zaterdag 9 december 2017

Joshua Trees National Park (CA) - Tucson (AZ)




Donderdag 14 april 2016,

Van Californië naar Arizona


Geen verlichting op deze camping dus veel sterren gezien. De zon maakt ons wakker. Gisteravond kwamen de rangers controleren of iedereen wel betaald had. Deze controle hebben we nog niet eerder meegemaakt. Eerst lekker rustig ontbijten en dan gaan we weer verder.

Vlak in de buurt gaan we een tocht lopen. Vanaf de camping moeten we nog een klein stukje rijden naar Cottonwood Spring Parking Area. Cottonwood Spring is een kunstmatige aangelegde oase. Zoals ook bij andere oases, groeien hier palmen. 
De palmen kunnen hier groeien dankzij een bron. De bron waar het water uitkomt,  is ontstaan als gevolg van een aardbeving en is eeuwenlang gebruikt geweest door Cahuilla Indianen. Cottonwood Spring was een belangrijke plek voor water voor goudzoekers, mijnwerkers, en truckchauffeurs die op weg waren naar de mijnen in het noorden. Water was ook nodig voor de verwerking van goud. In het verleden stonden hier een paar goudmolens maar daar is niet veel meer van over op een paar beton ruïnes na.

De 1600 meter lang Cottonwood Spring Nature Trail kun je starten op twee locaties, vanaf de camping en bij Cottonwood Spring Parking Area. Het is en makkelijke wandeling. Door de bron komen in dit gebied ook veel vogelsoorten voor.

Een andere en hele bekende trail is de Lost Palms Oasis Trail. Dat is een lange trail van 11,2 kilometer en heen en terug en je bent ongeveer 4 tot 6 uur onderweg. De trail gaat naar een canyon waar veel palmbomen groeien. Tot aan de palmen is de tocht niet al te zwaar, maar het gedeelte daarna is behoorlijk inspannend. Maar het is zeker de moeite waard. In de oase stroomt water, zacht zand en er is veel schaduw.

Bovenstaande trails gaan wij niet doen. De eerste te kort en de tweede is te lang en kost daardoor te veel tijd. De Mastodon Peak Trail staat op ons programma. Dat is een trail van 4,8 kilometer lang (heen en terug).
Cottonwood Spring Parking Area heeft een grote parkeerplaats en er is plek zat. Er staat nog een auto als wij daar aankomen. Als we de camper geparkeerd hebben zien we beneden ons de oase met de palmen. We lopen naar beneden. Een echtpaar zit aan de picknick tafel te ontbijten en ze hebben gelijk het is een prachtige plek.  
 
In de oase staan een aantal palmen van dezelfde soort die we ook in de andere oases hebben gezien. Het zijn er niet veel en ze staan als een klein groepje dichtbij elkaar. Het blijft mooi om te zien. We gaan op weg en doen de trail naar Mastadon Peak. Het eerste gedeelte gaat door een droge wash en volgt dezelfde route als van Lost Palms Oasis Trail. Aan de planten is te zien dat er in deze wash meer water te vinden is dan in de omgeving. Er groeien meer verschillende soorten planten, struiken en bloemen dan op andere plekken die we in Joshua Tree NM hebben gezien. Als je bloemen hebt dan zijn er ook kolibries. Prachtig om te zien. Het is vrij fris (nog vroeg) dus hebben wij een trui aan. Nou dat is een succes, er zijn kolibries en die zijn gek op felle kleuren en ze komen bijna tegen ons aan vliegen. Als ze langsgaan hoor je het gebrom van de vleugeltjes. We zien felgroene maar ook simpele bruine vogeltjes. Het is wel gek dat we ze alleen in het eerste gedeelte tegen komen. Heeft waarschijnlijk met water en dus de bloemen te maken.

Het terrein loopt langzaam omhoog en dus droger en weer andere plantengroei. Het loopt lekker. Op sommige plaatsen is de ondergrond hard op andere is het los zand maar niet dat het daardoor zwaarder loopt. Na een tijdje komen we bij een afslag. Rechtdoor is naar Lost Palms Oasis Trail en linksaf naar Mastodon Peak. Wij gaan linksaf en het pad gaat nog steeds lichtjes omhoog. De ondergrond wordt rotsachtig en om ons heen zien we steeds meer bolders. 

 





Als we ons omdraaien en kijken waar we vandaan komen zien we in de verte beneden ons de oase. Die is heel duidelijk te zien door al het groen met palmen en andere bomen in de verte. Joshua Trees zien we hier niet meer maar wel veel yucca’s en dan verschillende soorten. Lage met stugge, stijve en puntige bladeren. Andere weer op een stam en weer andere die heel laag zijn met slappe smalle bladeren. 


Yucca of palmlelie is een geslacht met meerjarige planten, die van nature voorkomen in Amerika. Het geslacht bestaat uit 40 tot 50 soorten. Het formaat wisselt van kleine struiken tot bomen. De Joshua Tree is ook een yucca soort. De soorten komen allen van nature voor in warme en droge gebieden in Noord-Amerika, Zuid-Amerika en het Caribisch gebied. De planten hebben in het algemeen rozetvormige en groenblijvende dikke, leerachtige bladeren die eindigen in een scherpe punt. De yucca’s hebben zich aangepast aan droge omstandigheden. De meeste soorten hebben dikke, wasachtige bladeren om waterverlies door verdamping te voorkomen. Ook slaan ze vaak water op in de dikke wortels.
Anderen bewaren hun water in dikke, vlezige bladeren. Sommige woestijn yucca’s hebben een olieachtige laag op hun bladeren die vocht vasthouden en daardoor waterverlies tegengaan of verminderen. Dode bladeren blijven vaak aan de stam hangen waardoor ze deze beschermen tegen de zon en uitdroging. De bladeren zitten als een rozet om het hart van de plant waardoor regenwater gelijk naar de wortels stroomt en opgeslagen wordt. De yucca is "vuur aangepast"; dat wil zeggen dat ze beter gaan groeien en zich verspreiden na bosbranden.

De bloemen komen meestal aan een grote steel uit het hart van de plant en zijn meestal wit. Yucca's hebben een zeer gespecialiseerd bestuivings systeem, ze worden bestoven door yucca motten. Tijdens het leggen van de eieren in de yucca bloem brengt de mot onbedoeld het stuifmeel van de meeldraden van ene bloem naar de stempel van een andere bloem. De larve van de mot die uit het ei komt doet zich te goed aan de zaden die zich ontwikkelen. Als de larve (rups) van de mot volgroeid is verpopt ze zich waarna ze als mot terugkomt. Ondanks dat er veel zaden verloren gaan door de rupsen van de mot blijven er genoeg zaden over zodat de plant zich ook kan vermeerderen.

Yucca’s worden op grote schaal gekweekt en we kennen ze vaak als tuin- en sierplant. Sommige soorten zijn ook eetbaar zoals de vruchten, zaden, bloemen of bloeiende stengels. De wortels zijn vaak niet eetbaar. De bladeren worden soms gebruikt als een brandzalf. 







Het wordt steeds steiler maar het is best te doen. Overal grote rotsblokken waar je tussendoor loopt. Het pad gaat slingerend de 1027 hoge Mastodon Peak op. De berg heeft de naam te danken aan de mijnwerkers die hier werkten. Zij vonden dat de piek van de berg de gelijkenis vertoonde met het hoofd en de romp van een prehistorische olifant. Volgens ons hadden de mijnwerkers toen een behoorlijk slokje op. Hoe wij er ook naar kijken wij herkennen het er niet in. Na het laatste nodige klimwerk zijn we boven en hebben we een prachtig uitzicht over het park, Eagle Mountains en Salton Sea. Meestal houden we niet van selfies maar hier maken we toch maar een foto van ons zelf boven op de Mastodon Peak.


We gaan weer terug en de terugweg is even mooi als de heenweg. Aan de voet van de Mastodon Peak zien we een bordje waar de richting van de Mastadon Mine op staat.
Het is maar een klein stukje lopen dus we gaan even kijken. Over een smal pad, langs de voet van de berg lopen we richting mijn. Na een korte loop zijn we er en we zien veel rommel, golfplaten, balken en planken. Aan de voet staan een paar dikke balken in de grond en het lijkt of  ze bezig zijn het gebouw weer te herstellen. Dan hadden wij het toch anders gedaan. Eerst alles sorteren en soort bij soort leggen. Dan is het veel gemakkelijker werken. Maar ja ieder het zijne.

De Mastadon Mine is een van de oudste mijnen in dit gebied. De mijn werd geopend in 1881 als een open mijn. Dat wil zeggen om bij het erts te komen werd alles weggegraven en werd er dus geen schacht gemaakt. Alles gebeurde dus in de open lucht. Later, toen men niet meer bij het goud kon komen, ging men letterlijk ondergronds. Er kwamen schachten maar dat stelde niet veel voor. In 1912 voegden Balkan en Judson de Mastadon claim toe aan hun eigen claim en werd de mijn weer geopend maar ze deden er niet veel mee.

In 1930 kwam de claim van de Mastodon Mine in handen George W. Hulsey uit Indio. Hij kocht de claim met ongeveer 25 acres land. Er kwamen twee schachten, kantoor en een stampmolen om het erts te verpletteren. De mijnschachten waren niet diep. Een van de helling schachten bereikte een diepte van 75-voet en de andere is maar 20-voet diep. De Mastodon Mine heeft een scheur die gevuld was met kwarts en goud.

De kwartsader is nog steeds te zien in het zuiden van de mijnschacht. De mijnwerkers volgden deze ader en haalden het goud ertussen uit. Door de eeuwen heen is de aarde in beweging en drukt deze bepaalde aardlagen omhoog. Als gevolg daarvan werd de kwartsader op een bepaalde diepte doorbroken. Er ontstond een breuk in de kwarts en dus ook in de goudader. De mijnwerkers kwamen bij de breuk en daardoor aan het eind van de ader. Ze konden het andere stuk van de ader niet terugvinden. Eind 1971 verliet de familie Hulsey de mijn. De mijn en het land eromheen werden overgenomen door het park. De schacht is nu afgesloten met een ijzeren raamwerk. Dit om te voorkomen dat mensen in de schacht vallen.
Sinds het ontstaan van de aarde is er al goud op onze planeet aanwezig maar het is niet op aarde gevormd. Voor de productie van goud zijn kernfusiereacties nodig zijn. Die reacties vinden plaats in sterren die 10 keer zo groot of zo zwaar zijn als onze zon. Het leven van een ster eindigt in een supernova-explosie. Tijdens deze explosie worden er door middel van kernreacties zware metalen gevormd, waaronder goud. Na de explosie worden stofdeeltjes met daarin minuscule beetjes goud de ruimte in geslingerd. Wanneer de stofdeeltjes in het zwaartekrachtveld van een ster zoals onze zon komen en dan klonteren ze samen. Alles met elkaar vormt de samenklonterende materie rond een ster (onze zon) dan uiteindelijk planeten.

Een nieuwe planeet is vaak eerst erg heet en bestaat uit gesmolten lava of magma. Het goud op onze planeet vinden we vooral in kwartsaders die gevormd zijn in het monzogranit (magma). De ophoping of vorming van deze goudaders begint met het langzaam afkoelen van het magma in de aarde. Als het magma afgekoeld gaat het stollen maar het gestolde hete gesteente neemt meer plaats in dan de omringende koudere rotsen. Daardoor ontstaat er druk op de omringende rotslagen en die druk veroorzaakt weer scheuren. In het hete magma zit ook water en dit water is weer rijk aan opgeloste mineralen zoals goud. Het water met de opgeloste goudmineralen wordt door de druk in de ontstane scheuren geperst. Goud heeft echter een betrekkelijk laag smeltpunt, zodat het vaak meegevoerd wordt met het water. De druk voert het water en de mineralen omhoog en dan koelt het af. Het goud slaat neer, gaat kristalliseren en blijft achter in de scheuren en vormen goudaders. De snelheid waarmee de mineralen neerslaan bepaalt de grootte en de hoeveelheid van de goudkristallen die groeien in de scheur of ader.





















Veel is er niet te zien, ja veel rommel. Op een bord is te zien hoe de mijn eruit heeft gezien. Als we het zo bekijken hebben ze nog wel even werk op het weer in de oude staat te herstellen. Even rondlopen maar goed uitkijken. Voordat je het weet trap je in een plank of balk met roestige spijkers. 
Ook lopen we met een grote boog om de scherpe golfplaten. Onder een van de golfplaten is de kleur wat anders. Het is net of ligt er wat te roesten en  we gaan even kijken. Het is geen verroest stuk ijzer maar een grote hagedis . Die is zich aan het opwarmen in de zon. Onbeweeglijk blijft het beest liggen. Geen idee wat voor soort hagedis het is maar zo op afstand is het een prachtig beest, en een grote. Omdat het beest mooi blijft liggen kunnen we er ook mooie foto’s van maken. Later als we de foto’s aan iemand laten zien horen we dat het een chuckwalla is. 

Chuckwallas zijn grote hagedissen die vooral gevonden worden in droge gebieden van de zuidwestelijke Verenigde Staten en Noord-Mexico. Sommigen zijn te vinden op de kust eilanden. Er zijn vijf soorten Chuckwallas. Chuckwalla's danken ook de naam aan de lokale Shoshone indianen, die de hagedis tcaxxwal noemden. Dit werd de Spanjaarden vertaald als chacahuala.
De chuckwalla heeft een plompe lichaamsbouw, de romp is zowel plat als breed en de poten staan naar buiten. De staart is relatief kort en eindigt in een stompe staartpunt; de staart is ongeveer net zo lang als het lichaam. Bij veel andere leguanen is de staart minstens de helft langer. De lichaamslengte varieert van 25 tot 30 centimeter met uitschieters tot ongeveer 45 cm. Na het gilamonster is dit de grootste hagedissen soort die in de Verenigde Staten voorkomt.


De buik kan sterk worden afgeplat zodat het lichaamsoppervlak sterk wordt vergroot en het lichaam meer zonnewarmte kan opnemen. De huid in de nek en langs de flanken zit erg los, vooral bij oudere dieren. Dit wordt veroorzaakt door huidplooien aan weerszijden van de buik en nek. Door de ruwe schubben voelt de huid aan als schuurpapier.

De kleur is bruingrijs tot grijs, sommige exemplaren vertonen groengrijze kleuren. Op de rug zijn kleine lichte vlekjes gelegen die een donkere, brede band hebben en ook de staart is gebandeerd. Jongere dieren zijn sterker gevlekt en gebandeerd met een sterker contrast maar de tekening vervaagt met de jaren. Vrouwtjes veranderen qua tekening niet veel, maar bij de mannetjes kleurt de basiskleur roodbruin tot bruingeel en verdwijnen de kleine vlekjes, de kop kleurt zeer donker tot zwart. Mannetjes worden ook forser en langer, zij hebben een dikkere staartwortel en duidelijk zichtbare femorale poriën, die dienen om geurstoffen af te geven.

De chuckwalla komt voor in Mexico en in de Verenigde Staten in de staten Californië, Nevada, Utah en Arizona. De chuckwalla houdt van dorre en warme gebieden met rotsen, stenen of een vulkanische ondergrond met veel schuilplaatsen. De habitat bestaat uit woestijnen zoals de Sonorawoestijn of in bergstreken met een schrale vegetatie tot bijna 1400 meter boven zeeniveau.
Deze leguaan is overdag actief en schuilt 's nachts tussen rotsspleten. In de winterperiode wordt een winterslaap gehouden om na enkele maanden weer tevoorschijn te komen. Het voedsel bestaat op jonge leeftijd voor een belangrijk deel uit insecten maar al snel gaat de leguaan steeds meer plantendelen eten. Geslachtsrijpe exemplaren zullen de meeste levende prooidieren zelfs negeren, en slechts af en toe een keer toehappen. Ze eten dan voornamelijk bloemen, vruchten, bladeren of de gehele plant als deze niet houtachtig is. Ze lijken net als andere bloem-etende hagedissen een voorkeur te hebben voor geel gekleurde bloemen.

Bij gevaar schuilen ze door snel naar een rotsspleet te vluchten en zich erin te wringen waarna ze zich opblazen met lucht, hierdoor komen ze muurvast te zitten. De oorspronkelijke bewoners van de streken waarin de chuckwalla leeft aten het vlees van deze hagedis. Er zijn zelfs enkele speciale werktuigen gevonden met als doel de dieren uit de schuilplaatsen te krijgen. Deze zogenaamde 'chuckwalla-haak' bestaat uit een stok met een langwerpige als haak vastgebonden steen om ze uit de holen te trekken. Door de hagedis te prikken verdwijnt de lucht uit de longen en kan het dier zich niet langer opblazen.

Zoals veel andere leguanen kunnen ze communiceren door met de kop te knikken, te gapen of het lichaam op- en neer te bewegen; het lijkt dan of ze zich opdrukken. Dit dient om vrouwtjes te lokken en concurrenten weg te jagen. Als een concurrerend mannetje zich daardoor niet laat afschrikken wordt er gebeten of met de staart gemept.
De chuckwalla is eierleggend. Per jaar worden twee legsels gelegd die in grootte variëren van acht tot twaalf stuks. Bij een temperatuur van rond de 30 graden Celsius komen ze na maximaal 75 dagen uit. Alleen tijdens de paartijd zijn ze territoriaal, en is het grootste mannetje de baas over alle kleinere mannetjes in de buurt. Er wordt gepaard van april tot juli, tussen juli en augustus worden de eitjes afgezet, die eind september uitkomen. De jongen die uit het ei komen hebben een lichaamslengte van ongeveer 7 tot 10 centimeter.
Chuckwallas zijn zeer taaie dieren en ze kunnen wel 25 jaar oud worden. Oudere exemplaren zijn behoorlijk log en hebben een waggelende manier van lopen. Omdat het beest mooi blijft liggen kunnen we mooie foto's maken. Later als we de foto's aan iemand laten zien horen we dat het een chuckwalla is.

















Een leuke ervaring zo’n beest te zien. Vooral omdat je het niet verwacht. Het is mooi geweest; we gaan terug. Na een poosje komen we weer bij de trail naar de parkeerplaats waar onze camper staat. Onderweg zien we weer allerlei bloeiende planten. Van groot tot heel klein. Uit de kale grond groeien kleine gele bloempjes. Geen blaadjes maar een geel bloemetje op een steeltje. Het lijkt net of het zo uit de grond komt. Een stukje verderop een barrel cactus met bovenop een paar gele bloemen. In de verte zien we de oase weer liggen. Een groene pluk bomen in een hele grijze dorre omgeving. 

  













 Bij de oase staan ook een paar groene populieren die volop in blad staan en boven alles uitsteken. De wandeling is dezelfde als op de heenweg maar dat is niet erg. Er is genoeg te zien. Bloeiende planten, een paar vogels en af en toe wat insecten. Het is een prachtige wandeling. We komen steeds dichterbij de oase en het blijft toch een wonderlijk gezicht die palmbomen. Hoge stammen met een lange brede rok van dode bladeren en bovenop nog een aantal groene palmbladeren.


Als we bij de camper komen drinken we eerst even wat en komen we even bij. Voordeel van de camper, na zo'n tocht is de koffie dichtbij. Het is rustig op de parkeerplaats, we zijn de enigen. De parkeerplaats bij Cottonwood Spring is het startpunt voor een aantal trails. De bekendste is dus de Lost Palms Oasis Trail.

Een andere trail die bij de parkeerplaats begint is Moorten’s Mill Trail. Een korte 1,1 mile lange trail (heen en terug). De wandeling gaat naar de restanten van de stampmolen uit 1930, die het erts uit de mijnen verpulverende zodat het goud eruit gewassen kon worden.
Er is niet veel meer van over, nog wat funderingen en een paar roestige tanks. Toen er geen erts meer was voor de stampmolen gooide Moorten het over een ander boeg. Hij werd tuinarchitect en zocht naar exotische cactussen in de omgeving. In de jaren ‘50 waren cactussen een rage en hij groef ze uit en vervoerde ze naar de mensen die ze kochten. In Palm Springs hebben Moorten en zijn vrouw Patricia en botanische tuin gesticht; de Botanical Garden.

De Conejo Well and Eagle Mountains Trail begint ook bij de parkeerplaats van Cottonwood Spring. Dit is een lange trail van 13,6 mile heen en terug. Het is eigenlijk geen trail maar een pad voor een four-wheel drive. Dit pad gebruikten ze vroeger voor het transport van en naar een aantal mijnen. Het pad wordt door het park nu als wandelpad onderhouden. Vanaf de parkeerplaats stijgt de trail in noordoostelijke richting. In het eerste gedeelte zijn heesters en struiken geplant. In de buurt van Eagle Mountains vind je cholla, creosoot en yucca’s. De trail gaat door zanderige washes die gemarkeerd zijn met stapeltjes stenen om de route te markeren. Het oude tweesporige pad is nog duidelijk te zien en is vaak nog kaarsrecht. Vanaf Eagle Mountain heb je een prachtig zicht over de omgeving.  

Vandaag moeten we veel reizen dus we gaan weer verder. Over de Pinto Basin Road rijden we richting uitgang van het park. Een halve mijl voor de uitgang is nog een trail en daar willen we nog even kijken. Het is de Bajada Nature Trail en de naam klinkt veelbelovend. Het is een korte trail van 400 meter over een verhard pad. Het is een wijds en glooiend rotsachtig gebied. Naar deze plek is veel puin gespoeld. Het valt ons erg tegen, er is weinig te zien. Het is er heel droog waardoor er bijna ook geen planten staan. We gaan snel weer verder op weg naar de Insterstate 10, op weg naar Phoenix. 




























Het eerste stuk is de weg erg slecht. Kolossale vrachtauto’s rijden ons voorbij en hebben een enorme snelheid, maar alles went en we gaan fleurig mee. Het is een drukke weg en blijkbaar ook een belangrijke voor transport. Er rijdt een stroom vrachtwagens over deze Interstate. Wat ons opvalt is dat er heel veel vrachtwagen met balen hooi onderweg zijn. Allemaal richting Californië. Het zal wel voer zijn voor de grote melkveebedrijven die er in Californië zijn. In Californië is het droog en er zal daardoor wel weinig hooi zijn. Vandaar dat het uit andere staten komt.
Al rijdend komen we ook door het plaatsje Blythe. Het is hier prachtig groen door de landbouw. Er wordt hier van alles verbouwd maar dat kan alleen als de akkers worden beregend. Dat gaat hier gemakkelijk omdat de Colorado River langs Blythe loopt.

Maar Blythe heeft ook nog wat anders. Dat lazen we pas toe ik met het reisverslag bezig was, een artikel over Blythe Intaglios. Dat zijn geogliefen die plat op de grond liggen. De figuren bij Blythe liggen 24 kilometer ten noorden van de stad en ten oosten van de Colorado River in de Colorado-woestijn.
In het zuidwesten van de Verenigde Staten zijn meer dan zeshonderd intaglios te vinden, maar die bij Blythe zijn het leukst om te bezoeken omdat ze zo groot zijn en hun ingewikkelde herkomst. De Blythe Intaglios werden op 12 november 1931 ontdekt door piloot George Palmer die van de Hoover Dam naar Los Angeles vloog. Er zijn in totaal zes figuren die dicht bij elkaar liggen. Het zijn tekeningen van mensen, dieren, objecten en geometrische vormen die je vanuit de lucht kunt zien.

De grootste figuur is 52 meter lang. De intaglio zijn het best te zien vanuit de lucht.
De geoglyphs of intaglio zijn gemaakt door de donkere lagen, steentjes, kiezels etc. weg te halen en te schrapen waardoor de lichter gekleurde ondergrond bloot komt te liggen. Het worden ook wel 'gravel pictogrammen " genoemd. Je vindt ze op meerdere plekken in het zuidoosten van Californië. Alleen de menselijke figuren zijn te vinden in de buurt van  Blythe bij rivier de Colorado. Er zijn ook cijfers maar die zijn zo groot dat alleen de makers, de indianen, ze konden waarnemen. Door luchtfoto’s zijn ze nu ook voor ons zichtbaar. De set van geoglyphs bestaat uit enkele tientallen cijfers en geometrische vormen die naar men vermoed, bedoeld waren voor ceremonieel gebruik. Men vermoed dat ze uit de prehistorie dateren maar de leeftijd en de identiteit van hun makers is nog steeds onzeker. Radiokoolstof onderzoek geeft een leeftijd van tussen de 900 voor tot 1200 na Christus. Over de herkomst van de geogliefen is veel discussie. Sommigen denken dat ze in 1930 zijn gemaakt, anderen denken dat ze vele malen ouder zijn.
We rijden door Blythe maar vanaf de Interstate stelt het niet zoveel voor. Van wat we kunnen zien is het niet echt een bijzondere stad. Langs Blythe stroomt de Colorado River en dat is ook de staatsgrens met Arizona. In Blythe rijden we over een brug en steken de grens over. We verlaten Californië en rijden Arizona binnen. Een groot bord geeft aan dat we de staat Arizona binnen gaan.

De oorsprong van de naam Arizona is niet duidelijk en er zijn verschillende theorieën over. Het woord Ali Sonak van de O'odham indianen, wat  “plaats met kleine bronnen" betekent,  klonk bij de Spanjaarden als arizonac. Een andere mogelijke aanleiding is de Baskische zin Haritz ona, wat "de goede eik" betekent. In voormalig Arizona woonden namelijk talrijke Baskische schaapherders. Arizona heeft ook veel bijnamen. De bekendste is de Four Corners-state. Deze term wordt gebruikt omdat er maar één punt in Amerika is waar vier staten aan elkaar grenzen. De andere drie staten zijn Utah, Colorado en New Mexico. Andere bijnamen zijn Grand Canyon State of Copper State. De geschiedenis van Arizona is er één van America's Old West. Er werden diverse Indianenoorlogen gevoerd met daarin bekende Indianenhoofdmannen als Cochise en Geronimo. Ook een van de geruchtmakende gunfights, the gunfight at the O.K. Corral heeft in Arizona, in de stad Tombstone, plaatsgevonden. In Arizona woont nu de grootste indianenpopulatie van de US, er wonen nu 14 stammen in 20 reservaten.

Het gebied dat nu de staat Arizona vormt, werd het eerst bevolkt door Ancient Pueblo-indianen, ook wel Anasazi genoemd. Door onbekende oorzaak zijn deze oude culturen verdwenen. Later kwamen in dit gebied de Hopi’s en de Navajo. De eerste Spaanse ontdekkingsreizigers, een Franciscaner monnik en wat goudzoekers, trokken het gebied rond 1539 binnen. Zij waren op zoek naar de “Seven Cities of Gold”, een mythe die ook wel “Cibola” genoemd wordt. Volgens deze mythe waren aan de andere kant van de woestijn zeven steden van goud te vinden. Naast de zoektocht naar de Cibola waren de monniken voornamelijk met missiewerk bezig.

Aan het eind van de 17e eeuw werd er een reeks missieposten opgericht met als doel de inheemse bevolking te bekeren tot het christendom. In 1775 stichtten de Spanjaarden Fort Tucson. Na eeuwen in Spaanse handen te zijn geweest, werd het gebied in 1810 een onderdeel van Mexico. Na afloop van de Mexicaans-Amerikaanse Oorlog in 1848 moest Mexico het gebied grotendeels afstaan aan de Verenigde Staten. In 1853 kochten de VS nog een gebied in het zuiden, een transactie die bekendstaat als de Gadsden aankoop. Aanvankelijk werd Arizona bestuurd als onderdeel van het New Mexico Territory totdat het in 1863 een zelfstandig territorium werd. Op 14 februari 1912 werd Arizona formeel, als 48e, een staat van de Verenigde Staten.
 
Geografisch gezien is Arizona, dat bekendstaat om zijn natuurschoon, een staat van extremen. Arizona bestaat voor een groot gedeelte uit woestijn terwijl een ander deel van de staat deel is van de Rocky Mountains, met Humphreys Peak (3851 meter) als hoogste punt van de staat. Arizona heeft voornamelijk een woestijnklimaat, hete zomers maar ook nachtvorst, vooral in de winter. In het noordelijke deel van Arizona, dat hoger ligt dan de rest, is het klimaat aanmerkelijk kouder met temperaturen die ver onder het vriespunt kunnen komen. In de hoofdstad Phoenix is het vaak 100 graden F (38 graden C) of hoger en is deze stad is daarmee één van de heetste steden in Amerika.
Tijdens de Grote Depressie werd Arizona zwaar getroffen maar het herstel werd al vlug ingezet, mede door de toeristenindustrie. Die is  tot op de dag van vandaag van belang  voor de staat. De belangrijkste rivier is de Colorado, die een gedeelte van de westgrens vormt. De rivier stroomt onder meer door de beroemde Grand Canyon. Deze canyon is een van de zeven natuurlijke wonderen van de wereld en is grotendeels opgenomen in het Grand Canyon National Park. Een van de eerste nationale parken in de Verenigde Staten. President Theodore Roosevelt was een groot voorstander van het aanwijzen van het Grand Canyon gebied als Nationaal Park ook om reden dat hij graag mocht jagen op de mountain lion en om te genieten van het bijzondere landschap. Andere opmerkelijke natuurgebieden in Arizona zijn de Painted Desert en Monument Valley (op de grens met de staat Utah) en The Wave.














Over de Interstate verder richting Phoenix. Het is een mooi gezicht de Interstate 10. Twee banen aan elke kant die in de verte verdwijnen, prachtig. Dit is een beeld wat we niet in Nederland te zien krijgen, ook niet als je door de polders rijdt. Tijdens de rit zien we een bord langs de weg met Lewis Prison. Niet veel later nog een bord, u nadert een gevangenis; geen lifters meenemen! Ha, ha, jammer voor de andere lifters. Trouwens een vreselijke plaats voor een gevangenis want in de verre omtrek is helemaal niets te zien en zeker geen plaats om je te verstoppen mocht je ontsnappen.

Onderweg overleggen we even of we wel of niet een bezoek aan Phoenix zullen doen. Phoenix heeft een paar attracties, gebouwen en bijzonderheden die een bezoek waard zijn. Het is een grote stad, met 1,5 miljoen inwoners en we hebben het gevoel dat we daar verdwalen met onze camper. Er is geen tomtom aan boord en we hebben geen goede plattegrond van de stad. Eerst maar wat eten en we zoeken een plekje om van de Interstate af te komen. Niet veel later zien we een afslag en een stukje verder is een pad naar een weiland met een vee rooster. Daar kunnen we mooie even staan voor de lunch.

Nanda maakt en soepje en in de tussentijd kan ik mooi even de omgeving verkennen. Niet dat er veel te zien is. Droge weilanden met dor gras en hier en daar struiken en bosschages. In de verte zien we koeien lopen, nou die hebben niet veel te eten. Waar die beesten van leven is niet duidelijk.














 Voor het weiland staat een hek en dat is letterlijk afgesloten. Wij doen een ketting om het hek maar hier hebben ze en ketting van allemaal hangsloten. Ja zo kan het ook. Onder de lunch kunnen we mooi naar buiten kijken en dan zien we allemaal prairie dogs lopen. Grappige diertjes. Nu we het in de gaten hebben zien we er steeds meer. Als ze schrikken is floep terug in het hol. We zien grote en kleine en sommige doen een wedstrijdje hardlopen en hollen van het ene hol naar het andere. Leuk vermaak.

Nog even over Phoenix. We besluiten de stad maar over te slaan en maar gelijk door te rijden richting Tucson. Morgenochtend vroeg willen we namelijk Pima Air & Space Museum en boneyard bezoeken en dan zijn we er mooi vroeg. De boneyard is op zaterdag en zondag niet open dus moet het morgen wel. Ja en wat missen we dan in Phoenix.

Het gebied van Phoenix is al heel oud en wordt ook wel Vallei van de Zon genoemd. Het beste bewijs vormt de Pueblo Grande Ruïnes. Deze werden van 800 tot ongeveer 1400 werd bewoond door de Hohokam en later de Navajo. Zij bewerkten het land en legden tweehonderd kilometer irrigatiekanalen aan om hun landbouwgronden van water te voorzien. Na de Hohokam bewoonden de Pima het gebied.
Hun nederzetting werd 'rotting hay' (rottend hooi) genoemd. De meeste leden van het Pimavolk wonen nu in de Salt River Pima-Maricopa Indian Community, ten oosten van Scottsdale.

Eind zeventiende eeuw waren de Spanjaarden heer en meester van Phoenix en omgeving.  Na de afscheiding van Mexico van Spanje werd het Mexicaans grondgebied. Toen Mexico in 1848 definitief de oorlog met Amerika verloor, kwam het in handen van Amerika. Trouwens van het huidige Phoenix in Arizona was nog geen sprake. Phoenix hoorde nog bij New Mexico.

In 1867 bezocht burgeroorlogsveteraan Jack Swilling, tijdens zijn zoektocht naar geld en geluk, het gebied rond Phoenix. Swilling zag de uitgestrekte vlakten en het warme klimaat als perfecte omstandigheden voor het opzetten van grote boerderijen. Het tekort aan water loste hij op met de door de indianen eeuwen eerder gegraven kanalen opnieuw in gebruik te nemen. De naam Phoenix stamt uit deze tijd en heeft betrekking op de nieuwe stad die oprees uit haar oude ruïnes, net zoals een feniks herboren wordt uit zijn eigen as.
De vruchtbare grond zorgde in de beginjaren van 1870 voor goede leefomstandigheden. De bevolking nam toe en bouwde huizen, winkels, kerken en scholen. De stad groeide enorm en in 1881 werd het dorp Phoenix een stad. Door de aanleg van een treinspoor groeide de stad explosief en in de daaropvolgende jaren groeide de economie snel door de goede ligging en de aanwezigheid van veel grondstoffen. De mijnbouw werd een belangrijke bron van inkomsten. In 1912 werd de staat Arizona uitgeroepen met Phoenix als hoofdstad. Vandaag de dag is Phoenix uitgegroeid tot de grootste stad van Arizona en behoort het tot de grootste steden van Amerika. 

Sinds 1979 is de stad Phoenix verdeeld in stedelijke dorpen. Veel gebieden zijn gebaseerd op historisch belangrijke buurten en gemeenschappen uit het begin van Phoenix. Er zijn 15 stedelijke dorpen: Ahwatukee Foothills, Alhambra , Camelback East , Central City , Deer Valley , Desert View, Encanto , Estralla, Laveen , Maryvale , Noord-Gateway, North Mountain, Paradise Valley, Rio Vista , en South Mountain. Verder zijn er nog een groot aantal voorsteden rond Phoenix waarvan Scottsdale, Tempe en Mesa de bekendste zijn.

We hadden een heel lijstje met locaties en attracties in Phoenix die de moeite waard moesten zijn zoals het Heritage and Sciense Park.  Het park bevat zowel het Arizona Science Center en Historic Heritage Square. In het Arizona Science Center vind je intrigerende mysteries die je aan de hand van films en diverse tentoonstellingen kunt ontrafelen. In het Historic Heritage Square ga terug in de tijd van het victoriaanse Phoenix, eind negentiende, begin twintigste eeuw.
Het Heard Museum biedt onderdak aan meer dan 30.000 kunstvoorwerpen over de geschiedenis van de indianen in het zuidwesten van de USA. Het museum was een privéverzameling van Dwight Heard en zijn vrouw. Het is een uitgebreid museum met onder andere kachina-poppen, manden, aardewerk en textiel. Meer indianenerfgoed vind je in het Pueblo Grande Museum.
In het Phoenix Art  Museum is een overzicht van moderne kunst uit de Verenigde Staten en Europa. Er zijn werken en exposities van Amerikaanse schilders uit de achttiende en negentiende eeuw. Er is ook een expositie van Gilbert Stewart, de man die de tekening van George Washington maakte die op ieder dollarbiljet prijkt.
Arizona Mining and Mineral Museum. Toen de Amerikaanse Burgeroorlog afgelopen was trokken veel Amerikanen naar het westen. Ze gingen op zoek naar waardevolle mineralen en ertsen. In de omgeving rond Phoenix trof men veel ijzer, zilver en goud aan. Het museum is het grootste mijnmuseum van het zuidwesten en toont de rijke historie van de mijnbouw in Arizona. Het museum heeft ook een grote verzameling mineralen, ertsen en fossielen.
Het Arizona State Capitol werd in 1900 gebouwd en tot 1960 was het parlement van Arizona daar gevestigd. Nu is het een museum en dagelijks zijn er verschillende rondleidingen. Deze gaan langs de oorspronkelijke kamers en vergaderzalen van het Capitool gebouw. In het museum is ook een uitgebreide fotocollectie over de geschiedenis van Phoenix.  
Mystery Castle is een kasteel van Boyce Luther Gulley als cadeau voor zijn dochter. Het kasteel telt achttien kamers en is vervaardigd uit uiteenlopende en vaak afgedankte materialen, waaronder autobanden.
Het South Mountain Park is een van de grootste stadsparken van Amerika. Het park heeft meer dan tachtig kilometer aan paden voor ruiters, wandelaars en mountainbikers. Een mooi uitzicht punt over het park en de stad is er van Dobbins Lookout.
Een ander park is Papago Park. In dit park is de Desert Botanical Garden met meer dan 20.000 cactussen en woestijnplanten van over de hele wereld.
Wesley Bolin Memorial staat tegenover het Capitol. Het plein is de thuisbasis van 30 gedenktekens en 25 beelden gewijd aan belangrijke individuen, organisaties en voorwerpen uit Arizona. Je vindt er de mast, het anker en een 14-inch kanon van de USS Arizona. Verder gedenktekens van grote oorlogen, zoals de Eerste en Tweede Wereldoorlog, de Koreaanse en Vietnamese oorlog, Operatie Desert Storm en Amerika's eerste monument van de Bill of Rights. 
Rosson House is een huis met torentjes en werd gebouwd tussen 1894 en 1895 en is nog steeds in oorspronkelijke staat. Het is vernoemd naar Dr. Roland Lee Rosson (arts en later burgemeester) en zijn vrouw Flora Murray Rosson. Het is nu een historisch huis museum. 
Stevens House & Arizona Doll & Toy Museum.  Een rood bakstenen huis met zuilenterras. In het huis is een tentoonstelling over poppen en speelgoed. 
Pueblo Grande Museum is gevestigd op de plaats van een 1500 jaar oude nederzetting van de Hohokam Indianen. In het museum is te zien hoe zij leefden en werkten. 
Hall of Flame is een museum over de brandweer en de brandbestrijding. Het gaat niet alleen over de brandweer in de VS maar ook van andere landen.
De Phoenix Zoo is een beroemde dierentuin met dieren in hun natuurlijke habitat. Deze dierentuin werkt ook met succes aan fokprogramma’s.

Vlakbij Phoenix ligt Scottsdale. Scottsdale heeft de bijnaam Beverly Hills van Phoenix en is een voorstad van Phoenix. Het werd eigenlijk gesticht door Winfield Scott, waarnaar de stad ook is vernoemd. In 1888 bezocht Scott, een kapelaan van het Amerikaanse leger, de Salt River Valley. Scott was onder de indruk, kocht een groot stuk land nabij het huidige centrum ('downtown') en begon er een landbouwbedrijf. Het aangename klimaat, de mooie omgeving en de irrigatiemogelijkheden zorgden voor de komst van meer landbouwers. Deze vroege bewoners richtten in 1896 de Scottsdale publieke school op, waardoor ontluikende kunstenaars en schrijvers gestimuleerd werden. 
Als gevolg van de bouw van de Granite Reef Dam in 1908 en de Roosevelt Dam in 1911 veranderde de Salt River Valley. Het water kon nu nog beter gebruikt worden en het aantal ranches nam toe, met in 1916 de opening van de grootste ranch van allemaal, de DC Ranch.

Tijdens de Grote Depressie kwamen er kunstenaars en architecten naar Scottsdale. Onder hen de befaamde architect Frank Lloyd Wright. In 1937 kocht Wright een lap grond aan de voet van de Mc Dowellmountains. Hier bouwde hij zijn winterverblijf en hoofdkantoor van zijn architectenbureau. Tegenwoordig heet het Taliesin West en is het de belangrijkste locatie van Frank Lloyd Wright School of Architecture. Er zijn rondleidingen over de campus waar je kennis kunt nemen over de architectonische hoogstandjes die hier te vinden zijn.

In de Tweede Wereldoorlog was Scottsdale ook belangrijk. In 1942 werd Thunderbird II Airfield geopend. Het was een trainingslocatie voor piloten en er was een krijgsgevangenenkamp.
Na de oorlog werd Scottsdale op de kaart gezet als 'west most western town' vanwege de vele ranches en wildwestsfeer. In de jaren die volgden, groeide de stad snel. In 1951 woonden er tweeduizend mensen op één vierkante kilometer, in de jaren zestig steeg het inwoneraantal tot tienduizend. Weer tien jaar later was het inwoneraantal zelfs zesmaal toegenomen. 

Nieuwe resorts schoten als paddenstoelen uit de grond. Scottsdale kan worden verdeeld in vier gebieden: Zuid-Scottsdale, Old Town Scottsdale, Central Scottsdale en Noord-Scottsdale. Het uitgaansleven van de stad bevindt zich voornamelijk in South Scottsdale, ook vind je hier de meeste galeries. In Old Town zijn veel gezellige restaurantjes, barretjes en cowboyshops.
Verder vind je hier een van de twintig grootste overdekte winkelcentra van de VS: de Fashions Square Mall. North Scottsdale is de rijkste wijk van Scottsdale. Er staan grote, dure huizen en veel bedrijven hebben hier hun hoofdkantoor. Vandaag de dag is Scottsdale een bekende vakantiebestemming. De stad verwelkomt jaarlijks zes miljoen bezoekers.

In en om Scottsdale is het volgende te bezoeken of te bezichtigen. De voorstad staat bekend om zijn uitgebreide collecties aan hedendaagse en moderne kunst. Daarnaast profileert Scottsdale zich als dé western stad van het westen, en houdt ze vast aan haar oude cowboytradities. De meeste van de 125 professionele galeries hebben kunst in westernstijl.
Het Scottsdale Museum of Contemporary Art en het Scottsdale Historical Museum zouden aanraders zijn.                                                                                                               
In de omgeving van Phoenix is Camelback Mountain een grote bultige berg. De berg is gevormd door opgestuwd vulkaanmateriaal, zoals graniet en zandsteen. De berg maakt deel uit van de Camelback Mountain Echo Canyon Recreation Area. Er is een route naar de top vanwaar je een mooi uitzicht hebt op de omgeving.
Scottsdale Mc Dowell Sonoran Preserve, bij Phoenix, is de grootste stedelijke wildernis van de VS. Je vindt hier meer dan honderd kilometer aan paden door het woestijnlandschap.
Het Scottsdale Museum of Contemporary Art heeft een bijzondere collectie kunstobjecten. De Scottsdale Art Walk is een galerij met prachtige schilderijen
Er zijn ook enkele historische gebouwen in Scottsdale die de moeite waard zijn zoals het George Ellis House uit 1925. De Scottsdale Grammar School is gebouwd in 1902. Het was de eerste basisschool in het gebied en is nog steeds te bezichtigen. Ook heel mooi is het Frank Titus House uit 1875.


Van al het rijden heeft onze camper dorst gekregen dus we moeten even een tankstation op zoeken. Een tijdje later zien we langs de weg een bord staan dat een aantal mijlen verderop een tankstation is. De prijs per gallon is niet zo hoog dus we besluiten maar even te gaan tanken. De camper is een benzine slurper en heeft dus grote dorst. Er gaat meer dan 40 gallon in en dat is 150 liter. Een dure tankbuurt maar het is vakantie en als je ergens wilt komen kost dat nou eenmaal geld. Van de gelegenheid maken we ook gebruik het voorruit schoon te maken. Door de vliegen, die zich op het raam te pletter vliegen, is het zicht niet meer helder. Dat is vooral lastig als je onderweg door het raam foto’s wilt maken.














 Langs de Interstate zagen we ook grote struiken tot kleine bomen met gele bloemen. In de berm bij het tankstation staan er ook een paar. Even kijken wat het is. Op de Interstate kun je niet stoppen maar nu hebben we even de kans om te zien wat het is. Het is een heel andere struik dan wij kennen. De boom heeft een groene stam en groene takken, de bloemen zijn geel tot licht geel. Later krijgen we te horen dat het de Palo Verde Tree is, een vrij algemene boom in het Zuiden van Arizona
From Wikipedia, the free encyclopedia

De Palo Verde Tree is in de USA ook bekend als yellow palo verde, foothill palo verde of little-leaved palo verde.
Het is een inheemse struik tot kleine boom in het zuidwesten van de Verenigde Staten en dan met name in het zuidoosten van Californië, zuiden van Arizona, Noordwest Mexico, Sonora en Baja California. De plant komt vooral voor op hellingen, en is een van de meest voorkomende bomen in de Sonora woestijn.  

De Palo Verde is een borstelige, rechtop-vertakkende boom en hij groeit heel langzaam. Daardoor kan deze boom wel honderd jaar worden. Door de moeilijke omstandigheden wordt het ook geen grote boom, ongeveer 5 meter en heel zelden 6 tot 7 meter. De bladeren zijn geelgroen en tijdens een droge periode laat het zijn blad vallen.
Omdat de groeiomstandigheden moeilijk zijn is er ook fotosynthese via de bast, Vandaar dat de takken en stam groen zijn van kleur. Hierdoor kan de plant, als het kaal is, zelfs overleven in warmere perioden.

In het voorjaar komen de bloemen aan het eind van de takken tevoorschijn. Ze zijn klein, lichtgeel van kleur. Afhankelijk van de hoeveelheid neerslag kan de boom elk jaar bloeien. Bij voldoende neerslag komen er ook zaden in 4-8 cm lange, zachte peulen. De peulen rijpen in juli. Als de zaden rijp zijn vallen ze uit de peulen. Veel knaagdieren verzamelen de zaden of stoppen ze onder de grond voor later. Een aantal van die zaden zal na een regenseizoen ontkiemen. De zaailingen zijn de eerste drie maanden zeer gevoelig voor droogte, maar 1,6% overleeft het. 

De Palo Verde heeft het erg moeilijk door het Buffelgrass. Dat is een exotisch soort van gras en afkomstig uit Afrika. Het werd voor het eerst geïntroduceerd in de Sonora woestijn als gras voor vee. Echter het gras verspreidt zich zeer snel waardoor zaailingen van de Palo Verde niet kunnen ontkiemen door de concurrentie van het beschikbare water.  

Met een grote lus gaan we om de stad Phoenix heen en nemen de 85 South die ook wel Phoenix Bypass Route of te S. Oglesby Road wordt genoemd. Deze weg is veel beter onderhouden dan de Interstate en er is ook minder verkeer. Aan weerskanten van de weg een verzameling hele grote loodsen waar vee in gehouden wordt. Geen idee hoe lang zo'n loods is en hoeveel vee er in kan. Maar het is Amerika dus alles is big. Verderop zien we een stuk landbouwgrond met mais en luzerne. Fijn om weer frisgroen te zien.














Dat het hier zo groen is zal wel komen omdat ze alles beregenen. Als we door rijden zien we ook waar ze al het water voor het beregenen vandaan halen, uit de Gila River. Dit is een zijrivier van de Colorado River.



In de buurt van Gila Bend slaan we af op de I 8 East, richting Tucson. De omgeving ziet er heel anders uit, droger, rotsachtiger en we zien ook de eerste reuzencactussen, de saguaro. We rijden door het Sonora Desert National Monument. Dit park ligt in één van de 4 woestijnen in Zuid-Amerika, in de Sonora Desert.

De Sonora Desert (Sonorawoestijn) of Sonoraanse Woestijn is een enorme woestijn. Het beslaat een groot gedeelte van de Mexicaanse staten Sonora, Baja California en in de Amerikaanse staten Californië en Arizona. De woestijn heeft een oppervlakte van zo'n 320.000 km². Het is één van de heetste en droogste streken van Noord-Amerika. In het noorden grenst de Sonorawoestijn aan de Mojavewoestijn en in het oosten aan de Chihuahuawoestijn.

Ondanks de droogte leven er veel planten en dieren in deze woestijn. In deze woestijn leven zo'n 300 verschillende soorten vogels zoals de grote renkoekoek. Verder en een aantal hagedissensoorten, waaronder het Gilamonster, en de Chuckwalla. Ook de tijgersalamander komt ervoor.

In de Sonora Desert liggen verschillende Nationale Parken, National Monuments en andere parken. Ten zuidoosten van Phoenix en ten zuiden van Goodyear en Buckeye vind je het Sonora Desert National Monument. Het is nog niet zo lang een National Monument, dat gebeurde pas in 2001. Het park wordt beheerd door het Amerikaanse Bureau of Land Management.

Sonora Desert National Monument is dus ook maar een klein deel van de Sonorawoestijn. Het park is daardoor ook meer een voorbeeld van de planten en dieren die in de Sonorawoestijn groeien en leven. De Saguaro cactus komt er heel veel voor en er zijn zelfs saguaro bossen.


Het monument heeft ook drie verschillende bergketens zoals de Noord Maricopa Mountains Wilderness, South Maricopa Mountains Wilderness en de Table Top Wilderness. Tussen de bergketens liggen brede en grote valleien. Het monument heeft 3 gebieden met belangrijke archeologische en historische plekken. 

Het park is nog niet echt bekend en wordt ook nog niet zoveel bezocht. Dat komt misschien ook omdat het park bijna geen faciliteiten en voorzieningen heeft. Er zijn alleen toiletten. In het park zijn ook een aantal wandelpaden. In de Noord-Maricopa Mountains Wilderness bevindt zich de 9 mijl lange Cove Trail Margie's en de 6 mijl lange Brittlebush Trail. De Table Top Wilderness bergketen heeft de 7 mijl lange Lava Flow Trail en de 3 mijl lange Table Top Trail. De beroemde expeditie route van De Anza loopt ook door dit park en wordt Juan Bautista de Anza National Historic Trail genoemd.

Dit park doen we niet aan ten eerste omdat we geen tijd hebben en ten tweede hadden we het ook niet in ons programma staan. Geen rekening mee gehouden. Maar dat is niet erg, we krijgen de komende weken nog genoeg te zien. Aan weerskanten van de weg zien we heuvels, bergen en dus de suguaro cactussen. Daartussen lage struiken en in de verte grote hoge bergen waarschijnlijk die van de Table Top Wilderness.

De planning voor vandaag hebben we wat omgegooid. De bedoeling was om deze middag Phoenix bezoeken en dan onder in Phoenix, in het zuiden, te overnachten. Dan de volgende ochtend Casa Grande Ruins National Monument bezoeken en dan naar Pima Airspace Museum en de Boneyard. Omdat we Phoenix overslaan zit Casa Grande er ook niet in. We zouden het nu nog wel kunnen doen maar het is al redelijk laat in de middag.
Vanaf de plaats Casa Grande is het ongeveer nog 45 minuten rijden, dan nog even kijken, minimaal een uur en dan een camping opzoeken. Dan zijn we ruim 2,5 uur verder en dat wordt ons te laat. Casa Grande Ruins National Monument slaan we dus over, we krijgen tijdens onze reis nog wel andere locaties te zien met ruïnes van de Hohokam indianen.

Casa Grande Ruins National Monument zijn we dus niet geweest. We hebben erover gelezen dat wat het eerst opvalt is, is de moderne overkapping. Over het monument is in 1932 een stalen baldakijn gebouwd. Die overkapping, van de landschapsarchitect Frederick Law Olmsted, moet het gebouw of wel de ruïne beschermen tegen de elementen.
De Hohokam was niet echt een indianenstam. Het is een verzamelnaam voor de verre voorouder van de historische Pima en Tohono O'odham volkeren die in Zuid-Arizona  leefden.
De Hohokam hebben dit gebouw in het verre verleden gebouwd. De Hohokam was een prehistorisch volk. Om in hun levensbehoefte te voorzien hielden de voorouders van dit volk zich duizenden jaren voor Christus al met landbouw bezig. In de vierde eeuw na Christus begonnen ze met de aanleg van kanalen om hun akkers te irrigeren. Het grootse irrigatiekanaal is zelfs meer dan tien meter breed. In totaal was het kanalenstelsel meer dan 1600 kilometer lang! Dankzij deze irrigatie konden de Hohokam zich over de verschillende riviervalleien van Arizona verspreiden. Zelfs in het droge klimaat van Arizona konden ze zoveel verbouwen, dat ze de overhielden en dit konden verhandelen aan andere volken.

In de 14e eeuw hebben ze Casa Grande gebouwd als onderdeel van een ommuurde nederzetting. Het grote huis is het grootste gebouw dat de Hohokam gebouwd hebben. Het hele gebouw is 60 meter bij 40 meter breed aan de basis. Het gebouw heeft/had drie verdiepingen met soms muren van meer dan een meter dik. Waar het gebouw voor diende is niet duidelijk maar men vermoed dat het bedoeld was om astronomische observaties te doen. De vier muren staan gelijk met de punten van het kompas en een aantal van de ramen zijn gericht op de posities van de zon en de maan op specifieke tijden.

De gebouwen werden opgetrokken met adobe. Adobe is een bouwmateriaal bestaande uit zand, water, klei en organische materialen zoals stro en mest. Het mengsel wordt in een mal gestampt en buiten in de zon gedroogd. Of er werd een muur opgetrokken door laag voor laag aan te smeren. Vooral in Zuid-Amerika en in het zuidwesten van Noord-Amerika zijn gebouwen van adobe te vinden. Het was het vroegste bouwmateriaal wat er was en werd en wordt, wereldwijd gebruikt. Adobe betekent mudbrick in het Spaans en een andere naam is, door het drogen in de zon, zonsteen.
Omstreeks 1450 hebben de Hohokam het complex verlaten. Dit was ook de periode dat de Hohokam zich overal terugtrokken en uiteindelijk verdwenen. Niemand weet precies wat hier de reden voor was maar waarschijnlijk door toenemende droogte of uitputting van de waterbronnen. Casa Grande bleef achter in de woestijn en verweerde langzaam door weer, wind en vandalisme door latere bezoekers. In 1892 werd het als eerste archeologische vindplaats in de VS beschermd.

De ruïnes zijn toegankelijk gemaakt met paden die er doorheen lopen. Het grote gebouw zelf is niet toegankelijk, maar je kunt tot aan de verweerde muren lopen en zien hoe de constructie in elkaar steekt. Iets ten noorden van de parkeerplaats is een andere archeologische vondst te zien, een balspeelveld van de Hohokam ouder dan de Casa Grande ruïnes. Op het complex is een bezoekerscentrum met boekwinkel, museum, filmzaal en een picknickplaats. Er worden ook rondleidingen verzorgd.


Casa Grande Ruins slaan we dus over en Phoenix laten we links liggen. We slaan af richting Tucson en hopen dat we onderweg een RV-park zien. Onderweg zien we de nodige dingen. Politieauto’s die met zwaailichten langs de kant van de weg staan.
Het betreft geen ongeluk of aanhouding maar ze staan bij weg werkzaamheden. Daar leent de Nederlandse politie zich niet voor. Daar hebben we speciale wegafzettingen voor. Langs de weg soms een kraam met vlaggen en badhanddoeken. Ja handel is handel. 














Onderweg zien we akkers zover het oog rijkt. Ja het is Amerika en alles is large. Ze zijn druk bezig met ploegen en andere landbouwwerkzaamheden. Onderweg hebben we ook allerlei vreemde voertuigen gezien. Vaak zie je ze niet aankomen en kun je er geen foto van maken. Zo hebben we een auto met een aanhanger gezien waarop een sportvliegtuigje stond. Onderweg komt ons een motor met drie wielen voorbij, twee wielen voor en één achter. Volgens ons is deze persoon nooit van zijn driewielertje afgekomen en heeft hij nog steeds steunwieltjes nodig.

In de verte zien we een vreemde rotspartij, lijkt wel een kathedraal. Even op de kaart kijken of we erachter kunnen komen wat het is, het is Picacho Peak State Park.
Het is een state park rondom de Picacho Peak. Het park ligt tussen Casa Grande en Tucson en langs Interstate 10.
De spits, 110 meter, steekt boven alles uit en is zelfs te zien vanuit het centrum van Tucson, een afstand van 72 km. Waarschijnlijk is het een overblijfsel van een vulkaan. De naam is logisch: "picacho" betekent "grote piek" in het Spaans.

Het park staat bekend om zijn wilde bloemen die na de winterregen van half maart tot begin april verschijnen. Hoewel het park pal naast de Interstate ligt, is de westzijde van het park nog een ongerept gedeelte van Sonora woestijn. De vlakke top is via twee trails te bereiken. Sommige stukken van de route zijn gevaarlijk en wandelaars worden geholpen met kabels en kettingen om de top te bereiken. Vanaf de top is er een prachtig uitzicht, naar het zuiden de Santa Catalina Mountains die in de buurt van Tucson liggen en naar het noorden Tabletop Mountain in de buurt van Casa Grande. Aan de voet van de berg liggen boerderijen in een schilderachtige vallei van de woestijn.

Ook Picacho Peak State Park laten we aan ons     voorbij gaan. Onderweg zien we geen borden van een RV-park en als we een tankstation zien stoppen we daar even. Even vragen waar een camping is waar we kunnen overnachten. Het blijkt dat we terug moeten rijden naar Picacho of naar Tucson. Picacho zijn we net voorbijgereden dus rijden we terug. Na een klein stukje rijden komen we aan bij een camping, Picacho /Tucson NW KOA, 18428 S. Picacho Hwy, Picacho, een   KOA-camping.

Hup naar de receptie en even horen of er nog plek is, en die is er. We horen dat het hier 86 graden Fahrenheit is, dat is ongeveer 29-30 C. Warm maar aangenaam, en gelukkig waait het wat. Het is een mooie camping maar we zoeken eerst ons plekje op en gaan ons installeren. Als we de camping opkomen zien we dat er plaats genoeg is. Op ons plekje sluiten we het water en de stroom weer aan en zetten een bakje. Tuinstoeltjes voor de camper en genieten, koffie, zon en rust. Onze gastheer komt even langs en we maken een praatje. Hij waarschuwt ons dat er vanavond weleens wat lawaai kan zijn, want hij is vandaag jarig. Hij wordt 70 en geeft een feestje. Gefeliciteerd en gezien de leeftijd zal het wel wat meevallen met het lawaai, er zal wel geen disco zijn. Onze gastheer/vrouw op de KOA zijn een echtpaar en hij vertelt ook dat ze morgen weer verder gaan met hun eigen camper. Naar een koelere regio. Ze hebben geen eigen woning meer, alleen een camper en gaan met het mooie weer mee. Voor en plekje op een camping gaan ze werken op die camping. Mooie manier om met pensioen te gaan. We wensen hem nog een fijne verjaardag en een goede tijd.

Op de camping staan allerlei bloeiende planten en een aantal soorten cactussen en die bloeien prachtig. Even kijken en wat foto’s maken. De soort die het er meest staat is de schijf- of vijgcactus. Het is een cactus soort die je veel tegenkomt in Joshua Tree NP en in heel Arizona. In het latijn heet deze cactus Opuntia en het is een grote familie met veel soorten. Ze worden schijfcactus genoemd omdat de soort in het nieuwe groeiseizoen nieuwe schijven vormt. De naam vijgcactus is afkomstig van de vruchten die vaak na de bloemen tevoorschijn  komen.  Die vruchten lijken op vijgen.

Sommige soorten worden om die vruchten, eetbare cactusvijgen, gekweekt. Ook de jonge schijven van de plant worden soms als groente gegeten. De schijfcactus wordt in sommige landen ook gekweekt voor de productie van kleurstoffen. De cochenilleluis levert een rode kleurstof op, E120, Karmijn of Cochenille. Deze kleurstoffen worden in veel voedingsmiddelen  verwerkt en zijn dus gemaakt van de cochenille-schildluis.
Alle cactussen hebben grote en kleine stekels maar de stekels van de Opuntia cactus hebben ook glochiden, (kussens met hele kleine stekels). Glochiden zijn kleine, bijna onzichtbare, van weerhaken voorziene, haartjes van 2 tot 3 mm lang op de areolen van cactussen (met name uit het geslacht Opuntia en verwanten) en op andere planten.
Glochiden van Opuntia's breken makkelijk af van de plant en blijven met tientallen of zelfs honderden in de huid steken bij aanraking van de plant. De in de huid achtergebleven stekels gaan irriteren en veroorzaken rode vlekken. Verwijderen van de glochiden van de huid gaat het makkelijkst door er plakband of een pleister op te plakken en dan weer los te trekken.














Om de receptie en bij het zwembad hangen flesjes voor de kolibries. Die maken er dankbaar gebruik van. Het is een agressief vogeltje. Aan sommige flessen zitten wel 4 openingen en in principe kunnen er 4 kolibries gelijk drinken maar dat gebeurt nooit. Ze kunnen het niet verdagen als een ander er ook bij zit. Ze zijn daardoor behoorlijk agressief naar elkaar. Trouwens ze hebben prachtige kleuren. Als het licht op een bepaalde manier op de veren schijnt spiegelt het bijna. De mannetjes zijn mooier gekleurd dan de vrouwtjes. Verder nog even foto’s maken van de andere bloeiende planten die hier staan.




Het is een prachtige en rustige camping. Na het eten gaan we weer onze dagelijkse plichten doen. Afwassen en met ons blog bezig. Nanda schrijft het stukje en ik zoek de foto’s uit die we willen versturen. In totaal kunnen in ons blog 250 foto’s dus moeten we ze per dag verdelen. Zoveel reisdagen is maximaal zoveel foto’s per dag. Om ze te kunnen uploaden moeten we ze wel verkleinen want als de wifiverbinding ook nog eens niet optimaal is lukt het niet. In Nederland liggen ze nu op een oor en als ze morgenochtend de mail openen hebben ze gelijk een mailtje dat er weer een verhaal van ons is. Als wij dan weer opstaan lezen wij de reacties weer. Dit is wel heel leuk. Na het versturen van het blog nog even lezen en nog wat drinken en dan onder de wol. Morgen een nieuwe dag met nieuwe avonturen. Totaal 319 miles gereden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Onze reiservaringen per auto en camper van San Francisco naar Las Vegas.

Het is voorbij; de reis van 39 dagen is omgevlogen. Een geweldige reis en als we de foto’s en het reisverslag zien genieten we weer met...