Dinsdag 6 april 2016,
Los Angeles....here we come
Het hotel was niet super, bed
was wel goed maar het was gehorig. Je hoorde andere gasten steeds langslopen
over de galerij. Het is niet anders dus snel inpakken en de spullen in de auto.
In het hotel is het ontbijt en dat is prima, goed verzorgd en ruim voldoende.
We gaan weer verder. Eerste stop van vandaag is in het plaatsje Solvang.
De route is niet meer langs
de kust maar meer landinwaarts. Dit keer nemen we ook de snelle route over de
101. Het is hier redelijk groen en we komen door een wijnstreek. Aan
weerskanten van de weg allemaal wijngaarden met rijen en rijen druiven. Een mooi gezicht.
Santa Maria slaan we over en een stuk verder wordt de omgeving anders, woester en bergachtiger. Aan de rechterkant zien we de Purissima Hills. Ook een mooi gezicht vooral omdat de weg aan een kant langs de heuvels gaat. Op de open plekken zijn graslanden met veel bomen waar vleeskoeien lopen. Heel mooi om te zien.
Na een uurtje rijden naderen we Solvang. Solvang staat namelijk ook wel bekend als 'Little Denmark', het is een klein plaatsje met Deense uitstraling. Het werd in 1911 gesticht door drie Deense immigranten en heeft tegenwoordig veel weg van een Scandinavisch themapark, compleet met windmolens, gaslantaarns, ontbijtkoeken en bier van Carlsberg.
Het een en ander over deze
plaats gelezen en nu willen we het ook wel in het echt zien.
We zijn vroeg dus is er
voldoende plek om onze auto te parkeren en dat lukt redelijk dicht bij het
centrum. Op weg om Solvang te verkennen.
Solvang is een klein stadje in de Santa Ynez Vallei, zo'n 75 kilometer ten noordwesten van Santa Barbara. Gesticht in 1911 door Deense leraren. Toch doet Solvang nog steeds Europees aan: bakkerijtjes, restaurantjes en typische winkeltjes - niets laat je merken dat je in Amerika bent. Het is een stukje Denemarken in Californië. Er is zelfs een kopie gemaakt van het beroemde Kleine Zeemeermin – standbeeld dat in Kopenhagen staat. Door het jaar heen organiseert de stad verschillende Deense festivals die het bezoeken waard zijn.
Solvang is Deens voor
"zonnig gebied", het ligt in de Santa Ynez Valley en heeft ongeveer
5.000 inwoners. Het stadje werd opgericht in 1911 op bijna 9.000 acres (3600
ha) van de Rancho San Carlos de Jonata.
De Santa Ynez Valley werd
oorspronkelijk bewoond door de Chumash indianen. Ook nu weer waren de Spaanse
missionarissen de eerste Europeanen in dit gebied Ze stichten, vlakbij het
huidige Solvang , Mission Santa Inés. Deze missie post werd daar gebouwd omdat
de missieposten van Santa Barbera en La Purísima Concepción te kampen hadden
met overbevolking. Een andere reden voor de bouw van Santa Ines was een
toegangspoort tot de Chumash indianen die ten oosten van the Coast Range
woonden. Na de Mexicaanse Onafhankelijkheidsoorlog,
ging het gebied over naar de lokale boeren en stond het bekend als Rancho San
Carlos de Jonata. De indianen trokken weg en de missie raakte in verval.
Tussen 1850 en 1930 verlieten
een aanzienlijk aantal Denen hun land omdat de economische vooruitzichten
slecht waren. De Denen emigreerden met name naar de Verenigde Staten. Populaire
bestemmingen voor de kolonisten waren Utah, Illinois, Minnesota, Iowa, Nebraska
en South Dakota. In de nieuwe gemeenschappen werden kerken en scholen opgericht
in overeenstemming met de ideeën van N.F.S. Grundtvig. Dat was een invloedrijke Deense filosoof,
hymne-schrijver en lutherse predikant. Hij introduceerde met name de zogenaamde
volk scholen en introduceerde een nieuwe benadering van het onderwijs op basis
van een geest van vrijheid, poëzie en gedisciplineerd creativiteit.
In 1911 stichten docenten Nordentoft en Peder P. Hornsyld,, samen met predikant Jens M. Gregersen een nieuwe Deense kolonie in de Santa Inez Valley, Solvang. De Denen kochten bijna 9.000 acres (36 km 2) van de Rancho San Carlos de Jonata. Onder de kolonisten bevond zich ook een bekende timmerman, Skytt. Hij heeft in grote mate bepaald hoe Solvang werd gebouwd. Zijn invloed is heden ten dage nog te zien. Het eerste wat gebouwd werd was een hotel dichtbij de missiepost waar nieuwkomers kunnen worden gehuisvest.
Aan het eind van 1912 was
bijna geen stuk grond meer te koop. Solvang had winkels, een bank, houthandel,
kapperszaak en een postkantoor etc. Waar eerst velden waren was er nu een
kleine stad. Solvang barstte uit zijn voegen door al de nieuwe kolonisten. Meer
land was er niet te koop dus bewoners werden overgehaald verder te reizen en
land te kopen in Iowa en Nebraska. Tijdens en na de eerste wereldoorlog kwamen
er bijna geen Deense emigranten meer naar Solvang en andere steden en staten in
de USA. De aanwas ging ten koste van de Deens sprekende Volkshogeschool die er
was gesticht.
In 1928 werd de Bethania
Evangelical Lutheran Church gebouwd. Een stevig gotisch gebouw gemaakt van
gewapend beton met voetdikke muren en helemaal naar het voorbeeld van de
honderden landelijke kerken in Denemarken uit de 14e eeuw. Het kerkgebouw wordt
nog steeds gebruikt en de diensten zijn nu in het Engels. Alleen op
lillejuleaften (23 december) is er nog een Deense dienst.
In eerste instantie werden de
meeste gebouwen in Solvang gebouwd in dezelfde stijl als de andere gebouwen in
de buurt. De Lutherse kerk was de eerste die echt gebaseerd was op de Deense
architectuur. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg men echt belangstelling voor het
concept van een "Deens Dorp".
De pionier van de Deense Provinciale stijl was Ferdinand Sorensen. Na
zijn terugkeer in Solvang van een reis naar Denemarken, midden jaren 1940,
bouwde hij Møllebakken. Zijn huis in Deense stijl. Daarna begon hij met de bouw
van de eerste van de vier windmolens in het dorp. Later gaf Earl Petersen, een
lokale architect, de oudere gebouwen een nieuwe look door de gevels te restylen
in de zogenaamde "Deense Provinciale" stijl. Dankzij deze
architectuur is Solvang uitgegroeid tot een belangrijke Californische
toeristische attractie, met meer dan een miljoen bezoekers per jaar. Opgemerkt
moet worden dat er ook heel veel kunstmatig is, nepschuttingen en rieten daken
en veel woningen en winkels worden door niet Denen bewoond.
De toeristenstroom kwam op
gang na het bezoek van de Deense kroonprins Frederik en prinses Ingrid in 1939
en helemaal na een hoofdartikel in 1947 in de Saturday Evening Post. Op de
gevel van City Hall is een overzicht van het Koningshuis van Denemarken te
zien.
Op 5 juni 1960 bracht Princes
Margrethe van Denemarken een bezoek aan Solvang. Dit deed ze nog een keer in 1976, als
Koningin van Denemarken, samen met haar man, prins Henrik.
De huidige bezoekers waarderen de Deense windmolens, de beelden van Hans Christian Andersen en de Kleine Zeemeermin, de vakwerkhuizen, de Deense landelijke kerk, de Ronde Toren evenals Deense muziek en het volksdansen. Daarnaast zijn diverse restaurants en banketbakkers die Deense specialiteiten serveren. In het derde weekend van september viert men het jaarlijkse "Deense Days" evenement, met wedstrijden, muziek, dans, optochten met praalwagens, fanfares, volksdansers en zangers.
In de omgeving van Solvang
zijn een flink aantal andere attracties en bezienswaardigheden waaronder
o.a. The Chumash Casino Resort,
Neverland Ranch van Michael Jackson en Nojoqui Falls. Sovang zelf heeft een
aantal musea waaronder het Elverhoj Museum, gevestigd in de voormalige
residentie van kunstenaar Viggo Brandt-Erichsen. Het museum is gewijd aan het
behoud van de Deense erfgoed in Solvang met zijn Deens-Amerikaanse
pioniersgeest. Verder het Hans Christian Andersen Museum, boven The Book Loft
gelegen, is gewijd aan de presentatie van het leven en werk van de schrijver en
het Vintage Motorcycle Museum. Dit museum toont machines uit de privécollectie
van Virgil Elings, een veteraan motorcross en road racer.
Het is stadje is niet groot
dus alles is lopend wel te doen. We hebben een parkeerplaats gevonden langs
Mission Drive en zien gelijk al een van de molens. Heel apart, hier in Amerika
Europese molens te zien staan. In deze molen zit een brouwerij van de Solvang
Brewing Company. Langs de straat zijn ook een aantal winkeltjes met van alles
en nog wat.
Van drankenwinkel naar een
winkel waar de kerstversiering nog buiten hangt en de etalage nog gevuld is met
kerstartikelen. Er zijn veel restaurants in Solvang. Je kan echt zien dat ze
georiënteerd zijn op toeristen. Van toeristen hebben wij geen last want we zijn
vroeg. Hier en daar ook een bakkerij met in de etalage allemaal lekkers. Van
gebak tot heerlijke Deense koekjes. Veel gebouwen hebben vakwerk en het doet
ook wel wat Duits aan.
Tegenover een parkje staat
een oud gebouw met een mooie klokkentoren. Op de straat staat een mooie oude straat
klok. Een stukje verder langs de Mission Drive is ook het Hans Christian
Andersen museum, dat slaan we over.
We lopen door en slaan de
Alisal Road in en we missen de zeemeermin. Later nog plaatjes van gezien en
geen wonder dat we die misten, die is wel heeeeel klein. Om de hoek staat een
groot gebouw. Dat is Frederik's Court een restaurant en hotel. Het is een
prachtig gebouw om te zien. In de verte zien we weer een windmolen staan alleen
deze kan wel een schoonmaakbeurt gebruiken. Vlakbij is een postkantoor en we
kopen even wat postzegels. De kaarten hebben we al eerder gekocht maar we
hebben die postzegels nodig voor verzending naar Europa. De kaarten kunnen nu
op de bus en op reis.
Langs de Alisan Drive staat
ook het oudste gebouw van Solvang. Het staat naast Frederiks Court, dit is nu
een restaurant. Trouwens er staan meer mooie vakwerkgebouwen gebouwen. Er komt
een hele optocht van oude auto’s voorbijrijden en hier en daar staat ook een
oldtimertje geparkeerd. Heel leuk om te zien. We lopen door de Copenhagen Drive
en daar zijn allemaal winkeltjes en boetiekjes, heel gezellig. Ook veel
bakkerswinkeltjes met allemaal lekkers.
We wandelen door wat
straatjes en genieten van de omgeving en gebouwen. Een stukje verder langs de
Copenhagen Drive zien we nog een molen. Hierin is nu een restaurant en een
stukje verder is een ander prachtig gebouw Tivoli Square Inn.
Terug naar de parkeerplaats en we gaan weer verder. Solvang is best de moeite waard voor een tussenstop. We vonden het leuk deze stad even te zien. Omdat we vroeg waren was het ook nog niet druk en daardoor nog niet zou toeristisch. Anders zal het hier wel veel drukker zijn.
Een klein stukje verder is de
Old Mission Santa Ines daar gaan we nu even heen. Dit moet ook een mooie
missiepost zijn. Langs de Californische kust staan een groot aantal
missieposten, wel 21 stuks. Het nodige over deze missieposten gelezen en dat
was best wel interessant.
Spaanse missies in Californië. In 1492 ontdekte Christopher Columbus de nieuwe
wereld. Na de ontdekking kwamen er meer Europeanen die probeerden de inheemse
mensen te bekeren voor het nieuwe Spanje. Het gebied bestond uit de Carïben,
Mexico, en de meeste van wat nu het zuidwesten van de Verenigde Staten is.
Californië was nog niet ontdekt. Dat kwam pas 50 jaar later toen Juan Rodriguez
Cabrillo uit Navidad, Mexico, vertrok en zeilend langs de kust Baja California
en regio Alta Californië ontdekte. Na de ontdekking werd ook dit gebied heel
langzaamaan gekoloniseerd.
In 1602 begon Spanje zich te
interesseren voor Californië en stuurde Sebastián Vizcaíno, om de omgeving te
verkennen. Vizcaino reisde langs de Californische kust en bezocht plekken die
we vandaag de dag nog kennen, zoals San Diego, Santa Barbara en Monterey.
Vizcaino toonde aan dat Californië een deel was van een continent en stelde
voor een keten van missies te bouwen. De opdracht voor het bouwen van de
missies werd gegeven aan de Franciscaanse Orde. De Spaanse autoriteiten hadden
ook een urgente reden om na jaren van desinteresse in 1769 de noordelijke grens
van Nieuw-Spanje te consolideren. Ze zagen de Russische handelaren in bever- en
otterhuiden oprukken in zuidelijke richting en besloten dat de kolonisatie van
Amerika's westkust niet langer kon worden uitgesteld.
Spanje had ook economische
motieven voor de oprichting van een bolwerk in Californië en de Franciscaanse
orde van de katholieke kerk had religieuze motieven. Met dit in het achterhoofd
werden er, tussen 1769 en 1823, 21 missieposten gebouwd om de kust te
controleren. Ze vormden een reeks van religieuze en militaire buitenposten. De
schepen uit Spanje hadden een veilige haven en konden bevoorraad worden en de
inheemse bewoners werden bekeerd tot het katholieke geloof. Heropvoeding van de
indianen werd een methode voor Spanje om de religieuze en economische doelen te
behalen en tevens nieuwe loyale Spaanse onderdanen.
Voor de kolonisatie gebruikte
Spanje twee methoden. Was de inheemse bevolking vijandig, dan werden ze
letterlijk een kopje kleiner gemaakt. Daarna kreeg de geestelijken de vrije
hand om hen het christendom te brengen, samen met de Spaanse normen, waarden en
gebruiken. Waren de lokale bewoners vredelievend, dan stuurde men, vergezeld
van een kleine groep soldaten, direct missionarissen. Ze richten dan een
presidio, kazerne, missiepost of een soort boerderij met kloosterkerk op, die
de ontwikkeling op gang moest brengen. Deze methode vergde geen grotere
investering dan een paar priesters en een paar soldaten per missiepost, wat voorraden
en materiaal. Binnen een paar jaar moest de missiepost zelfvoorzienend zijn en
een basis vormen voor verdere kolonisatie.
Om dit te bereiken moesten de
Spanjaarden de Indianen ervan van overtuigen dat het katholieke geloof beter
was dan hun eigen geloof. Dat daardoor ook veel meer te bereiken was. Na de
onvermijdelijke aanloopproblemen kostte het de paters weinig moeite om een
flink aantal indianen te bekeren. De bevolking was in het algemeen vriendelijk
en de nieuwkomers goed gezind. Het leven in de missiepost was in eerste
instantie vaak beter dan ze gewend waren, met vast onderdak en driemaal daags
eten. De katholieke liturgie was aantrekkelijk voor de indianen en de paters
maakten daar gebruik van. Ook de kerkmuziek die de paters meebrachten, sloeg
aan bij de indianen.
Zodra een indiaan besloot
zich te bekeren tot het katholieke geloof werden ze gedoopt en werden ze een
neofiet (bekeerling). Ze woonden vaak buiten de missie. De Spanjaarden leerden
de nieuwe neofieten meer de diepgaande aspecten van het katholieke geloof en de
Europese manier van leven. Tegen 1800 woonden zo'n 13.000 indianen in achttien
missieposten.
Het doel van de missie was
ook om in redelijk korte tijd, d.m.v. landbouw en veeteelt, zelfvoorzienend te
worden Voorafgaand aan de missies wisten de inheemse volkeren niets van
huizenbouwen, landbouw en veeteelt. De zendelingen ontdekten dat, vooral de mannelijke
Indianen, arbeid als een vernedering beschouwden. Daarom kregen ze onderwijs om te leren hoe ze
zelf-ondersteunend konden zijn. Ze kregen muziek, leerden lezen en zingen
werden “omgeschoold” tot ervaren wevers, naaisters, timmerlieden, tegel-
makers, landbouwers en veehoeders. Deze lessen waren een voorbereiding om de
Indianen deel uit te laten maken van een zelfvoorzienende kerk en een bijdrage
aan het succes van de missie. Tarwe, maïs, wijndruiven, gerst, bonen, koeien,
paarden en schapen waren de belangrijkste gewassen in San Diego. In 1795 werd
zelf begonnen met een systeem van aquaducten om het water naar de velden en de
missies te krijgen.
De missies hebben echter ook
verschillende negatieve gevolgen gehad voor de indiaanse bevolking. De (bekeerde) inheemse bevolking werd
onderdrukt en als slaaf te werk gesteld. Ook hadden de indianen geen weerstand
tegen de ziektes die de Europeanen mee brachten zoals mazelen, pokken en pest.
In de jaren 1830 sloot de overheid van het onafhankelijke Mexico de
Californische missies. Tegenwoordig behoren de missies tot de oudste bouwwerken
in de Amerikaanse staat Californië en maken ze een belangrijk deel uit van het
erfgoed van de staat. Ze behoren er tot de meest bezochte historische
monumenten.
De architectuur van de
Californische missies werd door meerdere factoren beïnvloed. Beperkte
hoeveelheid beschikbare bouwmaterialen, gebrek aan goede opgeleide arbeiders en
de wens van Spaanse priesters om de barok architectuur van hun moederland te
evenaren. Hoewel er veel diversiteit is in de bouwstijlen van de missies, maken
ze allemaal gebruik van hetzelfde patroon.
Alhoewel men de missieposten
slechts als tijdelijke ondernemingen zag, was de ontwikkeling van zo'n
individuele nederzetting zeker geen kwestie van de persoonlijke voorkeuren of
wensen van een enkele priester. Voor de oprichting van de missie bestonden oude
regels en procedures en er gingen vaak maanden van administratieve
voorbereiding en jaren van correspondentie aan vooraf. Was er eenmaal toestemming dan werden er
mensen aangewezen die een specifieke locatie moesten uitzoeken. Belangrijk was
dat er een goede watervoorziening was, een grote voorraad hout en veel velden
om er vee te laten grazen en om er gewassen te verbouwen. Wanneer men zo'n
locatie gevonden had, wijdden de broeders de plaats in en begon men met de hulp
van het leger aan de bouw van een tijdelijk onderdak. Die simpele hutten zouden
uiteindelijk vervangen worden door gebouwen van steen in de typische
missiestijl.
De eerste prioriteit bij de
oprichting van een nederzetting was de locatie en bouw van de kerk. De meeste
missiekerken liggen ongeveer op een oost-westas om maximaal gebruik te maken
van het zonlicht om de binnenkant van de kerk goed verlicht te krijgen. Als de
locatie van de kerk was bepaald werd de rest van het bouwcomplex daaromheen
uitgetekend. Vaak werd ervoor gekozen om de vertrekken van de priester, de
refter, het klooster, de werkplaatsen, de keukens, de opslagruimtes en de
vertrekken van de soldaten en de knechten te groeperen rond een ommuurde
binnenplaats of patio. Die was meestal vierkantig, maar zelden een perfect
vierkant, omdat de broeders over geen landmeetkundige instrumenten beschikten.
In de binnenplaats vonden religieuze vieringen en andere festiviteiten plaats,
maar deze binnenplaats kon ook dienen als toevluchtsoord wanneer de missie
aangevallen werd.
Hoewel er veel diversiteit is
in de bouwstijlen van de missies, maken alle missieposten gebruik van hetzelfde
patroon. Dat had praktische redenen,
maar had vooral te maken met de voorschriften van de Spaanse bureaucratie die
precies had bepaald hoe missieposten eruit moesten zien. In de galerijen rond
de vierkante binnenplaats woonden de padres en de soldaten, en bevonden zich de
werkplaatsen van de indiaanse vaklieden. Op één van de vier hoeken, meestal
rechts voor, stond de kerk. De indianen hadden hun eigen woningen rondom de
missiepost. Typische elementen zijn de grote, sobere, witte gevels, een
grondplan op basis van een binnenplaats of patio, buitengangen met bogen,
afgeronde frontons, getrapte klokkentorens en -gevels, en lage glooiende daken
met dakpannen. De schaarste aan (ingevoerde) materialen, samen met een gebrek
aan geschoolde arbeiders, dwong de missionarissen om eenvoudige bouwmaterialen
en methoden te gebruiken om hun missie te bouwen. Als er ter plaatse weinig hoge bomen groeiden,
bouwden de paters smalle en ranke kerken. Dakpannen werden pas later ingevoerd,
toen bleek hoe kwetsbaar de missieposten waren voor de brandende pijlen van
ontevreden indianen. De stijlvolle galerijen waren noodzakelijk om de adobe
stenen tegen de regen te beschermen
Missions bells waren
belangrijk voor het dagelijks leven op een missie. Ze gaven in eerste plaats de
tijd aan. Verder werden ze gebruikt om de maaltijden te markeren, om de missie
bewoners op te roepen om te gaan werken en op te roepen voor de religieuze
diensten. Verder bij geboortes en begrafenissen, terugkeer van ene schip of
missionaris aan te geven. Novicen werden
geïnstrueerd in de ingewikkelde luid -rituelen van de missie bells.
In aanvulling op de Presidio
(koninklijke fort) en pueblo (stad) was de Misión één van de drie grote afdelingen in dienst
van de Spaanse koning. De opzet was de grenzen uit te breiden en consolidatie
van de koloniale gebieden. Missies met nederzettingen werden meestal opgericht
in gebieden met een hoge concentratie van potentiële inheemse bekeerlingen. De
Spanjaarden gingen niet ver landinwaarts. Missie Nuestra Señora de la Soledad
bevond zich het verst in het binnenland. De meeste missies waren ongeveer een
30 mile, een dagreis, van elkaar verwijderd en moesten zichzelf bedruipen.
Californië was maanden reizen van de dichtstbijzijnde basis in het
gekoloniseerd Mexico. De vrachtschepen waren te klein om meer dan een paar
maanden rantsoenen bij zich te hebben.
De stichter van de 21 missies
in Californie was Junipero Serra. Hij werd in 1720 op Mallorca geboren. Hij
verbleef al zo'n vijftien jaar in Nieuw Spanje, voordat hij 1769 na lang zeuren
toestemming kreeg van Madrid om noordwaarts te trekken. Serra wilde dat de
missies in San Diego en Monterey letterlijk als springplank havens fungeerden
voor de overtocht naar de Filipijnen. Over land moesten de missieposten van San
Diego en Monterey elkaar verbinden met de bestaande missieposten in Mexico.
Ertussen in moesten de andere missies volgen, op één dag reizen van elkaar.
Serra was een onvoorstelbare
gedreven persoon. In de vijftien jaar tot zijn dood in 1784 legde hij duizenden
kilometers af en stichtte hij negen missieposten. Hij ligt begraven in een
sarcofaag in de huidige missiepost van Carmel, San Carlos Borromeo de Carmelo-missie.
De missiepost van Carmel was zijn favoriete missiepost. Het was de hoofdzetel
van het missienetwerk vanaf 1770. Na 1784 voegde Fermin Lausen, Serra's
opvolger, negen missieposten toe in de achttien jaar dat hij de keten leidde.
De laatste twee missieposten, San Rafael 1817en Sonoma 1823, waren echte
nakomertjes. San Rafael was een soort ziekenboeg voor de mission Dolores in San
Francisco, waar het zo mistig en nat was dat weinig mensen er plezier aan
beleefden. Ook na Serra's dood in 1784 bleef Carmel de hoofdzetel: Serra's
opvolger pater Fermín Lasuén en diens opvolger Pedro Estévan Tápis verbleven er
eveneens. Niet alleen de Franciscaner monniken bouwden missieposten ook de
Jezuïeten en Dominicaanse monniken stichten missieposten.
In
Californie staan dus 21 door Franciscanen gestichte missieposten die met elkaar
met elkaar verbonden zijn via De Koninklijke Weg (El Camino Real nu highway 1).
Website missieposten
1. Mission San Diego de Alcalá , in San Diego, gesticht in 1769
en hoofdzetel van de
missies tot 1771
2. Missie San Carlos Borromeo de Carmelo , in Carmel-by-Sea,
gesticht in 1770,
hoofdzetel van 1771 tot 1815,
3. Mission San Antonio de Padua , ten noordwesten van Jolon,
gesticht in 1771
4. Mission San Gabriel Arcángel , in San Gabriel (LA), gesticht
in 1771
5. Mission San Luis Obispo de Tolosa , in San Luis Obispo,
gesticht in 1772
6. Mission San Francisco de Assis, in San Francisco, (Dolores-missie),
gesticht in 1776
7. Mission San Juan Capistrano , in San Juan Capistrano, gesticht
in 1776
8. Missie Santa Clara de Assis, in Santa Clara (San Francisco),
gesticht in 1777
9. Mission San Buenaventura, in Ventura, gesticht in 1782
10. Mission Santa Barbara , in Santa Barbara, gesticht in 1786
11. Mission La Purísima Concepción, ten noordoosten van Lompoc,
gesticht in 1787
12. Mission Santa Cruz, in Santa Cruz, gesticht in 1791
13. Missie Nuestra Señora de la Soledad, ten zuiden van Soledad, gesticht
in 1791
14. Mission San José , in Fremont (San Francisco), gesticht in 1797,
15. Mission San Juan Bautista, in San Juan Bautista, gesticht in
1797
16. Mission San Miguel Arcángel , in San Miguel, gesticht in 1797
17. Mission San Fernando Rey de España, in Mission Hills (LA),
gesticht in 1797
18. Mission San Luis Rey de Francia , in Oceanside, gesticht in 1798
19. Mission Santa Inés , in Solvang, gesticht in 1804
20. Mission San Rafael Arcángel , in San Rafael (San Francisco),
gesticht in 1817,
21. Mission San Francisco Solano , in Sonoma (san Francisco),
gesticht in 1823,
Naast de missiposten waren er ook Asisténcias. Dat waren kleinere missieposten waar regelmatig misvieringen werden gehouden, maar waar geen vaste priester was. Dan waren er ook Estáncia’s. Dat is het Spaanstalige equivalent voor ranch. De drie estáncia's in Californië waren hoofdzakelijk bedoeld als thuisbasis voor ranchers die de andere missies van voedsel konden voorzien.
Ten tijde van de missieposten was Alta California onderverdeeld in vier militaire districten, geleid vanuit een presidio, een fort met een strategische ligging langs de Californische kust. Hoewel de missies strikt genomen onafhankelijk waren van elkaar, waren ze toch enigszins verbonden door deel uit te maken van hetzelfde militaire district. De vier presidio's en militaire districten waren:
El Presidio Real de San
Diego, gesticht in 1769, verantwoordelijk voor de verdediging van het eerste
militaire district, dat de volgende missies omvatte: San Diego, San Luis Rey,
San Juan Capistrano en San Gabriel.
El Presidio Real de Santa
Bárbara, gesticht in 1782, verantwoordelijk voor de verdediging van het tweede
militaire district, dat de volgende missies omvatte: San Fernando, San
Buenaventura, Santa Barbara, Santa Inés en La Purísima, alsook El Pueblo de
Nuestra Señora la Reina de los Ángeles del Río de Porciúncula (het huidige Los
Angeles).
El Presidio Real de San
Carlos de Monterey (El Castillo), gesticht in 1770, verantwoordelijk voor de
verdediging van het derde militaire district, dat de volgende missies omvatte:
San Luis Obispo, San Miguel, San Antonio, Soledad, San Carlos en San Juan
Bautista, alsook de Villa Branciforte (het huidige Santa Cruz).
El Presidio Real de San
Francisco, gesticht in 1776, verantwoordelijk voor de verdediging van het
vierde militaire district, dat de volgende missies omvatte: Santa Cruz, San
José, Santa Clara, San Francisco, San Rafael en Solano, alsook El Pueblo de San
José de Guadalupe (het huidige San Jose).
In 1836 richtte Mexico het Presidio van Sonoma op, als deel van Mexico's strategie om de Russische verkenningen in de streek te ontmoedigen. Het presidio werd het nieuwe hoofdkwartier van het Mexicaanse leger in Californië, terwijl de andere presidio's afgeschaft werden en uiteindelijk ruïnes werden. Het Presidio van San Francisco, zonder twijfel het bekendste presidio, werd later een grote militaire basis en is tegenwoordig een groot en veelzijdig stadspark. Het is het zuidelijk gedeelte bij de Golden Gate Bridge.
De missieposten waren een
succes, althans gedurende enige tijd. San Fernando had in 1821 12.800 runderen,
7.800 schapen, 176 geiten, 45 varkens, 780 paarden en 144 ezels. En dat op een
plaats waar vijftig jaar tevoren de indianen leefden van wat het land opbracht
in vruchten en jacht. De oorspronkelijke doelstelling van de missieposten, om
ze na tien jaar civiele pueblo's te maken waarin de indianen gewone burgers met
eigen grond konden zijn, werd nergens waargemaakt. De paters vonden dat de
indianen niet in staat waren zichzelf te redden.
Ondertussen wekte de rijkdom
van de missieposten de afgunst van het groeiend aantal kolonisten. Zij bleken
moeilijk ranches te kunnen opzetten omdat de missiepost alle grond in handen
had. Het begin van het einde kwam in 1810, toen Mexico in opstand kwam tegen de
Spaanse overheersing en zich uiteindelijk vrijvocht. Na jarenlang getouwtrek en
wisselende gouverneurs maakte Mexico in 1832 eindelijk werk van de
'secularisering'. De regering sloot de missieposten, gaf de indianen stukken
grond terug en nam de missiegebouwen in beslag voor publieke doeleinden.
De geestelijken moesten zich tevredenstellen
met de kerken en de tuinen. De indianen, gewend geraakt aan de strikte
levenswijze van de missieposten, konden met hun nieuwe vrijheid slecht overweg.
Al snel verloren ze hun eigendommen aan speculanten en nieuwe kolonisten, en
meestal eindigden ze als landarbeiders. Corrupte gouverneurs verkochten grond
en gebouwen aan iedereen die bereid was er geld voor neer te leggen.
Tijdens de oorlog met Mexico,
in 1846, kwamen de Amerikaanse troepen naar California en na de goldrush werd
California in 1850 ingelijfd bij de Verenigde Staten. De missieposten waren
toen al in verval. Aardbevingen zorgden voor scheuren, daken stortten in, en
regen en wind deden de rest. Het feit dat Lincoln vlak voor zijn dood de grond
rond een aantal missieposten teruggaf aan de katholieke kerk, veranderde daar
niets aan.
Pas na de Burgeroorlog, na
1865, volgde enig herstel. Nieuwbakken Californië’rs keken toen met andere ogen
naar de missieposten, als onderdeel van het Europese verleden van hun nieuwe
land. De missieposten werden gerestaureerd. Deze nostalgie leidde tot het
opnemen van missiepost-elementen in de plaatselijke architectuur. De bogen,
galerijen, pannendaken en andere voorbeelden van Spaans-Moorse achtergrond van
de paters werden een vast onderdeel van de Californische bouw.
Vanuit het centrum van
Solvang is het maar een paar minuten naar de missiepost Santa Ines. Je kunt het
bijna wel lopen. Het aanzien van deze missiepost is weer heel anders dan ie in
Carmel. Naast de missiepost is een groot parkeerparkeer terrein. Achter de
missie is een grote tuin en dat was vroeger de plek waar de indianen, die in en
om de missiepost werkten, woonden. Langs het pad van die tuin is een
kruiswegstatie met 14 afbeeldingen en kruizen van de lijdensweg van Jezus.
Achter de missiepost zelf is een rozentuin aangelegd en er bloeien prachtige
rozen.
Op zich hoeven we helemaal niet naar binnen zo mooi is het hier. Voor het gebouw bloeien allemaal bloemen en een kolibrie doet zich te goed aan de honing. Aan de buitenkant is een galerij met allemaal kamers. Als het aan de buitenkant al zo mooi is dan zal de binnenkant ook wel fraai zijn.
Mission Santa Ines is als zoveel missies in Californië een Spaanse missie en vernoemd naar St. Agnes van Rome. De missie is opgericht in 1804 door Franciscaner pater Estevan Tapis. De locatie van de missie werd doelbewust gekozen, halverwege tussen Missie Santa Barbara en Missie La Purísima Concepción. De reden was de om de overbevolking te verlichten en om de indianen in het oosten van de Coast Range woonden te bekeren. Tegenwoordig is het een museum.
De missie had oorspronkelijke een drie-bell campanario toren maar die stortte in tijdens een storm. De toren werd herbouwd maar nu met een een vier-bell-versie en openingen aan de zijkant. Deze tweede toren werd in 1948 weer vervangen door de oorspronkelijke drie-niched tower met uiterlijke kenmerken.
Het grootste deel van de
oorspronkelijke kerk werd, door een aardbeving, op 21 december 1812, verwoest.
Deze aardbeving heeft trouwens veel steden dus ook missieposten in dit gedeelte
van Californië beschadigd of verwoest. De kerk werd herbouwd met 5 tot 6 feet
(1,5 – 1,8m) dikke muren en zware en lange grenenhouten balken en in 1817 weer
in gebruik genomen.
De missiepost had ook een
water aangedreven korenmolen. Deze molen uit 1819 stond ongeveer een halve mijl
van de kerk. In februari 1824 sloeg een soldaat een jonge Chumash Indiaanse wat
leidde tot de Chumash Opstand van 1824. Indianen uit de andere missies van
Santa Barbara-missie en La Purísima werden gevraagd om te helpen in de strijd.
Na afloop verlieten de meeste indianen de missies en gingen wonen in de bergen.
Maar een klein aantal bleef op de missie.
In 1881 werd de missie
verlaten en raakte het in verval. In de vroege jaren van 1900 werd het Deense
stadje Solvang rond de missie gebouwd. Dankzij de inspanningen van Father
Alexander Buckler werd in 1904 gestart met de reconstructie. Een grote
restauratie was niet mogelijk tot in 1947. De Hearst Foundation doneerde geld
om de definitieve restauratie mogelijk te maken.
Hup: wij naar binnen een
kaartje kopen. Deze missiepost ziet er toch weer anders uit dan die in Carmel.
Die vonden wij mooier maar ja dat is persoonlijk. De kerk zelf is behoorlijk
licht vanbinnen en dat hebben we ook wel eens anders gezien. Mooi gedecoreerd
met allemaal versierselen en afbeeldingen.
Aan de zijkant staat een
Amerikaanse vlag en dat is wel vreemd, een vlag in een kerk. Voor op de tafels
en op de grond allemaal bloemen en bloemstukken met witte lelies. Ziet er wel
heel verzorgd uit. Al lopend door de kerkzaal kijken we om ons heen. Uit de
kerk lopen we naar de binnenplaats. Een binnenplaats kun je het eigenlijk niet
meer noemen. De fontein staat er nog en er staan een aantal palmen en struiken.
De meeste missies hebben een prachtige binnentuin maar deze is anders. Een
gedeelte van de gebouwen, de stallen en de smederij is weg. De helft van de
oorspronkelijke gebouwen ontbreekt. Er zijn wat andere gebouwen bijgebouwd
waardoor het niet mooier geworden is. Terug naar de auto we gaan op weg naar
Santa Barbara. Daar moet ook een fraaie missiepost zijn. Heel benieuwd hoe die eruit
ziet.
Net buiten Solvang is het nog zacht glooiend met veel vee, grasland en bomen. We denken dat het vleeskoeien zijn want volgens ons is het hier te heet voor melkvee. De koeien staan mooi in de schaduw van de bomen. Verderop is het wat bergachtig met aan de linkerkant de Santa Ynez Valley en aan de andere kant een heuvelrug. Welke het is weten we niet.
Het is inmiddels al behoorlijk warm. Airco is nu wel nodig in de auto. Er is een afslag naar Vista Point Lake Cachuma en die slaan we in. Heel benieuwd waar we uitkomen. Op het eind is een parkeerplaats en vandaar hebben we zicht op het meer. Een stukje verderop is een dam gebouwd om het water van de Santa Inez River tegen te houden. Ze gebruiken het water voor de beregening en als drinkwater. Het water staat echter zo laag dat de deuren een heel eind boven het water van het meer staan. Waar eerst water stond, groeit nu gras. Er staat zelfs een deur van de dam open. Volgens ons is dat al een aantal jaren zo en als het zo door gaat staat het meer straks droog.
Echt veel is er niet te zien maar we hebben wel in de gaten als er zo weinig regen valt en de Amerikanen door blijven gaan met het verspillen van water dan hebben ze op termijn een probleem. Als we later die avond de luchtfoto’s via Google maps zien, is ook duidelijk hoe erg het al met het meer gesteld is. Van wat we vanochtend van het meer hebben gezien en later op de lucht foto’s ligt de helft van het meer al droog.
Weer verder op weg naar Santa
Barbera en dan zien we een afslag naar Vista Point Overlook Santa Ynez Valley.
Ook hier even kijken. We zien inderdaad de valley beneden ons maar verder is er
niet echt iets te zien. Misschien op een mooi mozaïek na die op de
parkeerplaats gemaakt is. Een mozaïek van een beer. Even wat eten en drinken en
dan gaan we weer verder. De weg gaat glooiend op en neer door de bergen. Aan
weerskanten van de weg allemaal bomen. We zijn nog vroeg in het voorjaar en
alles ziet er nog mooi groen uit. Het kan hier ook heel erg droog zijn en dan
is alles bruin en dor.
Onderweg zien we ook een sheriff die iemand aangehouden heeft. Hij heeft een auto aan de kant gezet. Onze zus zegt dan altijd: he is making somebody happy. Nou ik denk dat ik daar niet echt blij van zou worden. Op het hoogste punt hebben we een mooi zicht op Santa Barbera een stuk oceaan en op de achtergrond the Channel Islands. Dat is een groep eilanden voor de kust van zuidwest Californië. Het is een nationaal park. Het beschermt vijf van de acht Channel Islands en wordt beheerd door de National Park Service. De helft van het totale oppervlak van het park bestaat uit water.
Meer dan 2000 soorten planten
en dieren leven binnen de grenzen van het park. Dieren die voorkomen zijn onder
andere de gevlekte skunk, de bedreigde eilandvos, de gewone zeehond, de
Californische zeeleeuw, de eilandnachthagedis, de bruine pelikaan, de kerkuil
alsmede de blauwe vinvis, het grootste dier op aarde.
In Ventura is een Visitor
Center en jaarlijks komen hier 250.000 mensen. Met de boot kun je maar 5
eilanden bezoeken. Deze boottochten worden door verschillende organisaties
verzorgd en ze vertrekken uit Ventura, Oxnard en Santa Barbara. Je kan dagtrips
maken waarbij je gedurende enkele uren één eiland bezoekt. Je kan echter ook
een meerdaagse trip maken en diverse eilanden aandoen. De campings zijn echter
erg primitief.
De missiepost ligt boven in
Santa Barbara en is makkelijk te vinden. Het staat trouwens goed aangegeven
maar ook tom-tom helpt mee. Als we aankomen is er nog genoeg parkeerruimte op
de parkeerplaats. We kunnen de auto nog mooi kwijt in de schaduw van een paar
grote bomen.
Het is een prachtig gebouw om
te zien. De galerij met allemaal bogen is blinkend witgeschilderd. Hiervoor is
een tuin aangelegd met allemaal soorten cactussen en agaven. Het lijkt wel een
botanische tuin zoveel soorten zijn er te zien. De kerk zelf is behoorlijk
groot met een aantal treden naar de grote deuren. De voorkant van de kerk is
niet bepleisterd maar met grote stenen gemetseld. Deze missie heeft twee torens
en in elke toren hangen een aantal klokken.
We kopen een kaartje en gaan
naar binnen
De Santa Barbara Mission, ook wel 'Queen of the Missions' genoemd. De
Santa Barbara-missie was in 1786 de tiende missie die de franciscanen bouwden
in Alta California. De naam van de missie is afkomstig van de legende van de
heilige Barbara. Een meisje (Barbara) werd onthoofd door haar vader voor het
volgen van het christelijk geloof. Het verhaal gaat dat de vader daarna door de
bliksem werd gedood. Hierdoor werd de dochter alsnog heiligverklaard. De stad
Santa Barbera heeft ook de naam te danken aan de missie. Het complex ligt in
een heuvelachtig gebied tussen de Stille Oceaan en de Santa Ynez Mountains wat
weer een onderdeel is van de Transverse Ranges. De Santa Barbara-missie is de
enige Spaanse missie in Californië die sinds haar oprichting onder de leiding
van de franciscanen is gebleven. Tegenwoordig is de missie nog steeds in
eigendom van de broeders.
De vroege zendelingen bouwden
tijdens de eerste jaren drie verschillende kapellen, elk groter dan de vorige.
Het was pas na de grote Santa Barbara aardbeving in december 1812 dat met de
bouw van de huidige missie begon. De missie was pas in 1820 klaar en ingewijd.
Het uiterlijk van de binnenkant van de kerk is niet gewijzigd sinds 1820.
Tijdens de aardbeving op 29 juni 1925 raakten de beide torens aanzienlijk
beschadigd. In de daaropvolgende jaren werden ze herbouwd en hersteld.
Veel elementen en
uitbreidingen zoals het waterzuiveringssysteem van de missie werden door de
Chumash indianen gebouwd. Onder leiding van de Franciscanen werden er
aquaducten, twee reservoirs , waterfilters en een watermolen gebouwd. Restanten
zijn vandaag nog te zien. De originele fontein en lavadero (was ruimte) zijn
ook nog intact en zijn nog te zien in de buurt van de ingang van de missie.
De Mission Santa Barbara had
een grote veestapel met runderen, schapen, geiten, varkens, ezels en paarden.
In 1809 waren er 5.200 stuks vee, en in 1803, zelfs 11.221 schapen. De Indianen
die in de missie werkten, maakten bouwmateralen zoals stenen en tegels maar ook
schoenen en wollen kledingstukken. Verder leerden ze beroepen zoals die van
timmerman en metselaar en werden ze herders en boeren. Ze leerden ook zingen en
spelen op Europese muziekinstrumenten. Kerkdiensten werden begeleid door een
Indiaans koor met instrumentaal ensemble van violen, cello's, houtblazers en
blazers in plaats van een orgel.
Omstreeks 1800 was de
missiepost op zijn hoogtepunt en daarna werd het minder. Dit kwam omdat het
aantal Indianen terugliep. Spanje verloor Californië in 1922 aan Mexico. In
1834 werd de missie geseculariseerd en kwamen de indianen onder burgerlijke
rechtspraak en niet meer het kerkelijk gezag. Het gevolg was een verslechtering
van de levensstijl en gebouwen. Fr. Duran werd in 1939 benoemd tot
bewindvoerder van de missie. In 1843 werd de missie weer teruggegeven aan de
Franciscanen. Twee jaar later werd de missie in beslag genomen door de
gouverneur het land en in 1846 werd de missie verkocht. Zendelingen mochten nog
wel diensten uitvoeren in de kerk; dit in tegenstelling tot veel andere Californische
Missies. Die werden verlaten, raakten in
verval of werden gebruikt als schuren. In 1865 werd, door Abraham Lincoln, de
missie teruggegeven aan de katholieke Kerk. De aanleiding was dat Californië in
1948 een deel werd van de VS.
Mission Tour Map - Details
1) Chumash Indianen en de
begin van de mission Santa Barbara - Kamer met Chumash manden en hulpmiddelen
uit het begin van de missie periode.
2) Het gebouw en de oudst
bekende foto's - Voorbeelden van gereedschappen en bouwmaterialen.
3) Slaapkamer van een
zendeling - Kenmerken uit die periode met antieke meubels en kleding
4) Chumash kunst kamer -
Vooral opmerkelijk zijn de enige bekende voorbeelden van grote door Indianen
gemaakte sculpturen in Californië.
5) Mission transacties – Laat
zien welke vaardigheden werden onderwezen op de missie. Zoals maken van kaarsen,
pottenbakken, weven en ijzerwerk.
6) De eerste bisschop van
Californië - Artifacts van bisschop Garcia Diego zijn hier te zien.
7) De keuken – Met een
verscheidenheid van Mexicaanse, Engelse en Indiaanse instrumenten en gerechten
van het vroege Californië.
8) De kapel kamer - met
muziek boeken, gewaden, muziekinstrumenten en kunstwerken. Ook is er een video
te zien over de geschiedenis van de missie Santa Barbara.
9) Tuin - Oorspronkelijk was
de tuin het werkgebied waar de indianen les kregen. De werkplaatsen en een
aantal van de woonvertrekken bevonden zich in de omliggende gebouwen. Vandaag
zijn er in de gebouwen kantoren en klaslokalen.
10) Kerk - In de missie van de kerk zijn veel voorbeelden te zien van 18e en 19e eeuwse Mexicaanse kunst. De twee schilderijen in de richting van de voorzijde zijn de grootste en ongeveer 200 jaar oud. De twee stenen plaquettes op de vloer dragen de namen van de vroege missionarissen en leken die begraven liggen in de crypte onder de vloer. Het ontwerp van de gevel werd overgenomen uit het boek van Romeinse architectuur Vetruvius '(circa 25 voor Christus)
10) Kerk - In de missie van de kerk zijn veel voorbeelden te zien van 18e en 19e eeuwse Mexicaanse kunst. De twee schilderijen in de richting van de voorzijde zijn de grootste en ongeveer 200 jaar oud. De twee stenen plaquettes op de vloer dragen de namen van de vroege missionarissen en leken die begraven liggen in de crypte onder de vloer. Het ontwerp van de gevel werd overgenomen uit het boek van Romeinse architectuur Vetruvius '(circa 25 voor Christus)
10a) Doopkapel - Bevat de
oorspronkelijke missie altaar en de tabernakel, retablo en het standbeeld van
Onze-Lieve-Vrouw van Smarten.
11) Cemetery (1789) - De
kleine houtsnijwerk boven de deur vertelt over de begraafplaats. Ook andere
kolonisten uit Santa Barbara's zijn hier ook begraven als ook een groot aantal
indianen. Hier ligt ook begraven Joana Maria, de Lone Vrouw van San Nicolas
eiland. Haar leven wordt afgebeeld in het boek "Eiland van de Blue
Dolphins." Ze werd hier begraven in 1853 (locatie tot vandaag onbekend).
12) Aquaduct – De ruines van
het aquaduct ruïnes zijn nog zichtbaar net buiten de muur van de begraafplaats
muur. Verdere ruïnes van het watersysteem.
13 Fountain - De prachtige
Moorse fontein werd gebouwd in 1808. Het grote bekken naast de fontein is een
lavanderia en werd gebruikt door Indiaanse vrouwen om hun kleren te wassen.
14) Inheemse planten -
Inheemse planten die gebruikt werden door de Chumash Indianen. Op de missie
gronden werden ook Spaanse planten geïntroduceerd zoals olijfolie,
Eerst komen we in de
binnentuin en die is schitterend. Allemaal prachtige bloeiende planten, heel
veel rozen maar ook cactussen, bougainvilles maar ook hele hoge palmen. Het is
echt een lusthof en we dwalen erdoorheen. Dit is weer GENIETEN met hoofdletters.
In het midden een fontein waar het water uit borrelt. Het is heel groen maar
dat zal wel komen dat ze de planten veel water geven.
Om de binnenplaats heen allemaal kleine gebouwen en kamertjes. Daar zullen de verblijven van de monniken wel geweest zijn. Ook werkplaatsen met nog wat materiaal. Er zijn ook gedeeltes waar je niet mag komen of alleen met een gids. Binnendoor lopen we naar de begraafplaats. Niet echt spectaculair misschien op de grote vijgenboon na en een lizard die ons heel brutaal aan zit te kijken. De vijgenboom is een reus van een boom. Op het bordje staat dat het een Australische vijgenboom is. Hele bijzondere boom en de stam is heel apart gevormd, hele grote ribben.
Via de begraafplaats kun je ook in de kerk komen en daar willen we ook even kijken. Ook vanbinnen is het een mooi gebouw, niet overdadig versierd eerder wat sober. Voorin gebeurt het en daar is de verlichting ook op ingericht. Het altaar en alles er omheen is mooi verlicht en ziet er mooi uit. Ook hier geen overdaad en dat hebben we ook weleens anders gezien. Ook hier weer veel bloemen, witte lelies maar ook witte orchideeën.
Aan het plafond hangen lampen
met nepkaarsen en dat is weer jammer. De lambrisering is heel apart. Voor een
kerk behoorlijke felle kleuren, geel en groen met wat oranje en een beetje
blauw. Ze hebben een poging gedaan het
als marmer te laten lijken maar zijn daar niet echt in geslaagd. Aan het gebouw
zit ook de kapel daar kijken we ook even en dan gaan we naar de gebouwen waar
de priesters verbleven.
Er zijn allemaal kamers waar de priesters en monniken woonden en werkten. Ze hebben het zo ingericht, als waren ze net vertrokken. Het ziet er verzorgt uit en overal bordjes met tekst en uitleg. Ze hebben ook ruimtes ingericht met spullen van indianen die werkten op de missiepost. Gereedschappen maar ook spullen die ze zelf maakten. Een soort doppen die op de wagenwielen zaten maar ook maal stenen en allerlei soorten en maten. Maar ook vitrines met potten, pannen, kruiken en kommetjes. Mooi om te zien
Het is mooi geweest we gaan weer naar buiten. Aan de zijkant is een picknick plaats die begroeid is met bloeiende bougainville en daar eten we wat. Veel mensen die Santa Barbara bezoeken worden met een speciale trolleybus naar de parkeerplaats toe gebracht om de missiepost te bezoeken.
Voor het terrein is een
rosarium met allerlei soorten mooie en lekker ruikende rozen te zien. Daar gaan
we ook even kijken. Wat een mooi gezicht al die bloeiende rozen. Bij alle soorten staan bordjes met de naam.
Makkelijk als je een soort ziet die je mooi vindt en ook graag in je tuin wilt
hebben. Alles ziet er heel verzorgd uit en veel mensen genieten ervan.
Vandaag moeten we veel drinken want het is warm en zonnig. Niet geklaagd: het is heerlijk weer. Bij de voorbereiding hebben we het een en ander gelezen over het prsedio in Santa Barbara. Een presedio is een soort kazerne. De soldaten zorgen voor een veilige omgeving en bewaakten vaak de missiepost. We willen nog naar de kust van Santa Barbera en dan komen we vlak langs het presidio dus wagen we het er op. Santa Barbara is best een grote plaats en er is veel verkeer. Best wel spannend om hier met een auto tussen te rijden. We durven het aan en gaan down Town en tom-tom helpt ons weer geweldig. Nu nog even een parkeerplekje zoeken maar dat lukt ook. We lopen richting presidio en als we het zien valt het ons iets tegen. We hadden het veel groter en massaler verwacht.
El Presidio de Santa Barbara State Historic Park was de laatste van de vier gebouwde militaire Spaanse
buitenposten langs de kust van Alta Californië. Twee gebouwen van de
oorspronkelijke presidio zijn gerestaureerd. Andere gebouwen zijn
gereconstrueerd.
De presidio werd opgericht op
21 april 1782, terwijl de Amerikaanse Revolutionaire Oorlog volop woedde over
het hele continent. De eerste gebouwen stelden nog niet zoveel voor. Ze
bestonden uit tijdelijke barakken en een palissaden wand. Pas toen het presidio
klaar was, is men begonnen met de bouw van de Mission de Santa Barbara.
De presidio’s waaronder ook
die van in San Diego, San Francisco en Monterey hebben een belangrijke rol
gespeeld in de Spaanse bezetting van Alta Californië. Zij beschermden de missies en kolonisten
tegen aanvallen en tegen buitenlandse invasies. De Santa Barbara Presidio was
zowel een militair hoofdkwartier als een bestuurlijk centrum. Deze regio
strekte zich uit van de zuidelijke grenzen van het huidige San Luis Obispo
County tot en met de Pueblo van Los Angeles.
Lokale Chumash Indianen
werkten onder toezicht van Spaanse soldaten in en om de gebouwen. De gebouwen
werden gerangschikt in een vierhoek met in het midden een binnenplaats. Aan de
buitenkant een verdedigingsmuur met twee bastions en kanonnen. De meest
prominente plaats was de kapel met zijn imposante klokkentoren. Dit was de
eerste kerk van de nieuwe stad Santa Barbara.
Vooral na de Mexicaanse
oorlog was van de gebouwen nog maar een klein gedeelte over. Een van die delen
is El Cuartel, de gezinswoning van een soldaat, Hij moest de westelijke poort
te bewaken in de Plaza de Armas. Dit gebouw is het oudste nog in Santa Barbara
en de tweede oudste in Californië. Het andere overgebleven originele gebouw is
het Canedo Adobe, vernoemd naar een andere Presidio soldaat.
Binnen de grenzen van El
Presidio de Santa Bárbara State Historic Park bevindt zich ook het Buenaventura
Pico Adobe gebouw. Dit is een voorbeeld uit Mexicaanse-periode van omstreeks
1830. De meest recente toevoeging aan El Presidio de Santa Bárbara is de Rochín
Adobe. Een voorbeeld gebouw uit de Amerikaans-periode van 1856 door José María
Rochín.
El Presidio de Santa Bárbara State Historic Park wordt beheerd door het Santa Barbara Trust for Historic Preservation en heeft een overeenkomst met California State Parks. De Santa Barbara Trust's missie heeft als doel om gebouwen te behouden, te herstellen, te reconstrueren en historische locaties in te richten in Santa Barbara County. Men houdt zich bezig met archeologisch en historisch onderzoek en publicatie van de geschiedenis van Santa Barbara.
We gaan even een kijkje
nemen. Zonder de plattegrond heb je het idee dat je aan de buitenkant staat.
Dat komt ook omdat je vanaf de straat naar de gebouwen toe loopt. Toch klopt
het niet. Wat we nu zien is de binnenkant van de achterkant van het complex. De
straten hebben de gebouwen van elkaar gescheiden. Alles is keurig onderhouden,
blinkend witte muren af en toe een bankje. Het ziet er allemaal leuk uit.
Er is ook een kapel. Daar gaan we als eerste even naar binnen. Het is allemaal heel sober, geen opsmuk of extra versierselen. Dan gaan we naar de entree en kijken daar even rond. Er is wat informatie te lezen en er is een souvenirwinkel maar dat is niet aan ons besteed. We lopen nog wat rond en zien een soort binnen plaats. Hier en daar staan wat citrusbomen en een groot aantal planten in potten. Dat maakt het geheel een stuk fleuriger. En zijn ook nog een paar andere gebouwen waar vroeger de soldaten woonden. Nog een stukje van de buitenmuur en een ruimte waar nog een aantal kanonnen staan. Nog even aan de overkant van de straat kijken. Daar zijn een paar gebouw gereconstrueerd. Dat waren vroeger de verblijven van officieren en soldaten. In de ruimtes staat ook allerlei spullen van vroeger zoals stoelen, banken, potten en pannen. Er is ook een ingerichte keuken uit die periode. Als we aan de achterkant komen, waar een groentetuin moet zijn, schrikken toch we even. Hier is het verschrikkelijk rommelig en hier moet nog veel gebeuren. Maar ja, dat zal het nodige geld kosten.
Het is mooi geweest en we gaan weer verder richting kust met de pier dus hup weer in de auto. We hebben geen adres dus nemen we de gok en dat moet wel lukken. Alles is in blokken verdeeld en als we 1 hoofdstraat richting south goed hebben moet het wel goed komen. De straten zijn hier ook ruim en wat opvalt is ook veel groen langs de straten. Vooral palmen maar ook loofbomen. Het is wel drukker dan in de buurt van de missiepost of het presidio maar we komen er wel en zien de pier liggen. Nu nog een parkeerplaats zoeken maar gelukkig is die vlakbij en daar is nog plek zat. Echter we moeten bij een automaat een kaartje kopen. Gezien de andere parkeerders die een kaartje proberen te krijgen moet je wel een studie gedaan hebben om een kaartje te krijgen. We kijken eerst de kunst maar even af. Je kunt met een creditkaart of contant betalen en dat zal nog wel lukken maar je moet ook nog een paar andere zaken intoetsen en dan gaat het mis. Zelfs bij Amerikanen. Op het laatst hebben we het door.
Een 5 dollarbiljet in de automaat en de goede toetsen indrukken en we kunnen hier 2 uur staan. Zo wij kunnen op stap naar de pier.
Santa Barbara is vooral bekend om zijn mooie klimaat dat doet denken aan ons Middellands Zeeklimaat. Als er geen Engels gesproken zou worden zou je denken dat je je aan de Spaanse kust zou bevinden. Het wordt ook wel gepromoot als de "American Riviera”. Het is nog goed te zien dat het een Spaanse kolonie is geweest. De veelal witte gebouwen steken mooi af bij de groene omgeving en ze hebben meestal uitzicht over de oceaan.
Santa Barbara werd in 1542ontdekt door ontdekkingsreiziger João Cabrilho. In die gebied woonden toen ongeveer 8.000 tot 10.000 indianen. De meeste indianen behoorden tot de Chumash-stam, die bekendstaat om hun fijne vlechtwerk en grottekeningen.
Jaren later kwamen de eerste permanente Europese bewoners, Spaanse missionarissen en soldaten. In de jaren 1782 starten ze met de bouw ven de Presidio en in 1786 met de Missie Santa Barbara. Het doel was kolonisatie en bekeren van de inheemse bevolking. De Spanjaarden brachten hun families mee, waardoor de nederzetting groeide. Door de Spaans-Mexicaanse oorlog werd het gebied in 1822 Mexicaans grondgebied. De kerk raakte haar bezittingen grotendeels kwijt en stukken grond kwamen in handen van verschillende lokale families. Het gebied was en bleef dunbevolkt met voornamelijk rijke veehouders en grote (paarden)ranches. Als gevolg van de Mexicaans-Amerikaanse oorlog, werd Santa Barbara in 1846 ingelijfd bij de Verenigde Staten. Tijdens de Gold Rush verdubbelde de bevolking en veranderde de stad in een wetteloze vrijplaats voor bandieten en gokkers.
Na de Burgeroorlog, in de
jaren 1870, veranderde het gezicht van Santa Barbara. Victoriaanse huizen
vervingen de in koloniale stijl gebouwde woningen. De haven won aan belang,
evenals de landbouw. Tijdens een grote aardbeving in 1925 stortten veel
Victoriaanse huizen in, terwijl de Spaans-koloniale huizen overeind bleven
staan. Om die reden besloot men de in puin liggende gebouwen in koloniale stijl
te herbouwen. In de laatste decennia groeide Santa Barbara uit van een stille
landbouwstad tot een welvarende badplaats van enige omvang.
Wat is het hier heerlijk, wat een lekkere temperatuur. Geen wonder dat ze het hier de American Riviera noemen. Langs de kustweg, de El Cabrillo Blvd is het druk, veel verkeer maar dat komt ook een beetje omdat alles hier samen komt. Het is een mooie weg met veel hoge palmen langs de straat. Wat het toerisme betreft is het nu gezellig druk.
Ineens zien we een heel
vreemd voertuigje voorbij scheuren. Het is van alles wat,
mini-auto/brommer/buggy zeg het maar. Je kunt het huren, leuk. Aan het begin
van de pier, ook wel Stearns Wharf genoemd, staat een beeld met 3 dolfijnen.
Heel mooi gemaakt het is net of springen ze zo uit het water. Iedereen wil op
die plek met elkaar op de foto en natuurlijk selfies. Het is er zo druk dat het
heel moeilijk is een foto te maken zonder dat er iemand anders erbij op de foto
komt. Dus maar even geduldig wachten tot de kans zich voor doet. Op het strand
zit een “kunstenaar” die een zandsculptuur van een zeemeermin gemaakt heeft. Al
je er een foto van wil maken moet je betalen. Als een havik zit hij op te
letten. Op het strand liggen van die kano’s die ze ook gebruiken in Polynesië.
Aan de zijkant een soort drijver zodat je niet snel omkiept. Die kano’s kun je waarschijnlijk
huren. Op het eind van de pier, op de oceaan, ligt een groot cruiseschip. Wat
een groot schip is dat. Helaas kunnen we de naam van het schip niet lezen.
Stearns Wharf is een pier in de haven van Santa Barbara en werd voltooid In 1872 en vernoemd naar de lokale timmerman John P. Stearns. Het is de ook de langste diep waterpier tussen Los Angeles en San Francisco. De kade was bedoeld voor het aanleggen van passagier- en vrachtschepen. Voordat de kade gebouwd was, kon men alleen roeiend, door de branding en een kelp woud, aan land komen. Ondanks het grote gemak van een pier was er ook behoefte aan een golfbreker. Dit omdat door stormen de pier regelmatig beschadigd raakte. Het duurde echter nog 52 jaar voordat de golfbreker aangelegd werd.
The Harbor Restaurant werd in
1941 gebouwd op de werf en markeerde ook gelijk het einde aan de scheepvaart en
transport tijdperk van de 19e eeuw. Het restaurant bleek de economische
ruggengraat van de kade zijn. Jaarlijks bezoeken ruim 5 miljoen mensen de pier.
De pier is vrij toegankelijk
en verschilt niet zoveel van de andere die we tijdens onze reis nu hebben
gezien. Een grote brede rijbaan waar ook auto’s en vrachtauto’s overheen
kunnen. Je kunt ook met de auto op de pier parkeren. Bij de slagboom moet je
uitstappen en wordt de auto voor je weggezet, valet parking. Dat kost
natuurlijk wel een paar centen (dollars). Op de pier allemaal gebouwen met
restaurants, eetgelegenheden en souvenirwinkels. Op de gevels leuke
afbeeldingen van een haai, inktvis en walvis.
Even doorlopen tot het eind en dan hebben we zicht over de oceaan. Er vaart net een sport vissersboot uit, tenminste dat nemen we gezien zijn grootte aan. Op de punt zit een vreemde constructie. Waar die voor dient hebben we geen idee. Als we ons omdraaien hebben we zicht op de kust Santa Barbara en de bergen daarachter. Hier en daar vliegt een bruine pelikaan. Als ze iets eetbaars in het water zien kantelen ze en duiken ze het water in. Even later komen ze weer boven en blijven even drijven en vliegen dan weer op voor de volgende duik. Leuk om het een keer in het echt te zien.
Even doorlopen tot het eind en dan hebben we zicht over de oceaan. Er vaart net een sport vissersboot uit, tenminste dat nemen we gezien zijn grootte aan. Op de punt zit een vreemde constructie. Waar die voor dient hebben we geen idee. Als we ons omdraaien hebben we zicht op de kust Santa Barbara en de bergen daarachter. Hier en daar vliegt een bruine pelikaan. Als ze iets eetbaars in het water zien kantelen ze en duiken ze het water in. Even later komen ze weer boven en blijven even drijven en vliegen dan weer op voor de volgende duik. Leuk om het een keer in het echt te zien.
Voor Santa Barbera hebben we niet zoveel tijd uitgetrokken maar andere bezienswaardigheden zijn o.a. het Santa Barbara County Courthouse. Dit grote gerechtsgebouw beslaat sinds 1929 een heel stratenblok. Het is gebouwd volgens de Spaans-koloniale Revival-architectuur. Bezoekers komen voornamelijk om de handschilderingen, smeedijzeren kroonluchters en het Spaanse en Tunesische tegelwerk te bewonderen. Vanuit de View Tower heb je een prachtig uitzicht over de stad. De toegang tot het courthouse is gratis.
State Street
is het bruisende winkelhart van Santa Barbara. Aan weerszijden van deze lange
straat vind je winkeltjes, restaurantjes, koffietenten en terrasjes. Je kunt de
straat uitlopen tot aan het strand en Stearns Wharf en met een elektronisch
busje teruggaan tegen een minimale vergoeding.
In Santa Barbara zijn
verschillende musea. Het Santa Barbara Museum of Art (SBMA), herbergt een grote
collectie met werken van Amerikaanse en Europese meesters zoals Matisse. Maar
er is ook antiek en fotografie. Vlakbij is het kleinere Santa Barbara
Historical Museum met de lokale geschiedenis. Verder is er het Museum of Santa
Barbara Museum of Natural History en het bijbehorende Ty Warner Sea Center op
Stearns Wharf.
Santa Barbara Botanic Gardens. Met alle soorten inheemse flora van Californië.
Wandelpaden gaan langs cactussen, bomen en wilde bloemen. Hier is ook de dam te
zien die in de missietijd door Chumash-indianen aangelegd is om de velden rond
de missiepost te irrigeren. Een ander tuinencomplex is Lotusland, even buiten
Santa Barbara in Montecito. Omdat de tuinen op privéterrein liggen kun je er
alleen terecht als je vooraf een tour hebt geboekt. Er groeien en bloeien
(sub)tropische planten van over de hele wereld.
Reagan Ranch Center: Van maandag tot en met donderdag kun je een kijkje nemen in het
Reagan Ranch Center. Hier staat het leven van president Ronald Reagan centraal.
Reagan had een groot zomerhuis net buiten Santa Barbara, waar hij veel tijd
doorbracht: Rancho del Cielo. De ranch kreeg in de jaren tachtig de bijnaam
'Western White House'. De ranch zelf is niet voor het publiek toegankelijk,
maar in het informatiecentrum kun je alles te weten komen over de ranch en het
leven van de president. Naast een interactieve tijdlijn tref je er
tentoonstellingen en voorwerpen. Er zijn speeches, interviews en videobeelden
te bekijken/beluisteren.
Burton Mound
is een Historical Landmark, op Mason Street Burton Circle. Op deze heuvel lag
het Chumash dorp Syujton en waar Juan Rodríguez Cabrillo in 1542 als eerste
contact maakte met de indianen die daar woonden.
De La Guerra Plaza (Casa de la Guerra) is het eerste stadhuis, en nog
steeds het centrum van de administratie van de stad. Het is ook de locatie van
het Santa Barbara News Press. El Paseo
Shopping Mall was het eerste winkelcentrum van Californië. Verder Santa
Barbara Zoo, Channel Islands National Marine Sanctuary.
Santa Barbara heeft een
opmerkelijk groot aantal van 16 parken, variërend van kleine ruimten binnen de
stedelijke omgeving tot groot, semi-wildernis gebieden die binnen de
stadsgrenzen liggen. Buiten de stad ligt nog Chumash Painted Cave State Historic Park. Daar is een grot met rotstekeningen van de Chumash
Indianen.
In Santa Barbara staat ook de
grootste vijgenboom (Ficus macrophylla) van Californië en de Verenigde Staten,
de Santa Barbara Moreton Bay Fig Tree.
Het is een boom die oorspronkelijk uit Australië komt en die daar als zaailing,
in 1876 werd geplant. De boom staat op de hoek van Montecito en Chapala Street
en slechts op een paar blokken van de oceaan. De boom is officieel aangewezen
als een historisch monument in 1970 en staat in het California Register of Big
Trees. De boom heeft een hoogte van 24 meter en een kroonbreedte van 60 meter
en daardoor grootste schaduw gevende boom in Noord-Amerika. De stamdiameter is
ruim 3,8 meter.
Als we nog op tijd in Los
Angeles willen zijn moeten we nu wel verder dus zoeken we onze auto weer op. Nu
even zien dat we weer op de 101 kunnen komen richting Ventura.
Geen probleem, voor we het
weten zitten we op de goede weg. Ventura slaan we over al moet het wel een mooi
plaatsje zijn. Het is een klein stadje met een charmant centrum (Main Street,
ten noorden van Hwy 101). Ook hier weer een missiepost, Mission San
Buenaventura uit 1782. Alleen het kerkje moet nog over zijn. Ventura heeft ook
de langste houten pier van California. Wij gaan verder over de 1 richting
Oxnard en dan verder langs de kust naar het beroemde strand van Malibu. Jammer
genoeg komt er veel mist van de zee naar het strand en dat is waarschijnlijk
ook de reden dat wij Sjors Kloenie niet getroffen hebben. Een mooi breed strand
met lekker witzand. Hier en daar staat een huisje van een strandwacht. Wel
mensen in zee maar geen life guard, daarom neemt Klaas maar even waar. Hij
heeft het door het weer heel rustig maar ja wat wil je ook het is ook niet echt
strandweer. Zo is er ook niets aan dus gaan we maar weer verder.
De weg gaat langs de kust en een beetje op en neer. Aan de andere kant van de weg veel huizen, die bij de bergen omhoog gebouwd zijn. Hier wonen de Hollywood-filmsterren, mensen uit de entertainmentindustrie en andere welgestelde bewoners zoals o.a. Seann William Scott, Richard Gere, Barbra Streisand, Sting, Colbie Caillat, Robert Redford, Horace Silver, Paul Butcher, Mel Gibson en rapper G-Eazy. Helaas wij hebben geen beroemdheid gespot.
Malibu is een voorstad van de stad Los Angeles. De stad is gelegen aan de kust en ligt ten zuiden van de Santa Monica Mountains. Malibu is vooral bekend om zijn warme klimaat, mooie kusten en talloze zandstranden.
Malibu werd oorspronkelijk
bevolkt door de Chumash, indianen. Hun grondgebied bevatte een groot gebied dat
van San Joaquin Valley en San Luis Obispo tot Malibu ging met een aantal
eilanden voor de zuidelijke kust van Californië. Ze noemde het gebied van
Malibu het "Humaliwo" of "de branding klinkt luid". De naam
van de stad is hiervan afgeleid, als de "Hu" lettergreep niet wordt
benadrukt.
Door die branding is Malibu
bekend geworden als de originele "Surf City USA". Door surfers en de
lokale bevolking ook wel "de Bu" genoemd. In en om Malibu zijn een
groot aantal stranden zoals Surfrider Beach, Zuma Beach, Malibu Beach, Topanga
Beach, Point Dume Beach, County Line, en Dan Blocker Beach;
Malibu ligt aan de rand van de Santa Monica Mountains National Recreation Area. Het gebied is daardoor ook gevoelig voor natuurrampen. Het bergachtige gebied is geologisch onstabiel. De seizoensgebonden stortbuien hebben als gevolg een dichte vegetatie groei. Er zijn ook hele droge perioden als gevolg van de droge Santa Ana winden. Gevolg is vaak bosbranden. Het gebied werd in 2007 geteisterd door grote branden waarbij 200 huizen in vlammen opgingen en 17 mensen de dood vonden. Na de bosbranden is er door de stortregens weer kans op moddderstromen. Ondanks de bosbranden en modderstromen is het een prachtig gebied om te recreëren. Er zijn uitgebreide routes om te paardrijden, wandelen, hardlopen en te mountainbiken.
Op sommige plekken is het
strand vlak langs de weg. Er zijn veel parkeerplaatsen maar voor de meeste moet
je betalen. Er zijn ook stukken waar de weg hoger ligt dan het strand. Daar is
het strand vaak ook smaller en moet je met een trap naar het strand. De nodige
stops gemaakt onderweg en we rijden door naar Santa Monica.
Op naar Santa Monica waar we vannacht een hotel hebben. Het wordt nu steeds drukker want de stad is een stadsdeel van Los Angeles. De navigatie helpt ons weer maar toch gaat het mis, een afslag te vroeg en we zitten in een file die richting Santa Monica Beach gaat. Bij de slagboom vertellen we de dame dat we verkeerd gereden zijn. Geen probleem rij maar door. Het hele parkeerterrein afrijden tot de uitgang waarna we weer op de weg komen richting ons hotel. Op het parkeerterrein is het ook spitsuur. Het is laat in de middag en iedereen verlaat het strand en ja daar zitten wij tussen in. Gewoon rustig blijven we komen er wel. Eindelijk zitten we weer op de goede weg en we weten nu welke afslag we wél moeten hebben. Ons hotel staat op Broadway dus in het centrum en al file rijdend komen we aan. Voor het hotel is een gaatje dus vlug de auto erin. Blijkt dat men hier de auto voor je wegzet (uiteraard tegen betaling). Nou dat is geen probleem. Voor vandaag genoeg auto gezien dus zet maar
weg. We checken ons in bij Hotel Carmel by the Sea. 201 Broadway in Santa Monica. Als je de lobby binnenkomt doet het heel luxe aan maar als we op de kamer komen is het toch vergane glorie. Ach het is schoon en voor 1 nachtje houden wij het hier wel vol. Douchen en dan op naar de Santa Monica Pier.
Maar eerst iets over Santa Monica. Dat was ooit een typisch slaperig kuststadje maar dat is inmiddels wel anders. Het is nu een wereldberoemde plek, bekend om zijn strand en de Santa Monica Pier. Het werd helemaal bekend na het succes van Baywatch, de populaire televisieserie uit de jaren negentig, met Pamela Anderson en David Hasselhoff. Nu worden op de stranden regelmatig grote feesten gehouden. Op het gebied van kunst en cultuur is er ook van alles te beleven.
De bijnaam voor de stad is
SaMo en hun motto is:”Populus felix in Urbe felice”, vertaald uit het latijn
betekent dit: "Gelukkige mensen in een gelukkige stad". Het is een
kuststadje met nog geen 100.000 inwoners. De plaats wordt aan drie zijden
omgrensd door de metropool Los Angeles en is gelegen aan de kalme Santa Monica
Bay.
Oorspronkelijk werd Santa
Monica bewoond door de Tongva mensen. Zij noemden Santa Monica in de Tongva
taal, Kecheek. Gaspar de Portol was de eerste Europeaan die, in 1769, voet aan
wal zette in dit gebied. Er zijn twee verschillende versies hoe de stad aan
zijn naam komt. De eerste is ter ere van de feestdag van Sint Monica, de moeder
van Sint-Augustinus. Een andere versie zegt dat de stad werd genoemd door Juan
Crespí waar hij het over de Kuruvungna Springs (bronnen) of Serra Springs
heeft. Die bronnen waren het gevolg van de tranen die Saint Monica op de aarde
liet vallen als gevolg van de goddeloosheid van haar zoon.
Santa Monica is dus vooral
bekend om zijn strand en zijn milde klimaat. Er zijn diverse mogelijkheden voor
wateractiviteiten zoals het bekende golfsurfen. Vlakbij het strand van Santa
Monica is ook een groot winkelcentrum met meerdere verdiepingen. Er zijn
talloze winkels, van duur en exclusief, tot goedkoop en simpel. Langs de
belangrijkste winkelstraat, Maine Street, staan veel openbare kunstwerken. De
straat wordt gedomineerd door een opvallende bezienswaardigheid, namelijk een
gebouw in de vorm van een verrekijker. Deze is ontworpen door Frank Gehry en is
nu een kantoorgebouw van Google.
Ons hotel ligt niet ver van
de Santa Monica Pier. Het is maar een stukje lopen en dat komt mooi uit. Het is
ook wel even lekker te lopen en dan zien we ook wat van de stad. Het is even
wennen en we moeten ook even zoeken welke kant we op moeten. Het is gezellig
druk. Overal winkels, barretjes en restaurantjes. Ook winkelcentrum waar je van
alles kunt krijgen. Al lopend gaan we richting de pier. Een paar keer
oversteken maar dat is met de stoplichten geen probleem.
Het is allemaal goed geregeld
voor de voetganger. Je kunt er zonder problemen komen. Alle paden gaan over of
onder de grote wegen door. Eindelijk komen we aan het begin van de pier en we
lopen verder. Aan de rechterkant zie je het parkeerterrein waar we op de
heenweg op verdwaald waren. Nou daar hebben we geen last meer van. Ook zien we
het strand liggen met de bekende “baywatch” huisjes. Het is trouwens niet zo
druk meer op het strand, de meeste badgasten zijn al vertrokken.
Het is gezellig op de pier. We zien straatartiesten met allerlei soorten optredens. Er is een donkere man die staat te dansen op muziek. Er komen twee kleine jongetjes bij staan die ook beginnen ook te dansen. Ze maken er een leuke show van. De jongetjes krijgen een daverend applaus van de aanwezigen. Er zijn straattekenaars en daar wordt gretig gebruik van gemaakt. Leuke creaturen worden er gemaakt.
Op de pier allemaal restaurantjes en we gaan even wat eten want we hebben wel trek. Dit keer houden we het simpel bij een snackbar. Wij bestellen wat, op het loket staat order here…komt er een juffrouw en die zegt, bestellen? Dat is bij het andere loket. Ok, doen we, komt dezelfde juffrouw en die neemt nu wel de bestelling op. Rare jongens die Amerikanen. Het is al lang gereden dat we wat gehad hebben dus het smaakt heerlijk. We zitten aan een tafeltje op de pier. Onder het eten kunnen we mooi om ons heen kijken.
Op de pier zijn ook allemaal
kraampjes met sierraden en andere prullaria. Ook zijn er muzikanten die hun
kunsten ten gehore brengen. De een is beter aan te horen dan de ander maar het
maakt het wel gezellig.
Op de pier ook veel over Route 66. Dit is de plek waar de bekende route eindigt of begint. Dat is een legendarische route van 4000 kilometer door Amerika van oost naar west. Sinds 1926 verbindt de route Chicago en Santa Monica. De weg is oorspronkelijk aangelegd om de enorme stofstormen in het midden van Amerika te ontwijken. Na de Tweede Wereldoorlog ontvluchtten veel mensen via Route 66 het industriële oosten voor nieuwe kansen in het westen. Door de drukte op de weg vestigden steeds meer mensen zich langs de route. Motels, typisch Amerikaanse 'diners' en gigantische billboards volgden. Helaas is dit beeld door de aanleg van nieuwe snelwegen nagenoeg verdwenen. Route 66 is in 1985 officieel opgeheven maar veel reizigers volgen nog steeds deze Amerikaanse klassieker en deze toeristische attractie. De route zelf is nog intact en blijft garant staan voor één van de beste roadtrips in de VS. De weg loopt door acht staten met tientallen uiteenlopende landschappen.
Op de pier ook veel reclame
over Route 66. Souvenirs en andere
dingen over de route maar ook een bord met Route 66. Iedereen wil hiermee op de
foto. In groepjes of selfies noem het maar op. Het is er een drukte van belang
en het is een hele kunst het bord alleen op de foto te krijgen.
De nu bekende Santa Monica Pier bestaat eigenlijk uit twee samengevoegde pieren. Deze waren een lange tijd geleden van twee verschillende eigenaren. De oudste en de lange smalle Municipal Pier werd geopend in 1909.
Deze werd aangelegd door de
stad ten behoeve van de afvoer van rioolbuizen tot in de branding. De andere
pier is de korte en brede Pleasure Pier en is ook wel bekend als de Newcomb
Pier. Deze werd in 1916 aangelegd door Charles I.D. Looff en zijn zoon Arthur
Looff, die er een attractiepark op bouwden. Aanvankelijk werd deze pier ook wel
de Looff Pier genoemd. The Pleasure Pier bloeide tijdens de jaren 1920, maar
verdween tijdens de Grote Depressie. Tijdens de jaren dertig, werd de pier
voornamelijk gebruikt om veerboten af te meren. In die periode verdween het
grootste deel van het pretpark. Faciliteiten werden gesloten en de
bezienswaardigheden werden verkocht. In 1938 gaf de stad de opdracht de twee pieren
met elkaar verbinden door een brug en werd een toegangspoort geplaatst. De
Newcomb Pier werd in 1953 door de stad aangekocht.
In de jaren zestig waren er
plannen gelanceerd om de pier te slopen. Het idee was om op de plaats van de
pier een kunstmatig eiland aan te leggen met daarop een hotel met 1500 kamers.
Het stadsbestuur ging met dit plan akkoord maar dit leidde tot hevige protesten
van inwoners van Santa Monica. Die verenigden zich in een actiegroep, Save the
Santa Monica Bay. Onder druk van de bevolking zag de stad zich in 1973
genoodzaakt de sloopvergunning in te trekken.
In 1983 liep de Santa Monica
Pier aanzienlijke schade op. De winterstorm in januari met een deining van meer
dan 3 meter vernielde het benedendek van de pier. Men begon direct met het
herstelwerk. Echter bij een tweede storm in maart rolde een kraan, die de pier
zou repareren, van de pier. De kraan bleef tussen de palen hangen en fungeerde
als stormram waardoor een derde van de pier werd verwoest.
Een belangrijk onderdeel op
de Santa Monica Pier is het Pacific Park. Dat is een pretpark met een achtbaan,
het Santa Monica Pier Aquarium, La Monica Ballroom, verschillende restaurants
en speelhallen. Ook The Carousel behoort hiertoe. Dat is een in 1922 gebouwde
draaimolen met 44 handgemaakte houten paarden die muzikaal begeleid worden door
een draaiorgel. Tot 1939 was deze attractie gehuisvest in de Looff Hippodrome.
Dit gebouw werd in 1987 tot National Historic Landmark verklaard.
Een groot reuzenrad maakt ook
onderdeel uit van het Pacific Park. Het rad werd echter in 2008 op eBay
geveild. Het werd verkocht aan een investeerder uit Oklahoma City, die het
object weer liet herplaatsen.
De Santa Monica Pier
figureerde in een groot aantal speelfilms, waaronder Quicksand, They shoot
Horses, don't they, The Sting en Forrest Gump . Ook was hij te zien in
afleveringen van verschillende televisieseries, zoals in Baywatch en in 1995 in
Star Trek Voyager.
Op de pier staan ook een
aantal attracties zoals een achtbaan en een reuzenrad. Heel leuk om te zien
vooral als het wat schemerig wordt. Dan wordt het prachtig verlicht en vloeien
de kleuren in elkaar over van rood, naar paars, of geel en blauw of door
elkaar. Er zijn meer attracties maar die zijn wat minder opvallend. We willen
ook nog even
over het strand lopen over de boulevard richting Vinice Beach. Daar moet ook het nodige te zien en te beleven zijn. Op het strand zien we de lifeguards in hun centrale post. Toen de serie van Baywatch op TV was onze dochter daar helemaal idolaat van die stoere boys. Nu zien we ze in het echt en over het strand scheuren met hen rode auto’s. Verder richting Vinice Beach. We hadden ook graag Vinice (het Amerikaanse Venetie) zelf willen zien maar het is al laat dus dat zit er niet meer in.
over het strand lopen over de boulevard richting Vinice Beach. Daar moet ook het nodige te zien en te beleven zijn. Op het strand zien we de lifeguards in hun centrale post. Toen de serie van Baywatch op TV was onze dochter daar helemaal idolaat van die stoere boys. Nu zien we ze in het echt en over het strand scheuren met hen rode auto’s. Verder richting Vinice Beach. We hadden ook graag Vinice (het Amerikaanse Venetie) zelf willen zien maar het is al laat dus dat zit er niet meer in.
Venice Beach, waar jaarlijks miljoenen bezoekers komen wordt bestempeld als "een cultureel centrum van excentriciteit" alsook een "wereldwijde toeristische bestemming." In de jaren 1950 en 1960, werd Venetië een centrum voor de Beat Generation. Er was een explosie van poëzie en kunst. Venice Beach is een van de buitenwijken van Los Angeles en ligt langs de kust van de Stille Oceaan. Het is ook één van de populairste stranden van California. Wereldberoemd is de promenade die parallel loopt aan het strand. Deze promenade wordt ook de " Ocean front Walk " of gewoon "de boardwalk " genoemd en trekt iedere dag vele bezoekers. Het is vooral een plek om te zien en gezien te worden. Artiesten, muzikanten en kunstenaars vertonen hun kunsten en sportmensen laten zien wat ze kunnen en showen hun spieren. Heel bekend is Muscle Beach. Op dit gedeelte van het strand vind je de echte krachtpatsers en bodybuilders die hopen ontdekt te worden; net zoals Arnold Schwarzenegger. Op het strand zijn talrijke sportvoorzieningen zoals fitnes apparaten, skate locaties plekken voor handbal, en natuurlijk beachvolleybalvelden.
Venice werd oorspronkelijk
Vinice of America genoemd. Dit deel van de stad werd zo'n honderd jaar geleden
gesticht door de tabaksmiljonair Abbot Kinney. Hiermee deed hij een poging om
California een culturele boost te geven. Kinney kocht een stuk grond om een
badplaats met een stad te creëren. Echter het land was zeer moerassig. Daarom
baseerde hij zijn ontwerp voor de nieuwe wijk op het Italiaanse Venetië. In
1905 liet hij een indrukwekkend grachtenstelsel, met en totale lengte van 26
km, aanleggen en importeerde gondels. Door de grachten werd het overtollige
water afgevoerd. Na de aanleg groeide de stad enorm en werd het een
toeristische trekpleister. De bevolking groeide in 1910 van 3.119 naar 10.000
inwoners en trok 50.000 tot 150.000 toeristen in het weekend. Verder bouwde hij
een pier met allerlei attracties maar het strand was en bleef de grootste
trekker. Na de dood van Kinney, in 1920, ging het snel achteruit met Vinice. De
grachten, kaden, wegen en riolering werden niet onderhouden. De bevolking bleef
maar groeien en reparaties werden niet uitgevoerd. Bewoners dempten zelf de
grachten om met hun auto bij hun huis te kunnen komen. Het was een
onafhankelijke stad tot 1926 toen de stad Los Angeles ingreep en de Vinice
annexeerde.
In die periode zat America
ook in de crisis, waardoor herstel ook steeds uitgesteld werd. Pas na de tweede
wereldoorlog werd het herstelwerk opgepakt; alleen toen was het voor een groot
gedeelte al te laat. Bijna een derde van de grachten, vooral de kleine
grachten, waren al gedempt. De Canal Grande werd omgedoopt tot de Grand Avenue.
Toen zagen ook de hippies, de cannabisgebruikers, feestvierders en andere
figuren van de tegencultuur de ingedutte stad als een plaats van
zelfbewustwording. Creatievelingen volgden en Venice werd een
kunstenaarskolonie.
Locaties die de moeite waard
zijn om te bezoeken in Vinice Beach zijn Abbot Kinney Boulevard. Het is een van
de belangrijkste attracties, met winkels, restaurants, bars en kunstgalerijen
langs de straat. Venice Farmers Market, Opgericht in 1987 is elke vrijdag van 7
tot 11 uur op Venice Boulevard. 72 Market Street Oyster Bar and Grill en The
Venice Post Office. Het laatste gebouw, uit 1939, is bedekt met tegels en heeft
prachtige muurschilderingen.
Langs de boulevard ligt een
prachtig schoon en breed strand. In de lengte over het strand gaat een verhard
fiets- en voetpad. Er zijn jongens die op het slappe koord lopen, die in hoge
touwen klimmen, een groep doet fitness, er is veel te zien.
Dit is echt de plek om op te
vallen en gezien te worden. We hadden hier al het een en ander over dit strand
gelezen en dat klopt dus wel. Een catwalk voor ijdeltuiten en een open
psychiatrische inrichting. Het is al laat en daardoor niet zo druk maar overdag
moet het hier leuk en vermakelijk zijn om al die showfiguren aan het werk te
zien.
We zijn laat dus we missen het straattheater met de straatartiesten, waarzeggers, en de christelijk groepen die hier soms staan om hun zelf geknutselde waaraan te bieden.
We zijn laat dus we missen het straattheater met de straatartiesten, waarzeggers, en de christelijk groepen die hier soms staan om hun zelf geknutselde waaraan te bieden.
Langs de boulevard allemaal
hotels en appartementen, prachtige gebouwen om te zien.
Die zullen wel de nodige
dollars kosten. We gaan terug richting ons hotel. Het is eerst mooi geweest
voor vandaag, ons hoofd zit vol. Als we teruglopen zien we de pier met de
attracties in volle glorie. Alles is mooi verlicht en het is een pracht om het
te zien. De achtbaan en het reuzenrad veranderen steeds van kleur, schitterend.
Terug richting pier, naar boven en dan over de loopbrug terug naar de stad, op naar ons hotel. Als de we 1 oversteken, via een viaduct, zien we dat het nog wel druk is maar een stuk rustig dan vanmiddag toen we aankwamen. Bij avond ziet de stad er toch anders uit en we krijgen hier niet echt het gevoel van yes wat is het hier gezellig en prettig. Ook beslist niet een onveilig gevoel maar we hebben geen klick. Dit komt misschien ook wel omdat we een lange dag achter de rug hebben.
Ons hotel ligt aan Broadway en wij kunnen nu zeggen “we zijn op Broadway geweest”. In de jaren 30 was Broadway het platform voor de beroemdste film premières van de USA. In 1918 opende Sid Grauman met het Million Dollar Theather het eerst filmpaleis. Een handvol bioscopen en theaters maakten met de beste films en musicalvoorstellingen dat Broadway de bekendste amusementsstraat van de westkust werd. Veel historische theaterpaleizen en bioscopen zijn verdwenen en hebben een ander functie gekregen.
We lopen de straat even op en
neer en bekijken wat winkels. Het is trouwens ook tijd voor wat drinken en we
hebben wel zin in een koffie.
Bij een koffiebar gaan we
naar binnen. Het is zo’n typische Amerikaanse koffiebar die je ook vaak voor
televisie ziet. Tafeltjes en stoeltjes maar ook een tafel over de hele lengte
van het raam langs de straat/trottoir. Daar gaan we zitten en kunnen we mooi
naar buiten kijken. Naast ons zit iemand die zo aanstekelijk lacht dat hij zich
excuseert. Hij vertelt dat hij imitaties van Bernie Sanders en Donald Trump
ziet. Hij vraagt natuurlijk waar we weg komen en is bijna familie van ons want
zijn bet-overgrootmoeder kwam uit zwart-Ierland!!! We hebben hem veel plezier
met de verkiezingen gewenst.
Het is mooi geweest: we gaan
naar het hotel om de mail even te checken en ons blog bij te werken en dan gaan
we eronder. Nagenieten en alvast dromen over wat we morgen gaan doen. Totaal 188 mile gereden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten