Maandag 4 april 2016,
Water
buiten, water binnen
Stralende
zon als we opstaan voor de tweede etappe van de kustroute. Vandaag gaan we
richting Monterey. De koffers weer inpakken, ontbijten en dan op stap. Door
Santa Cruz heen en we blijven het bijzonder vinden al die palmen langs de
wegen.
Bij
het plannen van de reis hadden we al gelezen dat er in de omgeving van Santa Cruz veel landbouw is. Zo ver we kunnen
zie we landerijen met aardbeien. De planten staan in plastic op bedjes zodat er
weinig onkruid tussen komt. Hier en daar zien we mensen aan het werk om ze te
plukken. Geen blanken alleen maar Mexicanen.
De kust blijven we volgen tot we bij Moss Landing State Beach
komen. Daar willen we even gaan kijken. Het lijkt wel wat op ons kweldergebied
van de wadden. Via de Jetty Rd komen we op de landtong waar we de auto kunnen
parkeren. Aan de ene kant hebben we het water van de Elkhorn Slough en aan de
andere kant een rij duinen.
Moss
Landing heette oorspronkelijk Moss.
Het ligt 15 mijl (24 km) ten noordoosten van Monterey, langs de Monterey Bay en
aan de monding van Elkhorn Slough.
Het
gebied heette eerst Moss (1895) maar
werd in 1917 veranderd in Moss Landing ter ere van Charles Moss, die samen met
een partner een werf bouwde. De haven was een drukke uitvalspoort voor de
walvisvangst .
Ongeveer
4000 jaar geleden leefden hier de Ohlone indianen. De Spanjaarden hebben de
indianen verdreven en in 1800 kwamen de blanke boeren. Houthakkers kapten de
bossen voor het maken van huizen, boten en fabrieken voor de walvisvaart. De
gekapte bossen werden ontgonnen voor veeteelt en akkerland. Vanaf de oevers
maakten de walvisvaarders in kleine bootjes jacht op de migrerende walvissen.
De gevangen walvissen werden aan land verwerkt tot olie en andere dingen. Dat
is nu vergane glorie.
Vandaag
aan de dag liggen er in Moss Landing Harbor District meer dan 600 boten zoals
350 vissersboten, 200 pleziervaartuigen, 30 onderzoeksschepen en een half
dozijn tour- en charterboten.
Moss
landing is het meest bekend als de toegangspoort tot Elkhorn Slough, een van de
grootste wetlands en kwelders in deze staat. Omstreeks 1800 was ongeveer 200
acres van wat nu het natuurgebied is, gebruikt voor de zoutwinning. Er waren
zoutpannen gemaakt en door verdamping werd er zeezout gewonnen voor gebruik in
lokale visconserven-fabrieken. In 1974 is men gestopt met de zoutwinning en nam
de natuur het gebied weer in zijn bezit. De voormalige zoutpannen werd een
belangrijk broedgebied voor de Amerikaanse strandplevier. In 1984 heeft de staat Californië er een
natuurpark van gemaakt. Verder is het een belangrijk gebied voor reigers,
strandlopers, zilverreigers en andere watervogels.
Elkhorn
Slough is een waardevol natuurgebied en staat in de top10 van beste vogel
plekken in de VS. Meer dan 350 soorten
vogels trekken jaarlijks door dit gebied. Het is ook bekend als één van de
beste plekken ter wereld om zeeotters te zien.
Als
we uitstappen zien we weer een paar zeeotters zwemmen. Even stoppen en kijken.
De beesten zijn helemaal niet schuw maar eerder nieuwgierig. Dan duiken ze om
even later met wat in de poten weer op te duiken. Lekker op de rug liggend knabbelen
ze het lekkers op. Wat ze eten zien we niet maar we horen het knappen dus zal
het wel een schelpdier zijn.
De
zee otter is een zeezoogdier en familie van de marter- en wezelachtigen. Zijn
leefgebied is voornamelijk de noordwestkust van Noord-Amerika en de
noordoostkust van Azië. Langs de Amerikaanse kust leven verschillende
ondersoorten. Voor de Californische kust de Southern Sea-otter of de Californische
otter. Volwassen zeeotters wegen tussen de 14 en 45 kg waardoor ze de zwaarste
soort zijn van de wezel familie maar de kleinste onder de zeezoogdieren. In
tegenstelling tot de meeste zeezoogdieren heeft de zeeotter, om warm te
blijven, geen vetlaag maar een uitzonderlijk dikke laag bont. De dichtste bont
laag in het dierenrijk. Met tot 150.000 haren per vierkante centimeter (bijna een
miljoen per vierkante inch). De vacht bestaat uit lange, waterdichte vachtharen
en korte ondervacht haren. De dekharen houden de dichte ondervacht laag droog.
Zeeotters besteden veel van hun tijd aan verzorging. Dat bestaat uit het
reinigen van de vacht, ontwarren van knopen en het verwijderen van losse haren.
Verder het wrijven van de vacht, water eruit en weer lucht inbrengen.
Een
zeeotter is overdag actief en ’s nachts slaapt hij drijvend op het
wateroppervlak. Om te voorkomen dat hij naar open zee drijft, verankert hij
zich heel vernuftig in de lange slierten van de wierbedden. De zee otter
verblijft meestal buitengaats langs de kust waar hij duikt om te foerageren op
de zeebodem. Overdag besteedt hij veel tijd aan het zoeken naar voedsel. Het
dier kan enorm veel eten en heeft dagelijks ongeveer 25% van zijn
lichaamsgewicht aan voedsel nodig. Zijn prooien bestaan vooral uit ongewervelde
zeedieren zoals zee egels, zee slakken, oesters, zee oren, diverse week- en
schaaldieren, en sommige soorten vis. Hij vertrouwt op zijn scherpe tastzin (de
stijve snorharen aan beide zijden van zijn snuit bespeuren zelfs de geringste
beroering van het water) en zijn behendige voorpoten voor het opsporen en
grijpen van zijn prooi. De meeste ongewervelde zeedieren vangt hij door naar de
zeebodem te duiken en ze zo nodig met zijn voorpoten van de rotsen los te
wrikken, voor hij ze naar het wateroppervlak brengt om ze op te eten.
Zijn
eetgewoonte is opmerkelijk. Met hulpmiddelen kraakt het dier schelpen om ze
open te krijgen. Dit gebeurt door met stukken rots de prooi stuk te slaan. De
zeeotters jaagt ook veel op zee egels waardoor de zee-egel populatie
beheersbaar blijft. Zee-egels richten vaak grote schade aan het ecosysteem van
het kelpbos.
Het
gebit van de zeeotter is bijzonder geschikt voor dit dieet: de grote ronde
maalkiezen zijn breed en plat en dus perfect gereedschap om schelpen te
vermorzelen. De zeeotter is de enige vleeseter met vier snijtanden in zijn
onderkaak. Deze vooruitstekende tanden worden gebruikt om de schelpen van
kleine prooidieren stuk te bijten en de inhoud eruit te halen Onder elke voorpoot heeft de zee otter heeft
een losse zak van de huid die zich uitstrekt over de borst. In dit zakje (bij
voorkeur de linker) stopt hij zijn prooi maar bewaart hij ook zijn voedsel.
Soms heeft hij in dit zakje ook een rots om zijn prooi mee stuk te slaan.
Op
zeeotters, waarvan er ooit 150.000-300.000 leefden, werd in het verleden veel
gejaagd om hun vacht. Ze werden ook wel zee-bevers genoemd. Door overbejaging
daalde het aantal tot 1.000-2.000 stuks,
een fractie van wat er vroeger leefden. Er volgde een internationaal jacht
verbod en een herintroductie programma in gebieden waar de zeeotter verdwenen
is. Het herstel van de zee otter wordt beschouwd als een belangrijk succes.
Toch blijft de zee otter kwetsbaar en is het geclassificeerd als een bedreigde
diersoort.
De
zeeotter lijkt zich het hele jaar te kunnen voortplanten, maar de jongen worden
in het algemeen in een bepaald seizoen geboren, die per plaats verschilt. De
mannetjes zijn seksueel volwassen als ze ongeveer 6 jaar zijn, maar planten
zich meestal pas actief voort als ze wat ouder zijn. De wijfjes beginnen met de
voortplanting als ze ongeveer 4 jaar zijn en kunnen ieder jaar een jong
krijgen, hoewel er meestal meer dan een jaar tussen twee geboorten zit. De duur
van de draagtijd varieert van iets meer dan zes tot bijna negen maanden,
waardoor men denkt dat er bij de zeeotter sprake kan zijn van vertraagde
inplanting van het bevrucht eitje.
Meestal
wordt er slechts één jong geboren, een enkele keer twee, maar een wijfje kan er
maar één grootbrengen. Een zee-ottertje wordt vaak op zee geboren en kan direct
al zwemmen. Een zee-ottermoeder die haar jongen voedt, moet elke dag 2 maal zo
lang vissen als normaal.
Drijvend
op haar rug voedt en verzorgt ze haar jong op de borst. Het jonge ottertje eet
al vast voedsel als het nog erg klein is, maar begint pas met duiken als het
tussen één en twee maanden oud is. Het jong blijft afhankelijk van zijn moeder
tot het zes tot acht maanden is en bijna volgroeid.
Hoewel
zeeotters veel minder een groepsdier is dan veel andere otters, worden ze toch
vaak waargenomen terwijl ze in vrij grote groepen op het water drijven. Dit
zijn dan meestal dieren van dezelfde sekse, want mannetjes en wijfjes komen in
het algemeen alleen bij elkaar om te paren. De mannetjes hebben duidelijk
afgebakende territoria, waarvan ze de grenzen bewaken, maar als ze indringers
tegenkomen komt het toch zelden tot en gevecht.
Het
is genieten om naar de otters te kijken en in een andere baai zwemmen er nog
een paar. Je kan echt zien dat dit een kweldergebied is en onder invloed staat
van eb en vloed met slikken en schorren. Het is al wat verder in het voorjaar
en daardoor zijn er niet zoveel vogels. We zien enkele vogels die op grutto’s
en wulpen lijken.
Even
proberen pake in Leeuwarden te bellen maar we krijgen geen verbinding; dan
straks maar weer even weer proberen. We steken nu het duin even over en lopen
naar de oceaan. Bij het strand aangekomen zien we prachtig wit stuifzand en een
lege zee, niemand te zien, schitterend! Langs de waterlijn scharrelen
plevieren. Als het water naar het strand stroomt rennen ze naar boven en als
het weer terugstroomt lopen ze met het terugstromende water mee. Grappig
gezicht.
Na
een tijdje besluiten we terug te gaan en proberen nog een keer te bellen met
Leeuwarden. Nu lukt het wel en we hebben een goede verbinding. Even bijpraten.
Pake vindt het niet leuk dat we al lang zo ver weg zijn maar hij gunt het ons
wel.
Hij
telt de dagen af dat we terugkomen. Moss Landing is zeer zeker een kort bezoekje waard. Verder op weg richting
Monterey. Onderweg zien we nog een kraampje langs de weg staan met fruit en dus
veel aardbeien. Wij hebben nog niet veel
fruitkraampjes gezien. Niet echt gebruikelijk hier denken wij. Even stoppen en
kijken.
Ineens
wordt het heel mistig. Van volle zon naar vrij dichte mist. In reisverslagen
hebben we dit wel eens gelezen dat het soms erg mistig kan worden als gevolg
van temperatuur verschil tussen de oceaan en het land. Daarom slaan we het
bezoekje aan Fort Ort Dunes State Park over en rijden door.
We
besluiten het programma om te gooien en nu naar het aquarium in Monterey te gaan. Achteraf gezien is dat een
goede keus geweest want vroeg in de ochtend stonden er al mensen in de rij om
naar binnen te mogen. De parkeerplaatsen staan goed aangegeven en wij zetten
die van ons in een parkeergarage. Dan lopen we naar het zee aquarium en komen
langs een gebouw waar als uithangbord biervaten hangen. Even later zien we
loopbruggen over de straat lopen met de tekst; “Cannery Row Company en Monterey
Canning Co” Het zijn de overblijfselen
van de inmiddels ter ziele gegane sardines conservenfabrieken. Monterey is
vooral bekend geworden door de werken van de schrijver en Nobelprijswinnaar
John Steinbeck. Steinbeck gaf de visserij in de stad en de daarmee
samenhangende economie een eeuwig leven De straat waar de gebouwen staan heette
voorheen Ocean View Avenue maar werd in januari 1958 omgedoopt naar Cannery Row. Dit
ter ere van Steinbeck en zijn bekende roman Cannery Row. In de openingszin van
zijn roman beschreef Steinbeck de straat als 'een gedicht, een stank, een
rooster van geluid, een kwaliteit van het licht, een toon, een gewoonte, een
nostalgie, een droom.
Mooi geschreven maar het zegt ons niet zoveel…..
Mooi geschreven maar het zegt ons niet zoveel…..
De
stad Monterey ligt in Monterey
County en is gelegen aan de zuidelijke rand van Monterey Bay en in het
noordelijke gedeelte van de Californische Central Coast. In het verleden leefden
hier inheemse indianen zoals de Ohlone. Hun leefgebied kwam in het geding toen
de Europese kolonisten voet aan wal zetten. De Spaanse ontdekkingsreiziger
Sebastian Vizcaino zag in 1602, als eerste Europeaan, deze locatie en noemde
het "Bahía de Monterey", naar hun opdrachtgever, de graaf van Monte
Rey. Vizcaino belandde aan de zuidelijke kant van de baai, en beschreef een
grote haven, die geschikt was als ankerplaats voor de Manila galjoenen. De
Europeanen stichtten missieposten, die uitgroeiden tot nederzettingen.
Later
was Monterey de hoofdstad van Alta California van zowel Spanje als later van Mexico.
Het was de enige haven in dat gebied en bij binnenkomst werd er belasting geheven
over de ingevoerde goederen. In 1846, na de Mexicaans-Amerikaanse Oorlog werd
de Amerikaanse vlag gehesen op Customs House en werd het een deel van de
Verenigde Staten. De stad werd de
hoofdstad van het toen bekende Californië. Monterey heeft ongeveer 4000
inwoners en de hedendaagse bezienswaardigheden zijn het Monterey Bay Aquarium,
Cannery Row , Fisherman's Wharf en het jaarlijkse Monterey Jazz Festival. Fisherman’s
Wharf is ook de plaats waar veel whale
watching tochten beginnen.
Vlak
voor de kust van Monterey ligt een bergrug die de Grand Canyon concurrentie aan
zou kunnen doen. De trog, canyon’s en bergen liggen alleen onder het
wateroppervlak van de Stille Oceaan voor de kust. Maar door de diepte van de
oceaan ter plekke, is er een weelderig en fascinerend zeeleven ontstaan, dat is
onder meer in Monterey's beroemde Aquarium te zien is. Deze onderwater Monterey
Canyon loopt dwars door de baai heen, waardoor het leven, dat normaal alleen
maar in de aller diepste zee te vinden is, nu tot op een paar honderd meter van
de kust voorkomt.
Op
minder dan een kilometer van de kust, is de zee al negentig meter diep. De
kloof die daar begint waaiert zeewaarts uit en ongeveer 175km van de kust is
hij al meer dan drieduizend meter diep. Zowel het landschap onder als boven
water, is het gevolg van de San Andreas Fault, de breuklijn die zo vaak
aardbevingen veroorzaakt. Dit landschap dateert van 25 tot 30 miljoen jaar
geleden.
De
Monterey Canyon is een bron van koud, diep water wat rijk is aan voedsel. Door
de stroming komt het voedsel van dode planten en dieren naar boven en vormt het
de sleutel tot de vruchtbaarheid van de baai. Gevolg is een weelderig natuurlijk
leven van o.a. zeeleeuwen, zeehonden, otters, zeeolifanten en zelfs enkele
honderden grijzen walvissen die langs de kust zwemmen, soms dicht bij de haven.
De
baai is eigenlijk een immens nationaal park, want hier bevindt zich een van de
mooiste natuurgebieden van de Verenigde Staten en zeker een van de rijkste. De
diersoorten die hier leven zijn niet te tellen. Duizenden ongewervelde dieren
zoals zeesterren, zee-egels, mosselen, zeeoren,
anemonen en zeekomkommers zijn de meest voorkomende soorten. Verder honderden
vissoorten, honderden vogels en plus een groot aantal zeezoogdieren leven in
deze immense baai.
Het
zeeoppervlak is vaak bedekt met tapijten van kelp. Dit zeewier heeft de
eigenaardigheid dat het groeit met een snelheid van liefst twaalf centimeter
per dag en uiteindelijk een lengte bereikt van zo'n dertig meter. Als een storm
een kelpbos wegslaat, is het binnen een paar seizoenen weer in volle glorie
terug.
Zonder
deze gigantische kelpbossen zou de baai van Monterey niet zijn wat hij is. De
vissen komen naar dit bos van kelp om zich voort te planten en zich te
verbergen. Dat is ook het geval met de sardines van de Stille Oceaan en ook van
zo'n dertig soorten schelvissen en een paar haaiensoorten. Soms komen witte
haaien in de kelpbossen om te jagen op zeeleeuwen of jonge zeeolifanten.
Op
naar het aquarium een kaartje kopen en dan kijken waar we het eerst heen
willen. Het is maar goed dat we een plattegrond van het geheel hebben want het
zijn allemaal gebouwen. Er is een boven- en een beneden verdieping maar er zijn
ook dingen buiten te zien. Er zijn niet alleen aquariums maar ook ruimtes waar je
dingen kunt leren over de oceaan, welke invloed de mens daar op heeft zoals
vervuiling, overbevissing, oliewinning etc. Geen wonder dat er daarom zoveel
schooljeugd komt. Het is ook een educatief centrum.
Het
Monterey Bay Aquarium werd
opgericht in 1984 en is gelegen op het terrein van een voormalige sardine
conservenfabriek van Cannery Row. Jaarlijkse komen er meer dan twee miljoen
bezoekers. In het aquarium leven duizenden planten en dieren totaal ongeveer
600 soorten. Je ziet er voornamelijk vissen in allerlei maten en kleuren, maar
ook anemonen, kwallen, zeepaardjes, haaien en roggen. Behalve vissen zijn er
ook vogels, zoogdieren, zoals zeeotters, reptielen en amfibieën. Voor sommige
bassins wordt water uit de baai gebruikt dus het is van belang dat het zeewater
schoon blijft. Het aquarium heeft ongeveer 420 medewerkers en 1270
vrijwilligers.
Het
middelpunt van aquarium is een 8,5 m hoge watertank met 1.260.000 liter water
waarin een kelb forest wordt nagebootst. Op verschillende niveaus kun je het
onderwater leven van Monterey Bay zien. Het water wordt constant rondgepompt
zodat er stroming in het water is. Gebeurt dat niet, dan sterft de kelp. Verder
is de bovenkant open zodat natuurlijk licht binnenkomt waardoor er natuurlijk
aangroei is van de planten en algen. In deze tank groeien tachtig soorten
zeewier. Sommige zijn via het water meegekomen andere zijn expres geplant. De kelp in dit aquarium groeit ongeveer 4
inch (100 mm) per dag. Duikers moeten wekelijks het kelp bijsnoeien.
In
januari 1996 werd een andere grote aquariumbak geopend voor witte haaien en een
maanvis. Deze tank bevat 4.500.000 liter water en is de grootse van het
Monterey Bay Aquarium. Het heeft ook 's werelds grootste aaneengesloten raam.
Het is gemaakt door een Japans bedrijf. Het zijn eigenlijk acryl vensters en ze
bestaan eigenlijk uit vijf ruiten die naadloos aan elkaar gelijmd zijn door
middel van een gepatenteerd proces.
Als
aanvulling op de zee otter leefgebied werd er in 2000 ook een ruimte ingericht
voor de Magelhaen pinguïns en Afrikaanse Black Footed Pinguïns. Dit als
onderdeel van de Splash Zone. Momenteel zijn alleen de Afrikaanse Black Footed
Pinguïns er nog. In 2012 werd een gedeelte ingericht voor allerlei soorten
kwallen en in 2014 voor inktvissen.
Ongelooflijk
! Wat hebben we mooie dingen gezien en het was zeer zeker de moeite waard. Wat
is de wereld onder water toch mooi en wat is er veel te zien. We weten niet
waar we het eerst en het laatst naar toe willen gaan. Daarom eerst maar naar
een gang waar het water over je hoofd stroomt. Het geeft een beeld wat de
golven bij de kust doen. Dan zie je wat de stroming doet en hoe sterk de dieren
en planten moeten zijn om tegen de kracht van het water te kunnen. Dan komen we
bij een bak met roggen en die je aan kunt raken. De huid voelt heel ruw aan,
net schuurpapier. Heel leuk voor de kinderen en overal staan vrijwilligers die
tekst en uitleg geven. Aan de ander kant zijn de wetlands met plevieren,
meeuwen, scholeksters, eenden etc. Gewonde vogels worden hier ook binnen
gebracht maar als ze hersteld zijn mogen ze niet losgelaten worden in de vrije
natuur. Dat is wettelijk zo bepaald. De reden waarom is ons niet duidelijk.
Dan
naar kelp forest. Het nodige hier al over gelezen op Alles Amerika en Ontdek
Amerika maar nu zullen we het zelf zien. Nou niet teveel gezegd: het is
adembenemend.
Wat is dit mooi om te zien!
Wat is dit mooi om te zien!
Wanden
van beneden naar boven en op de tweede verdieping nog een stuk. Daar gaan we
straks ook even kijken, maar nu eerst naar beneden kijken. Wat is dit mooi
tussen de lange kelp slierten zwemmen allerlei soorten vissen. Grote, kleine in
allerlei kleuren en vormen. Adembenemend is dit.
Dan naar de boven verdieping en vandaar heb je een prachtig zicht op het
geheel. Er
zwemmen
haaien maar ook grote scholen met allemaal kleine visjes. In natuurfilms zie je
dat wel eens dat synchroon zwemmen van hele scholen van vissen maar nu zien we
in het echt. We gaan verder langs de andere aquarium bakken en we zien steuren,
hamerkophaaien en zeebaarzen. In een van de bakken zien we een vis die met de
verkeerde vin uit zijn slaapplaats is gekomen. Tenminste hij/zij kijkt heel
chagrijnig. Gelukkig hebben we er geen last van:’t zit achter het glas. Dan
komen we in de ruimte met de inktvissen en octopussen. Omdat het nachtdieren
zijn de aquaria redelijk donker. De octopussen hebben zich verstopt en als we
ze zien is het moeilijk er een foto van ze te maken. Het moeten zachtaardige
dieren zijn maar het blijven vreemde dieren met al die armen en zuignappen.
Dan
komen we bij de kwallen en de mond zakt ons open. Deze dieren zweven of zwemmen
gracieus door het water en dan die kleuren. O…….. wat is dit mooi en we kunnen
er niet genoeg van krijgen. Er zijn kwallen die lijken op die wij ook op het
strand vinden maar ook met hele lange tentakels die achter hen aan zwieren. Het
lijkt net of zijn ze aan het dansen. Door de lampen in het aquarium lijkt het
net of hebben ze zelf verlichting.
In
Amerika noemen ze deze kwallen Jellyfisch. Bij ons schijfkwallen, het zijn
ongewervelde dieren uit de stam neteldieren. Dat komt omdat de tentakels die ze
hebben giftige harpoentjes zijn, waarmee ze hun prooi verdoven. Sommige kwallen
hebben een doorsnee van twee meter met tentakels die vele meters lang kunnen
worden.
Dan
komen we bij een aquarium met hele scholen vissen zoals ansjovis, Lookdown
Fisch of in het Nederlands Neerkijker. Sommige soorten vissen zwemmen bij
elkaar in maar dat schijnt zeker geen probleem te zijn. Waarschijnlijk eten ze
elkaar niet op en zitten de planktoneters bij de planktoneters en de andere
soorten weer bij soorten die elkaar niet lusten. Hoe ze de vissen voeren en wat
ze krijgen is ons niet duidelijk maar waarschijnlijk krijgen ze wel genoeg want
ze zien er goed uit.
Er
is ook een zaal waar je kunt zien wat de invloed van de mens is op de oceaan.
De gevolgen van de vervuiling van de zee. Wat we niet allemaal in de oceaan
dumpen. Kunstenaars hebben plastic uit de oceaan opgevist en daarmee kunstwerken
gemaakt. Zo is er een vitrine met plastic soep maar ook een nagemaakte walvis
of andere zee dieren van plastic. In een andere zaal hangt aan het plafond een
levensgrote walvis. Niet gekeken welk soort het was maar zo krijg je wel een
indruk hoe groot het dier kan worden. In een anders zaal hangen levens grote
orka’s aan het plafond.
Mooi om te zien.
Mooi om te zien.
Het
wordt steeds drukker en we vinden het wel mooi geweest en zeer zeker de moeite
waard. We kunnen het iedereen aanbevelen Monterey Bay Aquarium te
bezoeken.
Op
naar de auto en een plekje zoeken om even te picknicken. Over de Ocean View
Belvedère gaan we richting Lovers Point Park. Zoeken een bankje op en eten daar
ons broodje op. Er zijn een aantal gasten die graag bij ons aan willen
schuiven, twee grote meeuwen en een brutale eekhoorn. Helaas voor hen krijgen
ze niets. Het is niet verstandig wilde dieren te voeren. Ze kunnen niet over
ons voedsel en ze verleren zelf voedsel te zoeken waardoor ze afhankelijk
worden van de mens. Dat kan niet de bedoeling van de natuur zijn. Verder zien
ze er wel doorvoed uit dus onze bijdrage kunnen ze best missen.
Na
de lunch gaan we verder langs de kust en het is een prachtige route. Monterey
State Historic Park slaan we gezien
de tijd over. Het park, in het oude centrum bevat een groot aantal historische
gebouwen. Het Path of History gaat langs bijzondere panden en tuinen, waarbij
je meer te weten komt over de Spaanse ontdekkingsreizigers die in 1602 in
Monterey arriveerden. Er zijn ook tours onder leiding van een gids. In de
historische panden zijn vaak aparte rondleidingen mogelijk.
Wij
gaan verder langs de kust en hier een daar zijn parkeerplaatsen vanwaar je een
prachtig zicht hebt op de kust en de oceaan. Langs de rosten bloeien slierten
van paarse bloemen die als het ware gedrapeerd over de rotsen liggen en hangen.
Wat een mooi gezicht.
Onderweg
passeren wij het uiterste noordelijk puntje van het Monterey Bay
schiereiland, Pacific Grove. Het is een
oude nederzetting uit 1875 met veel Victoriaanse huizen. In de buurt is een
parkje met grote bomen waar in de winter 50.000 Monarch vlinders overwinteren. Ze noemen het the Monarch Grove
Sanctuary. Ook vind je er Point Pinos Lighthouse, de nog oudste in werking zijnde vuurtoren van de
westkust De vuurtoren is gebouwd in 1855.
Weer
verder langs de kust; we willen de 17-mile drive gaan doen. Dat is een ongeveer
twee uur durende lus vormige weg door de plaatsen Pebble Beach en Pacific Grove
op het Monterey-schiereiland. De weg loopt langs de Stille Oceaan, langs
bekende golfbanen, landhuizen en toeristische attracties, waaronder de Lone
Cypress, Bird Rock en het Del Monte Forest. Met de auto zijn er drie plekken vanwaar
je kunt starten met de 17-mile (27 km) drive, Carmel Gate, Highway Gate en
Pacific Groove Gate. Via de laatste gate gaan wij het park in. Om de route te
kunnen rijden betalen we $ 10,-, tol.
De
the
17-mile drive is net zoals
het gebied eromheen in het bezit van de private Pebble Beach Corporation. Het
is eigenlijk een heel groot natuurpark met golfbanen, fiets- en wandelpaden. Bij
de gate hebben we een brochure gekregen van het park en de route. Op de route
kaart staan belangrijke plekken en dingen aangegeven met een korte
beschrijving. Langs de 17 miles liggen ongeveer 20 interessante bezienswaardigheden
waar het de moeite loont om te stoppen. We rijden van punt naar punt en
bekijken hier en daar wat dingen en uitzichtpunten.
Het
is een prachtige toch en zeer zeker de moeite waard. De kust aan de ene kant
met de golven die op de rotsen beuken en de mooie natuur en golfbanen aan de
andere kant. Op een golfterrein liggen onder een paar bomen een groep deer’s te
rusten in de schaduw.Heel
vredig. Ze lopen gewoon tussen de golfers door en zijn nergens bang voor.
Al
rijdend komen we bij het bekendste punt van de 17-mile drive, the Lone Cypres.
Staande
op een granieten rots is het waarschijnlijk de meest gefotografeerde boom van
Noord-Amerika.
De
leeftijd van de boom wordt geschat op 250 jaar. De boom is getekend door brand
en wordt al 65 jaar op zijn plaats gehouden en gestut door kabels. The Lone
Cypres Het is een Monterey Cypres, een boomsoort die alleen in deze omgeving
voorkomt. Het is een middelgrote naald groenblijvende boom met vaak
onregelmatig en afgeplatte takken als gevolg van de sterke zee winden. In goede
omstandigheden kan de boom maximaal 40 meter worden met een doorsnee van 2,5 m. Dit soort grote bomen zijn bijna hier niet
meer te vinden. Het is best wel leuk de
boom nu een keer in het echt te zien. In de meeste reisverslagen van reizigers
die hier geweest zijn is wel een foto van the Lone Cypres te zien.
Bij
Carmel Gate aangekomen, verlaten we de 17-mile drive en gaan we door naar de
stad Carmel of ook wel Carmel by Sea genoemd. Een heel aparte
maar sjieke stad die wel vergeleken wordt met Côte d’Azur. Het is er groen,
schoon, opgeruimd en vooral verzorgd. De stad is ontstaan in 1880 als
kuststadje (nabij missiepost) en altijd aantrekkelijk geweest bij schilders en
schrijvers.
In
Carmel gelden een aantal ongewone wetten, waaronder het verbod op het dragen
van hoge hakken zonder daarvoor een vergunning te hebben. Dit verbod is ingesteld
om rechtszaken uit valpartijen op onregelmatige bestrating te voorkomen. Ook
zijn er maatregelen die straatverlichting in woonwijken, kunststof planten in
tuinen en de typische brievenbussen verbieden. Deze maatregelen moeten het
authentieke stadsbeeld beschermen. Het is
een pittoresk stadje waar ooit Clint Eastwood 2 jaar burgemeester was. (hij
verbood om esthetische redenen alle
verkeerslichten). Neonlicht is er verboden, populaire winkelketens ontbreken en
naar fast food wordt niet getaald. Bomen mogen niet worden omgehakt - als je
wilt bouwen, dan er omheen en nooit meer dan één etage.
Andere
dingen mogen wel weer zoals een huis bedekt met schors langs 13th Avenue &
Monte Verde Street en een huis in de vorm van een schip langs 6th Avenue & Guadalupe Street.
Naast
talloze boetiekjes, internationale modeketens en restaurants staat Carmel ook
bekend vanwege het rijke culturele erfgoed. Aan het begin van de twintigste
eeuw bestond het grootste deel van Carmels bevolking uit artiesten en
kunstenaars. Het werd zelfs beschouwd als een op zichzelf staande kunstkolonie.
Tegenwoordig is de kunst nog steeds goed vertegenwoordigd. Je vindt er meer dan
80 kunstgalerijen en het hele jaar door staat het stadje in het teken van
uiteenlopende culturele evenementen en festivals.
De
beschaving van Carmel is nog jong. De eerste Europeaan die deze kust voor het
eerst zag, was de Portugees Rodriguez Cabrillo in 1542. De eerste Europeaan die
voet aan wal zette kwam pas zestig jaar
later, dat was Sebastian Vizcaino. Hij trof daar de Ohlone, schaars geklede
maar een vreedzame, indianen stam. De naam Carmel komt van El Rio Carmelo, wat
nu Carmel River is die dwars over het strand in de oceaan stroomt. De padres
aan boord van Vizcaino's schepen waren Carmelieten, vandaar de naam Carmel.
Daarna
duurde het nog ruim honderdzestig jaar voordat die eerste Europese stappen een
vervolg kregen. De Franciscaner monnik Junipero Serra, op een ezel onderweg
vanuit Mexico naar het noorden om de gehele westkust 'onder het geloof te brengen' stichtte in 1771 in Carmel een missiepost. De
locatie koos hij zorgvuldig uit, een kruispunt voor zowel zeevaarders als
reizigers over land. Deze locatie markeerde hij met een groot houten kruis op
een heuvel net ten zuiden van de rivier. Dit kruis staat er nog altijd.
We
rijden door Carmel by Sea. Het klopt, deze stad is anders dan de andere steden
die wij tot nu toe hebben gezien. Het lijkt een beetje of de tijd hier stil heeft
gestaan. Wel een hele groene stad. Allemaal lage huizen je ziet bijna geen
huizen met een 2e verdieping. Onze eind bestemming is deze
missiepost San Carlos Borromeo de Carmelo-missie. Het straten patroon is in
Carmel ook weer in rechthoeken verdeeld, waardoor we de missie makkelijk kunnen
vinden. Op de parkeerplaats zetten we onze auto en dan lopen we naar de missie.
Deze ziet er aan de buitenkant al heel mooi uit en we zijn heel benieuwd hoe
het er van binnen uit zal zien.
San Carlos Borromeo de Carmelo-missie was de tweede Spaanse missiepost van de franciscanen
in Alta California. De missie werd op 3 juni 1770 in Monterey opgericht en
verhuisde in december 1771 naar het nabijgelegen Carmel. De missiepost van
Carmel was de favoriete missie van missionaris Junípero Serra. Het was de
hoofdzetel van het missienetwerk vanaf 1770. Ook na Serra's dood in 1784 bleef
Carmel de hoofdzetel: Serra's opvolger padre Fermín Lasuén en diens opvolger
Pedro Estévan Tápis verbleven er eveneens.
Zowel
de Ohlone- als de Esselen-indianen, die van oorsprong in de buurt woonden,
werden opgenomen in de missie en ingezet als arbeiders. Tegen 1794 woonden er
927 mensen in de San Carlos Borromeo de Carmelo-missie, maar dat aantal daalde
snel tot 381 in 1823. In 1834 werd de missie geseculariseerd. Daarna raakte ze
verder in verval en vanaf 1852 was de Carmel-missie niet meer dan een ruïne. In
1859 kwam de missie terug onder de controle van de katholieke kerk, maar ze
werd pas in 1884 gerestaureerd. In de jaren 1920 werd er opnieuw een grondige
restauratie aangepakt. Door de grondigheid van de herstellingen en heropbouw is
de Carmel-missie nu een van de meest authentieke van Californië.
De
kerk wordt nog steeds gebruikt door een actieve parochie. Daarnaast vinden er
regelmatig tentoonstellingen, lezingen en optredens plaats. Carmel Mission is
tevens een museum, met name over de eigen geschiedenis en die van de streek. Er
zijn vier museumgalerijen.
Als
1e het Harry Downie Museum over de restauraties van de missie. De 2e
is het Munras Family Heritage Museum over de geschiedenis van een regionaal
belangrijke familie, de Jo Mora. Als 3e de Chapel Gallery met een monument
gebeeldhouwd door Jo Mora en met tijdelijke kunsttentoonstellingen. Al 4e
het Convento Museum met daarin de kloostercel van Junípero Serra. Op het domein
van de Carmel-missie is er ten slotte ook een katholieke basisschool
gehuisvest.
Na
een kaartje gekocht te hebben gaan we naar binnen. Je mag zelf door de gebouwen
lopen en alles bekijken. Eerst richting basiliek en dan kom je door de tuin die
daar bij hoort. Het is een soort binnentuin. Langs de straat een muur met een
hek, dan een lange muur die langs de basiliek loop en dan gebouwen die bij de
missie horen. Wat is dat mooi. Al die
planten en die kleuren, schitterend om te zien, het lijkt wel de Hof van Eden. Even
kijken welke planten hier groeien. Veel rozen maar er groeien ook citrus
vruchten en planten die wij niet kennen. Aan de andere kant zien we de kerk en
daar willen we ook even gaan kijken.
De
basiliek ook bekend als Mora Chapel is binnen heel mooi, niet donker en somber
zoals sommige kerken kunnen zijn. Ondanks dat er weinig ramen in zitten is het
een mooi geheel en dat komt waarschijnlijk ook door de witte muren en de
verlichting.
Na
de basiliek lopen we weer naar buiten en komen we in een andere open ruimte,
een soort binnenplaats. Overkapte galerijen vanwaar je en pracht zicht hebt op
de binnenplaats. In het midden staat een fontein. Ook hier weer allemaal
borders en potten met planten. Aan de
muren klimmen prachtige rode bougainvilles.
Binnen
zijn de ruimtes nog net zo ingericht alsof de paters honderden jaren geleden zó zijn
vertrokken. Ook een ruimte die zo ingericht is, zoals de stichter van de
missie, Junipero Serra, er gewoond en geleefd heeft. In een van de ruimtes is
ook nog een sarcofaag met de stoffelijke resten van deze pater.
Na
deze ruimtes gaan we terug naar de uitgang, al kom je eerst nog door de
souvenir winkel. Die laten we maar mooi met rust. Deze missie post was het
bezoek meer als waard. We hebben nog wat tijd over en besluiten door te rijden
naar Point Lobos. Het staat op de planning voor morgen maar dan hebben we een
druk programma dus dan scheelt het morgen weer en hebben we meer tijd voor de
andere dingen die we willen bezoeken. Via de 1 gaan we nog verder richting het
zuiden, steken de Carmel River over en slaan dan af het park in. Even betalen
en dan rijden we helemaal door tot aan het eind van de lus waar een
parkeerplaats is. Er is nog genoeg plaats om te parkeren. Er staat ook een
hokje van de parkwachter en op een stoel er naast zit de parkwachtster. Er
staat een kast en een tafel met allemaal informatie over de natuur in dit park.
In
een kast liggen verschillende dierenvellen van zeeleeuwen, zeehonden,
zeeolifanten en die van de zeeotter. Even voelen en we kunnen ons wel
voorstellen waarom er zo op deze dieren gejaagd werd. Maar de tijd was toen ook
heel anders, toen waren er nog geen goedkope kleding landen zoal als India en
Bangladesh. De vachten voelen heerlijk aan en als je daar een kledingstuk van
hebt, zal het wel heerlijk warm zijn geweest.
Point
Lobos State Natural Reserve ligt
langs Highway 1 en net ten zuiden van Carmel en ten noorden van Big Sur. Het is
een natuurreservaat met veel rotsachtige uitstulpingen en landtongen die
eindigen in de helderblauwe oceaan. Het is een gebied met baaien, weides,
bossen, kleine grotten en getijdenpoelen en hier zijn mooie wandelroutes. Het
is ook een geweldige locatie om te duiken.
De
oorsprong van het park is het gevolg van de aankoop van een groot perceel in
1933 door ingenieur Alexander Allan. Allan kocht de grond om te voorkomen dat
het werd ontwikkeld voor woningen en toerisme. In 2007 werd het beschermde
gebied uitgebreid. In het park is ook een museum over de walvisjacht. Er staat
nog een gebouw dat in het verleden ooit gebruikt werd door vissers en
walvisvaarders.
Net
als Monterey Canyon in het noorden komt er van de onderzeese kloven van de
Carmel Submarine Canyon koud, voedselrijk water naar het oppervlak.
Dit
voedselrijk water geeft weer een grote diversiteit aan leven in het water en op
het land bij Point Lobos. Er leven meer 250 vogelsoorten, (zee)zoogdieren zoals witstaartherten, grijze
vossen, zeeotters en zeeleeuwen maar ook veel ongewervelde dieren en een
kelpforest. Tussen december en april trekken grijze walvissen langs deze de
kust. Point Lobos is ook één van de slechts twee plaatsen waar de Monterey
Cypres groeit.
Aan
de ranger vragen we even welke trail het mooiste is. Er zijn veel hiking trails
in Point Lobos en het is moeilijk kiezen. Eerst vraagt ze of we goede
wandelaars zijn nou dat is geen probleem en we hebben wel een uur de tijd. De
Cypress Grove Trail en the Sea Lion
Point Trail zijn de mooiste geeft ze aan. Dus dat doen we maar even. Als eerste
beginnen we met de 0,8 mile lange Cypress Grove Trail. Het is een heel ander
gebied dan waar we tot nu toe geweest zijn. Hier en daar gras met bloemen, veel
varens en lage struiken. Dan weer bos met de bekende Monterey den. Het is heerlijk
hier te lopen. Dan
zien we een bordje met Poison Oak.
De Poison
Oak is een lage struik en ziet er helemaal niet gevaarlijk uit. Het gevaar
zit in de takken en de bladeren waar een olielaagje op zit. Die olie
veroorzaakt namelijk een gemene uitslag met blazen die jeukende - en later etterende
- korsten gaat opleveren (vergelijkbaar met onze bereklauw). Het
is daarom niet verstandig met blote armen en benen van het pad af door de
struiken te lopen. De
bladeren lijken een beetje op de eikenbladeren zoals we die kennen van
Nederland.
De
randen van de poison-oakbladeren zijn iets minder ingesneden dan de 'Hollandse'
eik. Vroeg in het voorjaar glanzen de groene bladeren nog, die glans verdwijnt
in de loop van het jaar. De bloemen en bessen van de poison oak zijn groenwit.
Het is verstandig na een wandeling door poison-oakterrein je kleren en schoenen
goed wassen. De olie kan namelijk tot een jaar na dato actief blijven.
Na
de waarschuwingen op het bordje gelezen te hebben zijn we wel voorzichtig en
blijven we wel uit de buurt.
Op
een gegeven moment komt er een afslag die naar de kust gaat. Ver boven de
oceaan heb je een prachtig uitzicht over Cypress Cove.
Op
een omgevallen boom gaan we even zitten en genieten van het uitzicht. Aan de
overkant zien we het Monterey schiereiland liggen. Het gedeelte waar ook de
Lone Cypress staat.
We
lopen door naar het eind en zijn nu op het uiterste puntje van Point Lobos.
Even op de rotsen zitten en genieten van
een wijdse blik over de Stille of Grote Oceaan. Beneden ons hebben we
een mooi zicht op de Pinnacles Cove.
Vlakbij
zien we dennen met op de takken, stammen en rotsen fluweelachtig oranje spul.
Het moet wel korstmos zijn. Zo’n kleur korstmos hebben we nog nooit gezien en
het zit allemaal aan 1 kant van de boom. Als we goed kijken aan de noordelijke
kant, de schaduw kant. Aan sommige
takken hangen ook plukken grijze draden. Tegen het zonlicht in lijkt het net of
licht er sneeuw op de takken.
Het
zijn draadvormige groene algen en ze worden trentepohlia genoemd. Ze groeien
vooral op vochtige plaatsen; vandaar dat wij het ook alleen maar aan de
noordkant van de bomen en rosten zien zitten.
De
opvallende oranjebruine kleur, die de kleur van het bladgroen verbergt, wordt
veroorzaakt door de aanwezigheid van grote hoeveelheden aan carotenoïde
pigmenten. Heel apart.
We gaan terug en zien onderweg nog mooie
oranje bloemen staan, de yellow-orange monkey flower. Lijkt helemaal niet op
een aap maar het is wel een mooie bloem.
Als
we de terugkomen op de parkeerplaats doen we de Sea Lion Point Trail, in
combinatie met de Sand Hill Trail. Het is een eenvoudige 0,8 mile lange trail
met een prachtig uitzicht over de oceaan. Na een tijdje lopen zien we aan de
rechterkant Headland Cove.
In
het kelp zien we helaas geen zee otters. Als we doorlopen komen we bij de Sea
Lion Cove. Daar zien we wel zeehonden die lekker op de rotsen liggen te zonnen.
Een heel mooi gezicht. Een steile, oneffen trap komt uit op een kiezelstrand maar we besluiten
dit maar niet te doen. Na een tijdje
gaan we terug en nemen de afslag naar Lace Lichen Trail.
Deze
trail is genoemd naar de grijsgroene lichen (draadvormige korstmossen of algen)
door sommigen ook wel "oude mannen baard" genoemd. Het zijn grijze
draden die aan takken hangen van de Monterey dennen en langs de kust staande eiken.
Deze korstmossen zijn eigenlijk organismen die een samenwerkingsverband hebben
met een schimmel en een alg. De boom ondervindt er geen schade van. Omdat het
korstmos vocht absorbeert, werd het in het verleden gebruikt als een dressing
voor wonden en door indianen zelfs als een soort luier. Het bos heeft er ook
baat bij. Door de zomermist druppelt het opgevangen water in de draden op de
bosbodem waardoor de grond vocht wordt en blijft. Daardoor kunnen ook de
planten lang blijven groeien ondanks een droge periode.
We
lopen terug en genieten van de uitzichten en doorkijkjes onderweg. Het is en
prachtige trail. Point Lobos is zeer zeker de moeite waard, een aanrader.
In
deze omgeving en in Monterey is genoeg te zien en te doen. Je kunt je er
makkelijk meer dan een dag vermaken. Er zijn activiteiten en bezienswaardigheden
die we gezien de tijd over moeten slaan. Op het lijstje stonden nog het Presidio of Monterey Museum .Op de plaats van het oude
fort staat nu een klein museum wat de historie weer geeft over de militaire
geschiedenis van Monterey.
Asilomar State Beach Dit was vroeger een zomerkamp. De
historische gebouwen maken nog steeds een integraal onderdeel van het Asilomar
gronden. Het complex werd ontworpen en gebouwd door de beroemde van architect
Californië ,Julia Morgan tussen 1913 en 1928.
Het
wordt al weer laat dus zoeken we ons hotel op in Monterey. Dit keer het Best
Western Park Crest Inn, aan de 1100 Munras Ave. Prima hotel en na even heerlijk
gedoucht te hebben zoeken we een restaurant op om even wat te eten. Daarna
terug en moeten we weer aan het werk. Ons blog bijhouden, foto’s uitzoeken en
de route voor morgen voorbereiden. Dan is het ook al weer bedtijd. Lekker sliepe!
Vandaag
toaal 75 miles gereden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten