockefeller. In 1934 werd het museum verbouwd en uitgebreid en bevat nu ook
info over de Hopi indianen. Pas in 1930 werd de site uitgegraven en
geconserveerd. Deze archeologische site wordt door de National Park Service
(NPS) als een van de belangrijkste archeologische locaties in Arizona beschouwd.
Op de site zijn rondleidingen maar je mag er ook zelf rondlopen en de ruïnes en
het museum bekijken.
Tusayan
Museum and Ruin slaan we dus over want onze volgen de stop is Lipan Point. Het
uitzichtpunt ligt op een top en biedt bijna een 360° uitzicht als het dennenbos
in het oosten er niet was. Het startpunt voor de 8 mijl lange Tanner Trail ligt
op korte afstand van de parkeerplaats. Vanaf Lipan Point kijk je neer en over
de Seventyfive Mile Creek en zijn zijrivieren. Het is niet makkelijk te zien
maar hier heeft de Colorado River een kleine 100 stroomversnellingen. Wel zien
we naar het oosten op grote afstand een aantal zanderige bochten van de
Colorado River. Als we naar links kijken zien we ook een stukje van de Colorado
River. Daar zien we in het groenige water witte vlekken, dat zullen wel de
stroomversnellingen zijn.
Het
één na laatste uitkijkpunt langs de Desert View Drive is Navajo Point. Daar gaan we nu heen. Navajo Point ligt op slechts
een halve mijl ten westen van Desert View en geeft een uitzicht op de 'grote
bocht' van Colorado. Op 7.498 voet, is Navajo Point bijna de hoogste plek langs
de South Rim. Van het uitkijkpunt zie je 2.000 meter lager, naast Tanner
Canyon, Escalante Butte en Cardenas Butte. In de ochtend is dit een prachtige
plek om te fotograferen en we treffen het, het is nog steeds ochtend en het is
prachtig. Hier kun je ook een flink stuk van de Colorado River zien. Heel in de
verte zien we aan de rechterkant Desert View Watchtower. Het lijkt maar een
klein uitsteekseltje maar het is een 5 verdieping hoge toren. Als we met de
fotocamera inzomen wordt de toren steeds groter. Dat wordt straks onze laatst
stop in de Grand Canyon.
In de verte horen we een helikopter, de rondvluchten zijn weer begonnen. Het weer
is zeker dusdanig verbeterd dat dat ze weer kunnen vliegen, wel even zuur.
Hadden we een later tijd geboekt dan hadden we daar misschien gevlogen. Maar
niet is zeker en je kunt ook niet alles hebben. Nu genieten we ook.
Dit
is ook het uitzichtpunt waar je in de lengte een stuk van de Colorado River
kunt zien, mooi. Er achter zie we de bovenkant van de rim die helemaal vlak is.
Wat is de natuur toch wonderlijk en wat is het toch mooi dat we dit allemaal
kunnen en mogen zien.
Er
zijn meer mensen die van dit uitzicht genieten en elkaar op de foto zetten. We
bieden een stelletje aan hen even op de foto te zetten en dat doen ze later ook
even bij ons, leuk.
Op
weg naar Desert View, het nodige er over gelezen en heel benieuwd. Het is inmiddels
heerlijk weer en misschien kunnen straks de fleecejacks uit en de korte broek
weer aan. Na een kort ritje komen we bij Desert View met zijn wachttoren. We
zetten de camper op de parkeerplaats naast een andere camper van Cruise America.
Die heeft dezelfde beschildering als die van ons, van Joshua Tree NP, leuk. Dan
lopen we naar de wachtoren want daar komen we voor en natuurlijk voor het
uitzicht.
Desert View Wachtower, ook bekend als de Indiaanse Watchtower in Desert
View, is een 21 meter hoge stenen toren op het uiterste puntje van Desert View
Drive. De vier verdiepingen hoge toren werd in 1932 gebouwd. Het was een
ontwerp van de Amerikaanse architect Mary Elizabeth Jane Colter. Zij werd
daarbij geïnspireerd door de overblijfselen van de torens die in de Four
Corners Area zijn gevonden, en die vroeger zijn gebouwd door de
Anasazi-Indianen. Een voorbeeld vinden we nog in het Hovenweep Nationaal
Monument. Ze was een medewerker van de Fred Harvey Company die ook vele andere
gebouwen in de Grand Canyon-omgeving heeft ontwikkeld en ontworpen, zoals Hermit's
Rest en de Lookout Studio. Het interieur bevat muurschilderingen van Fred
Kabotie.
Mary
Colter heeft zes maanden onderzoek gedaan naar archeologische prototypes en
bouwtechnieken voordat ze een schaalmodel van klei van de toren maakte. Voordat
het laatste ontwerp klaar was heeft Colter een 21 meter platform gebouwd om de
uitzichten van de voorgestelde toren te beoordelen.
De
basis van de toren is rond en ziet er erg oud uit, net of hebben ze een oude
toren op een ruïne gebouwd. De kleine ramen zijn onregelmatig geplaatst en sommige
ramen hebben ook een onregelmatig vorm. Kleine ramen in de schacht van de toren
laten lichtstralen in de onderste ruimte wat een heel aparte lichtinval geeft.
De
hoofdruimte is de Kiva-kamer en het plafond is bedekt met boomstammen die uit
het oude Grandview Hotel werden gered. Het plafond is niet dragend maar
verbergt de echt dragende balken die de observatiedekken ondersteunen.
De
Kiva Room beschikt over een open haard met een groot venster direct boven de
plek waar normaal gesproken de schoorsteen zit. Rook wordt afgevoerd door een
afwijkende en verborgen rook kanaal. De kamer bevat nog steeds zijn originele
meubels.
Binnenin is de toren een soort open schacht en op verschillende verdiepingen heb je cirkelvormige balkons met uitzicht op de centrale ruimte. De toegang naar de balkons gaat via kleine trappen. De bovenkant van de toren is overdekt, waardoor een gesloten observatieniveau wordt gecreëerd met grote glazen ramen. Het open observatiedek, op het dak, is nu gesloten voor bezoekers en wordt gebruikt voor radioapparatuur.
De
binnenkant van de toren is gedecoreerd met muurschilderingen van Fred Kabotie,
met andere, petroglyph- stijl decoraties van Fred Greer. De toren beschikt ook
over een aantal "reflectoscopen" (zwarte spiegels) om het uitzicht op
de canyon in een meer abstracte stijl te reflecteren. Hierdoor krijgen bezoekers
een alternatieve weergave van de Canyon.
De
toren is nu een National Historic Landmark en de Watchtower is een onderdeel
van het Desert View Watchtower Historic District. Een aantal andere gebouwen
van Desert View horen hier ook bij. Onder andere de Residence View Caretaker's
Residence (1930), het oudste bestaande gebouw in de omgeving. Verder een aantal
andere gebouwen, hutten, schuren en een comfort station.
Wij
gaan nu ook kijken en lopen naar binnen. Het is prachtig, man…… wat is dit
mooi. Het komt ook door het licht dat door de kleine ramen naar binnen valt. De
toren is nog geen honderd jaar oud maar alles doet veel ouder aan. Dat komt
waarschijnlijk ook door de oude meubels, vazen en muurschilderingen. Je waant
je in een oude indianen tempel.
Eerst
bekijken we de beneden verdieping en zien het plafond dat bekleed is met
boomstammetjes. Op de beneden verdieping is ook een gift shop maar dat geloven
we wel.
Er
zijn ook enkele grote ramen die uitzicht bieden op de canyon maar dat bekijken
we later buiten wel. Dan is het uitzicht nog veel beter. Dan gaan we een trap
op, de ijzeren leuning is met leer bekleed zodat het er oud uit ziet. We komen
op de eerste galerij en wat ziet alles er mooi uit. Alle wanden zijn
beschilderd met verschillende afbeeldingen. Gekleurde afbeeldingen naar het
voorbeeld van afbeeldingen die indianen elders in Arizona in het verleden
gemaakt hebben.
Zelfs de binnenkant van de rand van de balkons zijn beschilderd. We kunnen zien dat dit het werk is van Fred Kabotie want wij hebben zijn muurschilderingen ook gezien in Petrified Forest in de the Painted Desert Inn. We zien figuren van mensen, dieren, tekens, en petrogliefs etc. Heel mooi geschilderd, het doet echt heel oud aan. Er staan oude meubels en oude vazen. Hierin hebben ze een lamp gezet die op de achterwand schijnt. Het geeft een heel mooi effect. Wij vinden het prachtig om te zien. Het bekijken van de Desert View Watchtower is zeer zeker de moeit waard. Trouwens iedereen vindt het mooi. Er zijn veel mensen maar iedereen is stil en onder de indruk, zelfs de jongeren.
Over
smalle trappen gaan we naar de volgende verdieping, het observatiedek. Daar
zijn grote ramen en heb je zicht op de omgeving en de Grand Canyon. We kunnen
heel ver kijken want het is buiten erg helder. Het is jammer dat er glas tussen
zit en dat het glas wat vies is. Daardoor wordt alles een beetje vaag en grijs.
Maar ja ramen wassen zal hier wel niet gemakkelijk zijn, het is geen draairaam.
We moeten het er maar mee doen. Dit observatiedek is het hoogste punt van de
South Rim van de Grand Canyon. We bevinden ons op 2293 meter boven de
zeespiegel. Vanaf dit punt hebben we een geweldig uitzicht over de Colorado
River, Painted Desert in het noordoosten, en San Francisco Peaks in het zuiden
en Marble Canyon in het noorden. Ongeveer 12 mijl verderop moet ook de Little
Colorado River lopen en uitmonden in de grote Colorado River. Helaas kunnen we
door de bochtige Colorado River dat punt net niet zien.
Na
een poosje gaan we weer naar beneden. We lopen de smalle trappen af en gaan
naar het observatie dek buiten. Heerlijk, de zon schijnt. De schaduwen van de
wolken vloeien over de Grand Canyon en veroorzaken een prachtig schouwspel. We
kijken over de rand en genieten. Het is hier druk maar dat komt waarschijnlijk
ook omdat het nu mooi weer is. Er zijn hele groepen maar ook oudere en jonge
stellen met kinderen. Natuurlijk worden de nodige selfies gemaakt maar men
vraagt elkaar ook om een foto te maken met de Grand Canyon op de achtergrond.
Doen wij ook even en daarmee is het bewijs geleverd dat wij ook in en bij de
Grand Canyon geweest zijn.
Het
is tijd onze reis te vervolgen, op naar Lees Ferry. We lopen terug naar de
parkeerplaats en zoeken onze camper op en dat wordt niet zo gemakkelijk. Er
zijn nu 3 Cruise America campers met dezelfde afbeelding van Joshua Tree NP op
een rij.
Wil
de echte camper zijn claxon laten horen? De laatste camper eigenaar vond dit
zeker ook leuk en heeft zijn camper naast die van ons gezet. Wel heel
toevallig, drie dezelfde campers met dezelfde afbeelding en grootte naast
elkaar. LEUK
Het
is tijd weer verder te gaan en we verlaten Grand Canyon National Park. Het was
zeer zeker de moeite waard het park te bezoeken en de uitzichtpunten te
bekijken. Hoogtepunten zijn wel het zicht op de canyon met de prachtig
gekleurde rosten en in de diepte de Colorado River. Als het mooi weer is moeten
de zonsopkomst en zonsondergang prachtig zijn, helaas was het weer niet
geweldig toen wij er waren. Ondanks dat de helikoptervlucht niet door ging
hebben we genoten van het park. Nu is het tijd voor het vervolg van onze reis.
Over
de 64 East gaan we richting Camaron. De weg gaat eerst door pijnboom bossen
maar als we buiten het park zijn wordt het als snel kaler. Nu is ook goed te
zien dat Grand Canyon NP hoog lag ten opzichte van het gebied waar we nu naar
toe rijden. De weg is goed en het rijdt weer prima. Het is nog wel bewolkt maar
doordat we dalen wordt de temperatuur ook hoger. Nog even dan kunnen we de
korte broek weer aandoen.
Ook
kunnen we weer langs de uitzichtpunten van de Little Colorado River die in het
gebied van de Navajo’s liggen. Wat we al rijdend van de Little Colorado River
zien, lijkt het net op een grote scheur in de aarde. De Little Colorado laten
we achter ons en we komen nu een redelijk vlak en glooiend gebied. De weg
slingert zich door het landschap en na een tijdje bereiken we Cameron. Dan
slaan we af en nemen de 89 North, richting Page. Het is nog wel een stuk rijden
naar Lees Ferry, ongeveer 75 mile en dat kost ons ruim 5 kwartier.
Het
eerste stuk over de 89 hebben we al eens eerder gereden, toen we naar de Grand
Canyon toe gingen en toen we heen en terugreden van onze trip naar Coal en Blue
Canyon. Dit stuk hebben we dus al drie keer gezien maar het blijft intrigeren.
Aan weerskanten gekleurde lage heuvels, grijs, bruin en rood. Aan weerskanten
heuvels en het lijkt net of rijden we door een wash waar ze een geasfalteerde
weg op hebben aangelegd. Als we later op Google Maps kijken is duidelijk te
zien dat de 89 in een soort sleuf ligt helemaal van Camaron tot aan Mable
Canyon.
Dan
zien we iemand fietsen op de 89. Of hij is moedig of levensmoe. Je moet wel
veel wilskracht hebben om hier helemaal alleen te fietsen terwijl de auto’s je
voorbij razen.
Tassen
op de fiets en zo te zien heeft hij een tentje bij zich om te overnachten. Nou
geef ons maar het huisje op wielen, dat bevalt ons heel best.
Dan komen we door Bitter Springs. De weg naar rechts blijft de 89 en gaat naar Page. Wij gaan rechtdoor op de 89A naar Navajo Bridge en Lees Ferry. Aan de weg zien we dat we afdalen naar de Marble Canyon en de Colorado River. Rechts van ons zien we de Echo Cliffs en tegenover ons de Vermilion Cliffs. Miljoenen jaren geleden was hier een oceaan. De Vermilion Cliffs bestaan daarom uit afgezette zilte woestijnduinen. Het zand is later geïnfiltreerd met carbonaten. Die carbonaten zijn verkleurd door rood ijzeroxide, blauwpaarse mangaan en andere mineralen. Daardoor hebben de bergen van Vermilion Cliffs zo’n opvallende paarse en rode kleur en ook hun naam te danken.
Boven
Vermilion Cliffs is het trouwens niet mooi weer. We zien daarboven grijze
luchten en we zien dat het daar regent, of sneeuwt. Zoals hij nu lijkt blijft het
daar en zullen wij er geen last van krijgen. De weg ligt in een laagvlakte en
is begroeid met gras en sagebrush. De kliffen komen steeds dichter bij elkaar.
Als
eerste willen we naar Navajo Bridge en we hadden het idee dat we er al waren.
De afstand vanaf Bitter Springs is toch groter dan wij dachten. Dan ineens zijn
we er en zien we de brug, of bruggen liggen. Het is een van de weinig bruggen
over de Colorado River.
De
Colorado River was in het verleden een bijna onneembare hindernis. De bruggen,
waaronder de Navajo Bridge, maakten het achterland bereikbaar.
Navajo Bridge. In de jaren 1870 begonnen pioniers van Utah hun nederzettingen uit te breiden naar het noorden van Arizona. De bijna 965 km lange strook van diepe canyons langs de rivier de Colorado stonden hen in de weg. Een van de weinige plekken waar men de Colorado River over kon steken was aan de monding van Glen Canyon. Hier was een natuurlijke corridor tussen Utah en Arizona. In 1873 kwam er een veerboot en die plek werd genoemd naar John D. Lee, Lees Ferry. Het werd een belangrijke oversteekplaats in de route voor de pioniers, kolonisten en het lokale verkeer.
Echter de oversteekplaats en
veerdienst waren, gezien de grillen van de Colorado-rivier, niet optimaal en
niet veilig. Ook het verkeer nam toe, meer, groter en zwaarder. Er moest een
brug komen. Men koos voor een plek 8km stroomafwaarts van Lees Ferry bij Marble
Canyon.
De bouw startte in juni 1927.
Het was een ruig en afgelegen gebied en het was erg moeilijk om mensen,
materialen en apparatuur, over een afstand van maar 244 meter, van de ene kant
naar de andere kant te krijgen. Daarom werd, wanner mogelijk, de veerboot
gebruikt om materialen over te brengen. Echter, op 7 juni 1928, zonk de
veerboot waarbij drie mannen omkwamen. Omdat men wist dat de brug binnen een
jaar klaar zou zijn werd de veerboot niet vervangen.
Door het uitvallen van de
veerboot was er geen directe route meer tussen Utah en Arizona. Bouwvakkers en
transportbedrijven moesten 1287km. omrijden om bij de bouwplaats aan de andere
kant van de rivier te komen. Op 12 januari 1929, werd de brug opengesteld voor
het verkeer en kreeg het de naam Grand Canyon Bridge. In 1934 werd de naam
gewijzigd in Navajo Bridge.
De originele (1e)
brug is 254 meter lang met een maximale hoogte van 142 m vanaf de bodem van de
canyon. De rijbaan is 5,5 meter breed en vrachtauto’s met een laadvermogen van
max. 22,5 ton mogen er gebruik van maken. Tijdens de ontwerpfase, werd een
grotere rijbaan overwogen maar ook gelijk verworpen. Het ontwerp moest dan
aangepast worden en het zou een kostbare derde boog worden. Omstreeks 1990 werd
de verkeersdruk voor de originele brug te groot, te veel en te zwaar verkeer.
De brug maakte inmiddels deel uit van de US Route 89A. In 1981 werd de brug
aangewezen als een historisch Civiele Techniek Landmark.
Er werd gekeken waar de
nieuwe brug zou moeten komen. Dat was moeilijk omdat er vele lokale belangen speelden,
zoals behoud van heilig Navajo land en bedreigde plantensoorten in Marble
Canyon. Men heeft er overgedacht de brug te verbreden of te versterken. Dit
werd uiteindelijk afgewezen omdat de aangepaste brug niet kon voldoen aan de
hedendaagse federale eisen en normen van een snelweg. Als alternatief en als
enige optie werd besloten het wegverkeer van de oorspronkelijke brug volledig te
beëindigen. Verder werd besloten naast de originele (oude) brug een nieuwe brug
te bouwen, sterker maar visueel gelijk aan de originele.
De bouw startte in 1993 en duurde twee jaar. De nieuwe stalen boogbrug werd gebouwd voor $ 14.7 miljoen en was iets langer dan de oude 277 meter. De brug werd in 1995 in gebruik genomen. De originele Navajo Bridge is nog steeds open voor voetgangers en ruiters. Na voltooiing van de nieuwe brug, werd het oude gebied aan de westkant van de brug gerenoveerd en uitgebreid tot een informatiecentrum over de bruggen. Op de Navajo Nation (oost) kant van de brug is er een ruimte voor Native American met ambachtelijke voorwerpen.
Navajo Bridge
|
Historic Bridge
|
modern Bridge
|
Totale lengte
|
834 voet (254 m)
|
909 voet (277 m)
|
Staal
Arch Length
|
616 voet (188 m)
|
726 voet (221 m)
|
Arch Rise
|
90 voet (27,4 m)
|
90 voet (27,4 m)
|
Hoogte boven rivier
|
467 voet (142 m)
|
470 voet (143 m)
|
Breedte van de Rijweg
|
18 voet (5,5 m)
|
44 voet (13,4 m)
|
Hoeveelheid Staal
|
2,4 miljoen pond (1,1
miljoen kg)
|
3,9 miljoen pond (1,8
miljoen kg)
|
Hoeveelheid beton
|
500 kubieke yards (385
kubieke meter)
|
1790 kubieke meters (1370
kubieke meter)
|
Stalen wapening
|
82.000 pond (37.000 kg)
|
434.000 pond (197.000 kg)
|
Bouwkosten
|
$ 390.000
|
$ 14.700.000
|
In 2006 zijn we hier ook geweest en er is niet veel veranderd. Aan de oostkant is nu een uitzichtpunt gemaakt maar verder is het hetzelfde gebleven. We beginnen dus aan de oostkant, daar kunnen we op het parkeerterrein onze camper kwijt. In 2006 stonden hier allemaal kraampjes van waarschijnlijk Navajo’s. Nu staat hier niets waarschijnlijk hebben ze in de afgelopen jaren zulke goede zakengedaan dat ze niet meer hoeven te werken. De rechter en oude brug is afgesloten met hekken maar je kan er wel over lopen. Het is een stalen open boogbrug en omdat er twee ongeveer dezelfde bruggen naast elkaar liggen is het ook wel bijzonder. We lopen naar de overkant en in het midden kijken we natuurlijk even over de rand. Beneden ons stroomt de Colorado River. Het water is blauwgroen van kleur en het is rustig op de rivier, geen rafter te zien. Over de ander brug rijdt het verkeer.
De tweede brug lijkt op de eerste maar is veel sterker en kan het zware vrachtverkeer van nu aan. Wij zien geen verschil tussen de bruggen, mooi dat ze het zo gemaakt hebben en geen moderne naast een oude, al heeft dat soms ook wel wat. Aan de overkant, de west kant, staan een aantal gebouwen met een info centrum over de bouw van de bruggen. We gaan niet naar binnen. De gebouwen zijn van dezelfde steen gemaakt als van de omliggende bergen en gaan helemaal op in de omgeving. Mooi. Er staan ook een aantal informatie panelen met informatie over de bruggen. Even lezen en het is heel interessant.
Langzaamaan
lopen we weer terug en dan zien we iets zitten op een draagbalk onder de auto
brug. Het is een grote vogel en eerst zien we niet wat het is. Als we met de fotocamera
inzoomen zien we dat het een Vulture is een roofvogel van de nieuwe wereld.
Waarschijnlijk een Black Vulture (zwarte gier) omdat hij geen rode kop heeft of
het moet een jong zijn maar dat denken we niet. Het is nog vroeg in het
voorjaar en we denken dat de jonge zwarte gieren nog niet uitgevlogen zijn.
Misschien is de vogel gewond of rust hij even uit. Mooi plekje trouwens maar
wel veel lawaai boven zijn kop.
Al
dat verkeer boven hem/haar.
Na een poosje zijn we weer terug en gaan we naar de camper. Het is tijd naar Lees Ferry te gaan en een overnachtingsplaats te zoeken. Bij Lees Ferry is een campground en we hopen dat er nog plek is. Van het parkeerterrein af rijden we over de nieuwe brug waar alleen auto’s en vrachtverkeer overheen mag. Jammer dat we niet even kunnen stoppen voor een foto en het kan ook niet want er zitten een paar auto’s achter ons. Ach we hebben ook genoeg foto’s van de brug en de omgeving. Als we over de brug zijn komt er een afslag naar Lees Ferry, hoe kan het ook anders: de Lees Ferry Road. De Vermilion Cliffs komen nu wel heel dichtbij en het is een pracht om ze te zien.
Vanaf
de Navajo Bridge is het maar een klein stukje rijden naar Lees Ferry
Campground. Onderweg genieten we van het uitzicht. De bergen en rotswanden van
Vermilion Cliffs en aan de overkant van de Colorado River de Echo Cliffs.
Ineens zien we aan de linkerkant van de weg een aantal balanced rocks staan
maar we zien geen kans op te stoppen. Dan moeten we die morgen maar even gaan
bekijken als we naar Page gaan. Geen idee dat hier ook van die rotsformaties
waren. In de verte zien we de camping al en niet veel later rijden we het park
op. Zo te zien is er plek genoeg en het ziet er leuk uit. We staan op een
hoogte en hebben een mooi zicht over de omgeving en de Colorado River. Het is
selfsupporting en we kopen een kaartje, doen het geld in een envelop en zoeken
ons plekje op.
Ons plekje is naast het washok want daar is stroom. Kunnen we eindelijk onze telefoon, IPad en batterijen van de camera opladen en de laptop gebruiken. Eerst even rusten en wat eten en drinken. De campingstoeltjes halen we tevoorschijn en zo genieten we even van een heerlijk bakje koffie. Het is hier heerlijk rustig. Er staan een paar campers en een paar tentjes. Overal staan struikjes en bloeiende planten, straks maar even kijken.
Er komt een familie in een hele grote auto en die nemen het plekje tegenover ons. Uit de auto komen een vader, moeder en twee meisjes; het zijn Duitsers. Even later zetten ze hun tentjes op en wij genieten van hun bezigheden. Het is halverwege de middag en dus hebben we nog even tijd om de omgeving te verkennen. Daarom besluiten we met de camper naar Lees Ferry Historic District te rijden. Daar is ook een botenhelling. Hier willen we ook even kijken of er wat te beleven is.
Dus
op weg en rustig rijden we naar het eind. Onderweg zien we op een heuvel een
gebouwtje staan, Ranger Staion. Rangers verblijven hier en dat zal wel erg
eenzaam zijn, er is niet veel te beleven. Dan komen we bij de botenhelling en
daar is bedrijvigheid. We rijden door en zetten de camper op het parkeerterrein
en lopen terug. Langs de oever ligt een hele rij rubberboten en stapels
spullen, vaten, tonnetjes, peddels, en andere bagage. Ze zullen wel gaan raften
denken we. Bij de rubberboten zijn mensen druk aan het werk en we vragen even
wat ze aan het doen zijn. Het klopt, ze zijn met de voorbereidingen bezig om
morgen met een groot aantal mensen te gaan raften. Het is voor een aantal dagen
dus moet er heel veel geregeld worden. Een halve dag van tevoren beginnen ze al
zodat ze morgenochtend gelijk kunnen vertrekken. Aan de andere kant wordt de
botenhelling gebuikt. Een auto heeft een boottrailer half het water in gereden
en een schipper vaart met zijn bootje naar de trailer. Even gas geven en hup
klaar.
Dit was best even leuk om te zien. Er is een steiger waar boten aan kunnen leggen en daar lopen we even heen. Dan staan we op de Colorado River. Nog geen 8 uur geleden stonden we op het hoogste punt langs de Grand Canyon en stroomde de Colorado River diep beneden ons en nu staan we ongeveer 30 cm boven het wateroppervlak van deze zelfde rivier. De titel van dit stuk klopt helemaal “From the top to the bottom”
De rivier de Colorado
is een 2.333 kilometer lange rivier die ontspringt in de
gelijknamige staat Colorado in het Rocky Mountain National Park. De Colorado
doorstroomt de staten Utah, Arizona, Nevada en Californië waar het uitmondt in
de Golf van Californië. In de rivier zijn veel stuwdammen aangelegd om
stuwmeren te vormen voor drinkwater en beregening maar ook voor het opwekken
van energie. De rivier is de essentiële bron van water voor 40 miljoen mensen
in het zuidwesten van Noord-Amerika.
De bovenloop van bijna 1600
kilometer is zeer diep en steil ingesneden, waardoor er veel verschillende
canyons zijn ontstaan, zoals de Glen Canyon. De zijrivieren in het stroomgebied
hebben hun eigen canyons gevormd. Daardoor is het landschap gekenmerkt door
vele diepe kloven.
De beroemdste kloof waar de
Colorado doorstroomt, is de Grand Canyon.
De Colorado River ligt op het
Colorado Plateau en miljoenen jaren geleden was de Colorado River een rustige
rivier. Soms stroomde de rivier van oost naar west en de andere keer weer van
west naar oost. In de daaropvolgende 5 miljoen jaar steeg het Colorado Plateau 1200
meter. Door het oprijzen ontstonden ook de Rocky Mountains.
De neerslag die in het jonge gebergte viel, baande zich een weg naar beneden en vormde grote meren en langzaam maar zeker ontstond een woeste Colorado-rivier. De zachte zand- en kalksteenlagen waren niet bestand tegen de eroderende werking van de rivier, die diepe kloven en holtes uitsleet. Dit gebeurde door het snelstromende water met stukjes steen en zand dat als een schuurmiddel werkte. De kloven zouden uitgroeien tot wat we vandaag de dag 'Grand Canyon' noemen.
Oorspronkelijk mondde de
Colorado, via een klein stukje Mexico, uit in de Golf van Californië. Echter
doordat al het water gebruikt wordt voor irrigatie, drinkwatervoorziening en
ander gebruik, stopt de waterstroom tegenwoordig voordat hij Mexico bereikt. Enkel
door een afgesloten verdrag met de Verenigde Staten bereikt nog een kleine tien
procent de monding.
De oppervlakte van het
stroomgebied is 637.140 km² (waarvan er 5.200 km² Mexicaans grondgebied is). In
het stroomgebied liggen talloze grote maar ook kleine zijrivieren. De Virgin,
de Paria en de Kanab zijn een paar van zulke zijrivieren. De Colorado voert de
neerslag van een gebied met een oppervlakte van 629.000 km² af.
Ongeveer 8000 jaar geleden woonden
er al kleine groepen nomadische jager-verzamelaars in het Colorado River
bassin. Tussen 2000 en 1000 jaar geleden bewoonden steeds meer indianen de
oevers van de Colorado en haar zijrivieren. Langs de oevers ontstonden grote
agrarische beschavingen, enkele zelfs van de meest geavanceerde inheemse culturen
in Noord-Amerika. Deze culturen verdwenen echter ook weer. Dit was
waarschijnlijk te wijten aan een combinatie van ernstige droogte en slecht
landgebruik. De meeste inheemse volkeren die vandaag nog in de buurt van de
rivier wonen, stammen af van andere groepen die zich hier 1000 jaar geleden
vestigden. De eerste Europeanen kwamen omstreeks de 16e eeuw in deze
regio.
In 1540 onderzocht de Spaanse
ontdekkingsreiziger Melchor Díaz als een van de eerste Europeanen de rivier.
Ook jaren daarna waren er veel expedities in en om de Colorado River. Echter
grote stukken bleven onontdekt, te gevaarlijk, niet bereikbaar en het was het
leefgebied van vijandige indianenstammen. Bij de onafhankelijkheid van Mexico
in 1821 werd een deel van de rivier eigendom van Mexico. Het vroege contact
tussen Europeanen en indianen was over het algemeen beperkt tot de bonthandel
in de bovenloop en sporadische handel langs het onderste gedeelte van de
rivier.
Na de oorlog met Mexico in
1846, kwam het grootste deel van de Colorado River bekken in bezit van de VS.
Het grootste deel van de loop van de rivier was nog steeds het onderwerp van
mythen en speculaties.
Dit gebeurde pas in het
midden van de 19e eeuw. In 1869 leidde John Wesley Powell, een éénarmige
veteraan uit de Burgeroorlog, een expeditie. Deze begon bij het Green River
Station in Wyoming en eindigde stroom afwaarts over de Colorado River bij St. Thomas,
Nevada, in de buurt van de huidige Hoover Dam. Deze expeditie van negen man,
met boten en zonder ervaring met raften, hebben bijna de hele rivier verkend.
De Powell expeditie verzamelde waardevolle informatie die later zou worden
gebruikt om de rivier voor navigatie en watervoorziening te ontwikkelen.
Eind 19e eeuw
voeren stoomboten, vanaf de Golf van Californië, over de rivier. Als ze niet
verder konden werd de lading bij een aanlanding overgeladen op wagens die de
goederen verder het binnenland van New Mexico Territory in brachten.
Begin 20e eeuw begon men met
de bouw van dammen in de Colorado River waarvan de Hoover Dam (1935) de
bekendste is. Het merendeel van de grote stuwdammen in het stroomgebied werd
gebouwd tussen 1910 en 1970. De Colorado wordt nu beschouwd als een van de meest
gecontroleerde rivieren in de wereld
waar elke druppel van het water volledig benut wordt.
De afsluiting en omleiding
van de Colorado River heeft ook grote schadelijke gevolgen gehad voor de natuur
en historie. Voor de rivier zelf maar ook voor alle zijrivieren. Tijdens de
bouw van de Glen Canyon Dam hebben milieuorganisaties hun best gedaan de bouw
tegen te houden of een lagere dam te laten bouwen. Helaas hadden ze geen
succes. De vraag naar water blijft stijgen en bij te weinig water zou dit ten
koste gaan van de economie.
Wat
een geweldige ervaring hier net boven het wateroppervlak van de een van de
beroemdste en bekendste rivieren van Amerika te staan. Dit is toch wel echt
vakantie en we genieten met volle teugen. Op het water zien we een groepje eenden
zwemmen. Ze hebben moeite om tegen de stroom in te zwemmen maar het is wel te
zien dat ze hier thuishoren. Misschien zijn het wel Colorado Ducks of Kwik Kwak
en Kwek met hun familie. We zijn uiteindelijk in het land van Disney.
Het is nu tijd voor Lees Ferry Historic District. Het is vlakbij dus kunnen we dat wel lopend doen. Bij het begin van de trail staat een soort brievenbus en daarin zitten boekjes met informatie over de belangrijke locaties.
Lees Ferry is ook bekend als Little Colorado Station en Saints
Ferry. De Colorado River was een onneembare barrière en hindernis. Lees Ferry
was de enige plek waar de mensen in het verleden, onder bepaalde
omstandigheden, de bijna onneembare Colorado River over konden steken.
Door unieke geologische omstandigheden waren de rosten aan beide kanten van de
rivier op deze plek dusdanig afgesleten dat men redelijk makkelijk bij de
rivier kon komen. Het was ook de plek waar de Colorado Rivier rustiger stroomde
dan de stukken die boven en onder Lees Ferry liggen.
De eerste Europeanen die een
poging deden gebruik te maken van de oversteekplaats bij Lees Ferry waren de
mensen van de 18e-eeuwse Dominguez-Escalante Expedition. Een Spaanse expeditie
die op zoek was naar nieuw land en bekeerlingen ten noorden van New Mexico en
Californië. In 1776 kwamen Francisco Atanasio Domínguez en Silvestre Vélez de
Escalante, de twee Franciscaner priesters die de expeditie leiden, in wat we nu
Utah noemen aan. Ze hadden echter zo’n barre tocht gehad dat ze niet veel later
besloten terug te gaan naar Santa Fé. Op de terugweg moesten ze een
oversteekplaats over de Colorado River zien te vinden. Hun Indiaanse gidsen vertelden
hen dat er maar twee plekken waren om de rivier over te steken. De plek die we
nu kennen als Lees Ferry en de andere verderop in de Glen Canyon.
Ze kwamen bij Lees Ferry maar
vonden die plek te breed en te diep. Daarop gingen ze verder de Glen Canyon in
en 64 km. stroomopwaarts konden ze de Colorado River oversteken. Deze plek
kennen we nu als Crossing of the Fathers of ook wel Pahreah Crossing genoemd.
Door Lake Powell ligt deze plek nu onder water. Begin 1777 kwamen de Franciscaner
paters weer terug in Santa Fé.
Omstreeks 1861 kregen de
Mormonen van hun leider, Brigham Young, de opdracht om het zuiden van Utah en
het noorden van Arizona te koloniseren.
Ze moesten zich gaan vestigen langs de Little Colorado River en op andere
plaatsen in Arizona. Daardoor diende Lees Ferry als een gateway. Het merendeel
van de kolonisten waren ook Mormonen. Zij hadden zich namelijk al gevestigd in
de Vallei van Utah, in de buurt van het huidige Salt Lake City en trokken
naar Arizona.
In maart 1864 bouwden aan aantal
Mormoonse frontiers, en de Indiaanse missionaris Jacob Hamblin, een vlot aan de
monding van de Paria. Ze maakten de eerste succesvolle oversteek op het punt
van de Colorado die we nu als Lees Ferry kennen. Hamblin was op een missie om
de Navajo in Noord Arizona te waarschuwen te stoppen met invallen in Utah. Ze
stalen daar het vee en hielden de Mormoonse kolonisatie tegen. Veel pioniers
wilden verhuizen naar dit gebied maar het werd als onrustig en gevaarlijk
gezien. Ondanks jaren van inheemse bezetting lag het land, door het Minifest
Destiny, voor de pioniers voor het grijpen. Echter, er kwam geen vrede en in de
jaren die erop volgden waren er regelmatig oorlogen tussen de autochtone
indianen en de Mormonen. De gevechten escaleerden dusdanig dat de Mormonen
bewakers plaatsten bij de Ute Ford, de oversteekplaats van de paters
"Pahreah Crossing" en bij Lees Ferry. In de winter van 1869-1870 werd
er bij Lees Ferry een klein stenen gebouw en een corral gebouwd met de naam
"Fort Meeks." Langs de Paria River gebruikte Hamblin een stuk grond
voor de landbouw en is hij begonnen met de aanleg van een irrigatiekanaal.
John D. Lee, naar wie Lees
Ferry nu is genoemd, kwam pas in 1870 als veerman bij de oversteekplaats. Het
doel van de Mormonen was een permanente veerdienst dienst voor Mormoonse
kolonisten naar het zuiden van Arizona in te stellen. Eigenlijk was Lee
verbannen naar deze plek. In 1857 had Lee deelgenomen aan het Mountain Meadows
bloedbad. Een groep indianen en Mormonen, waaronder Lee, viel een passerende
trein aan die op weg was naar Arkansas. In de trein zaten pioniers en
kolonisten en tijdens de aanval werden er 120 gedood. De ondoordachte aanval
was niet de bedoeling maar het gevolg van de hysterie rond de 'Utah War"
in 1857. Deze oorlog was het gevolg van vijandigheid en de moord op de
mormoonse apostel Parley P. Pratt in de buurt van Van Buren in de staat
Arkansas. Om niet in Arkansas veroordeeld te worden vluchtte en verhuisde Lee
na het bloedbad naar de oversteek bij de Colorado River, Lees Ferry.
Met twee van zijn vrouwen en
kinderen creëerde hij een kleine nederzetting die vandaag nog te bekijken is.
Toen één van zijn vrouwen daar kwam verzuchtte ze: wat is dit een eenzaam dal,
Lonely Dell, vandaar de naam voor de nederzetting Lonely Dell. De Mormonen
lieten Lee met rust onder voorwaarde dat hij het veer bedienen zou. De
veerbootdienst werd formeel opgericht in januari 1873. Vier jaar later werd Lee
uiteindelijk toch gearresteerd door de Amerikaanse overheid voor zijn rol in
het bloedbad in Arkansas. Hij werd alsnog schuldig bevonden en werd in 1877
geëxecuteerd door een vuurpeloton in Mountain Meadows. Lee heeft zijn deelname
aan het bloedbad nooit ontkend maar heeft altijd volgehouden dat hij van
hogerhand opdracht heeft gekregen voor de aanval. Hij is ook de enige van de 50
mannen die deel hebben genomen aan het bloedbad die is veroordeeld.
De jaren 1876-1890 waren de
drukste jaren voor de veerboot en veel Mormonen vestigden zich langs de Little
Colorado River in Arizona. Een huwelijksbevestiging van een Mormoons echtpaar
was alleen mogelijk in een Mormoonse Tempel. Toen de tempel in St. George in
Utah klaar was werden daar de huwelijken uit Arizona voltrokken. De oversteek
en de trail van Arizona naar de tempel in St. George werd daarom ook wel
"The Honeymoon Trail" genoemd. De kosten voor het overzetten
bedroegen voor Mormonen $ 2,00 per wagen, $ 1,00 per
paard en ruiter, en $ 0,25 per persoon. Niet-mormonen betaalden ongeveer 50%
meer.
Na de dood van Lee werd zijn
vrouw Emma eigenaar van de ferry. Zij bediende de veerboot en onderhield de
ranch. De Mormoonse Kerk was zich terdege bewust van het belang van Lees Ferry
als schakel tussen de nederzettingen in Arizona en Utah. In 1879 kocht de kerk
de rechten van de ferry voor $ 3000. De kerk stuurde daarna Warren Marshall
Johnson en later andere families naar deze plek om de veerboot te bedienen.
De veerboot bleef in dienst
tot 1928 tot de Navajo Bridge, 4 miles stroomafwaarts, in gebruik werd genomen.
Ironisch genoeg is de brug letterlijk de ondergang van de veerboot geworden. De
veerboot werd gebruikt om materialen voor de bouw van de brug naar de overkant
te brengen. In 1928 kapseisde de veerboot met een lading materiaal voor de
brug. Hierbij kwamen 3 mannen om. De
enige personen die met het oversteken met deze veerboot zijn omgekomen. De
veerboot is nooit vervangen en 7 maanden later was de brug klaar en werd deze
in gebruik genomen. In 1974 heeft de Mormoonse kerk de locatie verkocht aan
National Park Service die het nu in beheer heeft.
Lees Ferry wordt nu beschouwd
als het officiële begin van de Grand Canyon National Park op de Colorado River.
Het wordt nu gebruikt als een visgebied. Veel vissers komen hier om op grote
forel te vissen. Verder is het de lanceerplaats voor het raften op de Colorado
River. Er zijn trips voor een dag tot enkele dagen of nog langer.
Verder is Lees Ferry ook het
beginpunt of eindpunt voor backpacken en canyoneering langs de Paria River in
de Paria Canyon-Vermillion Cliffs Wilderness. De trail is ongeveer 38 mijl lang
en kan tussen de drie en zes dagen in beslag nemen vooral in combinatie met
Buckskin Gulch. Tijdens de trail kom je langs historische rotstekeningen,
slotcanyons, watervallen en natuurlijke bruggen.
Lees Ferry is ook de locatie
geweest voor diverse film opnamen zoals Heritage of the Plains, in Stagecoach
(1939) en scenes uit Into the Wild (2006).
Het
is tijd de omgeving te verkennen en te kijken wat erover is van het oude Fort
Meeks en de plek waar het veer over de Colorado River voer. Eigenlijk doen we
een stuk van de Spencer Trail. Dat is een 3,7 mile lange trail die naar de
Spencer Trail Lookout gaat. Het eerste stuk van de trail is vlak en makkelijk
maar het laatste stuk is pittig en gaat via een aantal switchbacks naar de
lookout. Vandaar heb je een prachtig zicht over de Colorado River, de boten
helling en kun je de campground zien. Wij gaan het niet helemaal doen maar wel
het eerste stuk. We komen langs de oude gebouwen van Fort Meeks en de
verblijven van John. D. Lee.
Gebouwtjes
gemaakt uit rotsblokken uit de omgeving met en deur en een paar kleine ramen.
Sommige gedeelten ontbreken maar je kunt je er een goed beeld van vormen hoe
het geweest moet zijn. Het eerste gebouwtje stamt uit 1911 en was het
hoofdkwartier van Charles H. Spencer gold mining company.
Het
was een van de eerste gebouwen van de acht stenen gebouwen die hij liet bouwen
langs de weg naar de ferry. Het gaf het idee van een klein stadje. Het tweede
en grotere gebouw is gebouwd door de Mormonen in 1874 in opdracht van Church
President Brigham Young. Dit werd een “fort” om de reizigers te beschermen.
Op
een van de gebouwen is een steen waar J. Hislop in is geschreven. Waarschijnlijk
hebben ze de naam er met een andere steen in gebeiteld. J(acob) Hislop deed in
1889 mee met een expeditie van de Pacific Railroad Company. Ze moesten
onderzoeken of een spoorlijn langs en over de Colorado River mogelijk was. Een
lid van de expeditie verdronk vlakbij Lees Ferry. Later verdronken verderop op de
Colorado River nog twee expeditieleden.
Men had bezuinigd op de reddingsvesten en dat is dus een aantal leden fataal
geworden. Na de laatste verdrinking werd de expeditie afgebroken. Later is er
nog een nieuwe expeditie geweest maar er kwam geen spoorlijn.
Verderop
zijn nog de restanten van Spencer Bunckhouse en liggen er nog stukken van een
motor te verroesten. Ook liggen er nog restanten van een boiler. Spencer had
nabij Lees Ferry een goudmijn. Om goud aan het erts, modder en de klei te
onttrekken moest hij kwik gebruiken. Het had pompen, zeven etc. nodig en die
moesten aangedreven worden door stoom. Vandaar de boilers.
Om
stoom op te wekken had Spencer ook brandstof nodig en dat was er weinig op deze
plek. Ongeveer 25 mijl verderop, bij Warm Creek Canyon, wonnen ze kolen en die
transporteerden ze met muilezels naar Lees Ferry maar de aanvoer was heel
moeilijk. Daarom besloten ze een stoomboot te bouwen. Deze werd in San
Francisco gebouwd en per trein naar Marysvale (Utah) vervoerd. Toen in stukken
naar de monding van de Warm Creek Canyon getransporteerd en in elkaar gezet. De
stoomboot kon per keer ongeveer 5 tot 6 ton aan kolen vervoeren. Spencer had
niet veel geluk. De goudmijn was niet succesvol en tijdens een overstroming van
de Colorado River is de stoomboot gezonken. De opbouw van de boot werd gesloopt
maar de ketel en de rest van de stoomboor ligt nog onder water langs de oever.
Van de oever af zien wij onder water nog wat liggen. Dat zullen de restanten
van de stoomboot wel zijn. Aan de andere kant van de locatie begint de Spencer
trail. Het was leuk dit alles even te zien en erover te lezen. Het is tijd weer
terug te gaan naar de camping. Er komt trouwens een hele dreigende lucht aan.
Rustig
wandelen we weer terug en onderweg genieten we van de omgeving. Deze ligt
bezaaid met grote en kleine rotsblokken. Hier en daar staan wat kleine
struikjes, gras en er bloeien een paar cactussen. Mooi, ze vallen wel op met
hun mooi gele en roze kleur.
Als we bij de camper zijn rijden we naar de camping. Het is nog heerlijk weer en we kunnen nog mooi even van de zon genieten, even voor stokstaartje spelen. Op de camping groeien trouwens heel veel verschillende wilde planten. Er staan grote struiken met oranje bloemen. Meestal heb je eerst een bloem en dan later een vrucht. Bij deze lijkt het net andersom. Aan de takken zitten grote peervormig knoppen en als die open gaan komt er een grote oranje bloem uit. Heel apart, nog nooit zoiets gezien. Verder een bloem die lijkt op een soort zeeanemoon, met fijndradige “tentakels” net of wil de plant het eten uit de lucht vangen.
Verder
kleine bomen met hele lange peulen, ‘t lijken wel stokbonen. De zaden zijn er
al uit en de lege peulen hangen als rieten rokjes aan de takken. Een soort
lijster hipt over het terrein en zoekt naar eten. Zo te zien is het nog een
jonge vogel. In de lucht zweven een aantal vogels. Een andere campinggast zit
er ook naar te kijken en hij zegt dat het vultures zijn, dus gieren van de
Nieuwe Wereld. De bergen zijn opgewarmd en daardoor ontstaat stijgende
luchtstromen waar deze vogels mooi op kunnen zweven. Als we later de foto’s
zien blijkt het dat het de roodkopgier of kalkoengier is.
De
roodkopgier of kalkoengier is een
roofvogel die leeft in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. Deze soort is nauw
verwant aan de geelkopgier en die leeft in hetzelfde gebied als de zwarte gier.
Het is de meest voorkomende gier in de Amerika's. Het is een vrij grote vogel
met een lengte van:
64-81
cm. en een vleugel spanwijdte van 140 tot180 cm en een lange staart. Tijdens de
vlucht maakt de vogel gebruik van thermiek en hij gebruikt zijn vleugels daarom
zelden.
Het is een zwarte of
grijsbruine vogel met een vuurrode kop en nek, vandaar ook zijn naam. De
Amerikaanse kalkoenen die in dezelfde omgeving leven hebben in het paarseizoen
ook een rode kop en rode kwabben. Daarom wordt de vogel ook wel kalkoen gier
genoemd. In de Amerika wordt deze vogel ook wel (Turkey) Vulture genoemd of
gewoon buzzard. De naam "gier" is afgeleid van het Latijnse woord
vulturus, wat betekent "verscheurder" en is een verwijzing naar de
eetgewoonte. In het Arizona Desert Museum hebben ze zelfs een fokprogramma voor
deze vogel. Ze kunnen vrij oud worden; ongeveer 12 tot 17 jaar. Deze gier wordt
vaak gezien staand in een spread-winged houding. De houding wordt vaak om
verschillende redenen gebruikt, het drogen van de vleugels, opwarmen van het
lichaam en doden door zonlicht van bacteriën.
De roodkopgier is een van de weinige vogels die zijn voedsel vindt door middel van geur en dat is ongewoon in de vogelwereld. Ze vliegen vaak laag bij de grond gaan op zoek naar de geur van ethyl mercaptaan, een gas dat ontstaat bij het begin van ontbinding van dode dieren. De olfactorische kwab van de hersenen die de geuren verwerken is bijzonder groot in vergelijking met de andere dieren. Door deze verhoogde geur capaciteit kunnen ze zelfs dode dieren ruiken onder begroeiing zoals bomen en struiken. Koningsgieren, zwarte gieren en condors kunnen geen dode dieren ruiken en moeten het van hun ogen en zicht hebben. Vaak komt de roodkopgier als eerste aan bij het karkas. De roodkopgier wordt vaak gevolgd of gespot door de konings- of zwarte gier of de condor. De kalkoen gier wordt dan verdreven omdat deze kleiner is dan de koningsgier en zwarte gier of condor. Deze vogels beginnen vaak met het kadaver. Dit omdat de roodkopgier vaak de taaie huid van het kadaver niet open kan scheuren. Als de koningsgier of de condor genoeg hebben gegeten mag de roodkopgier de restjes hebben. Dit is een voorbeeld van de onderlinge afhankelijkheid tussen de soorten.
Net als andere gieren is de roodkopgier een
afvalopruimer en eet hij aangespoelde vis, dode en rottende dieren en fruit.
Hij heeft een voorkeur voor kleine karkassen, maar ook op grotere dode dieren
zal de roodkopgier afkomen. Roodkopgieren gaan regelmatig langs snelwegen op
zoek naar dieren die slachtoffer geworden zijn van het verkeer. Daarnaast staan
ook eieren van andere vogels en kleine diertjes zoals hagedissen en insecten op
het menu. Ze doden zelden of nooit zelf een prooi.
De roodkopgier leeft in grote
groepen van ongeveer dertig exemplaren, waaronder mannetjes, vrouwtjes en jonge
vogels. In gebieden met veel prooi en veel broedplaatsen nestelen, slapen en
jagen roodkopgieren vaak samen met zwarte gieren. Vaak zit de roodkopgier in
een boom of zweeft hij boven de omgeving op zoek naar voedsel. Dankzij het
grote vleugeloppervlak in combinatie met zijn lage gewicht en zijn gevingerde
vleugelpunten is de roodkopgier een goede zwever. Tijdens het zweven worden de
vleugels in een ondiepe V-vorm gehouden. Door de geur van de dode dieren vindt
de roodkopgier zijn eten. Er zijn maar weinig vogels waarvan bekend is dat ze
goed kunnen ruiken.
Vrijage rituelen van de
roodkopgier doen ze in grote groepen. Ze verzamelen zich in een cirkel waar ze
bepaalde manoeuvres uitvoeren om zo dicht mogelijk bij een vrouwtje te komen.
Het nest van de roodkopgier bestaat meestal uit een holte in een rots of boom.
Soms nestelt deze roofvogel ook op gebouwen. Het nest wordt bekleed met takjes,
veren en stukjes huid, die de gier van dode dieren aftrekt. Met behulp van
gedroogde uitwerpselen wordt het nest verstevigd. Het vrouwtje legt één tot
drie eieren, waarop beide geslachten om de beurt broeden. Na circa 42 dagen
komen de eieren uit. De kuikens zijn altricial of hulpeloos bij de geboorte. De
jongen worden gevoed met opgebraakt voedsel uit de krop. De ouders zorgen
ongeveer 10 tot 11 weken voor de jongen. Na drie maanden kunnen de jonge
roodkopgieren vliegen. Families bij elkaar blijven tot de herfst.
Roodkopgieren kunnen zich
goed aanpassen en leven dan ook in uiteenlopende gebieden zoals graslanden,
bossen en stedelijke gebieden. Droge bossen, akkerland en savannes zijn echter
favoriet. Dit dier is samen met de zwarte gier één van de meest algemene Amerikaanse
roofvogelsoorten. In de Verenigde Staten, is de gier wettelijke beschermd door
een wet uit 1918.
In het verleden werd de
roodkopgier vaak beschuldigd voor het overbrengen van miltvuur of varkenspest.
Veeboeren zagen de vogel met de zwarte gier als een bedreiging. Echter, het
virus dat varkenspest veroorzaakt wordt vernietigd wanneer het door het
spijsverteringskanaal van de gier gaat. Eigenlijk zouden de boeren blij moeten
zijn met deze opruimers omdat ze het verspreiden van de ziekte voorkomen. De
roodkopgier zou ook pasgeboren vee aanvallen. Daarom werd er in het verleden
ook meedogenloos op deze vogel gejaagd. De roodkopgier wordt vaak verward met
de zwarte gier die wel pasgeboren vee aanvalt. De roodkop gier doodt geen
levende dieren maar bevindt zich wel vaak in groepen zwarte gieren. Ze
scharrelen ertussendoor en eten wat de zwarte gieren achterlaten. Als dat op
een locatie is waar een kalf is gedood, geeft dat een onjuiste indruk dat de
roodkopgier een gevaar is voor jonge kalveren.
In onze stoeltjes genieten we
van alles om ons heen. Omdat we iets hoger staan hebben we zicht op de Colorado
River. De camping zit bijna tegenover de Paria Riffle. Dat is de plek waar de
Paria River in de Colorado River uitmondt. Voor ons, aan de overkant van de
Colorado River, de Echo Cliffs. De zon zakt langzaam en de rots begint oranje
op te gloeien. De Echo Cliffs rijzen op uit de rivier en daarvoor zien we
stroomversnellingen. Geen spannende hoor.
Mooi dat we een verlengsnoer met een stekkerdoos bij ons hebben. Dan kunnen we alles in een keer opladen. Er zit namelijk maar één stopcontact in het washok. Zittend in onze stoeltjes kunnen we mooi ons verhaaltje op de laptop maken en de foto’s uitzoeken die we op het blog willen zetten. Daarna gaan we onder het genot van een glaasje even lezen op de e-readers. Dan het tijd om wat te eten. Nanda flanst wat in elkaar en buiten,met het zicht op de Colorado River, genieten wij van ons eten. Dan even afwassen en wachten op de zonsondergang gang. In de kloof bij de rivier is dat heel anders dan op de rim. Het zal hier ook sneller donker zijn dan op de rim zoals in de Grand Canyon. Op een gegeven moment komen we in de schaduw van de kliffen. Heel benieuwd hoe dat er uit gaat zien.
Langzaam
glijdt de schaduw over de rotsen en na een klein half uurtje liggen de kliffen
in de schaduw. Nu wordt het heel snel donker en dus ook kouder. Lees Ferry is
een geweldige plek om te overnachten, heel rustig en een geweldige ervaring om zo
dicht bij de Colorado Rivier te kunnen komen. Dit is namelijk een van de
weinige plekken waar je bij de rivier kunt komen. We blijven nog even zitten
maar zoeken dan de warmte van de camper op. Nog even lezen en dan is het weer
tijd om te slapen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten