Maandag 11 april 2016,
Up
to the desert
Op
de camping waar we vannacht geslapen hebben, staan overal mooie bloeiende
rozen. Zeker een foto waard. Elke campingplaats heeft zijn eigen hout stookgelegenheid.
Hier wordt vaak gebruik van gemaakt. De campers staan op een betonnen
ondergrond en daarom heen grasvelden met bomen en bloemperken. Keurig allemaal.
Een
stukje verderop staat een hele aparte camper, het lijkt wel een
amfibievoertuig. Het is een Australiër die wereldreis maakt en zijn eigen
camper mee heeft.
Ontbijten
en dan koppelen we het water en de stroom los en gaan we weer op weg. Nieuwe
dag nieuwe dingen. We moeten nu naar het noordoosten en nemen eerst dezelfde
weg die we gisteren gedaan hebben om bij de camping te komen. Eerst de 805 North
en dan weer de 94 East en dat moet lukken. Het is maandagochtend dus druk maar
wij hebben geen haast. San Diego is een grote stad met een rijke historie en je
kunt je er makkelijk 3 tot vier dagen vermaken. We hebben veel gezien en
beschreven in dit reisverslag. Ook de dingen die we gemist hebben en toch de
moeite waard zijn, zijn opgenomen in het verslag. Wie weet heeft iemand anders
er nog wat aan. Er zijn nog een paar belangrijke andere dingen in San Diego die
ook zeker de moeite waard zijn.
De
Mexicaanse grens bij Tijuana, daar
ben je dichtbij en sommigen vinden het leuk daar even te gaan kijken. Wij
hadden daar geen behoefte aan maar sommigen vinden het geweldig.
Westfield
Shopping Town Horton Plaza:
Vlakbij Gaslamp Quarter. Dat moet een mooi winkelcentrum zijn met
onconventionele architectuur. Winkels aan open binnenplaats met scheve hoeken.
Verder veel bruggen, kunst en in allerlei leuke kleuren.
Seaport Village is een pittoresk winkelgebied met houten
huizen. Het oogt daardoor
als een oud
vissersdorpje, ligt direct aan de oceaan en herbergt boetiekjes en kleine
restaurants.
Een bezoek aan Seaport Village is prima te
combineren met een bezoek
aanhet nabij
gelegen USS Midway Museum.
San Diego Air & Space Museum (SDASM, voorheen de San Diego Aerospace
Museum)is een luchtvaart en
ruimtevaart museum in San Diego. Het museum bevindt
zich in het Park van Balboa en is gehuisvest
in het voormalige Ford Building,
oorspronkelijk gebouwd door de Ford
Motor Company.
Met
bovenstaande en wat er al in het reisverslag staat, is er dus genoeg te zien en
te doen in San Diegeo. De kaart hebben we goed bekeken. Het eerste stuk is hetzelfde
als gisteren toen we naar de camping reden. Als snel zitten we weer op de
Interstate 805 North en dan moeten we de 94 East hebben. Het gaat prima en na een
half uur laten we San Diego achter ons en wordt het minder druk. We hoeven maar
een stukje over de 94 en moeten daarna Interstate 8 East hebben. Nanda neemt
het stuur over en het is voor haar de eerste keer dat ze weer in de camper rijdt.
Het is even wennen maar dan gaat het als vanouds. De route gaat door en langs
La Mesa, El Cajon en Alpine. In dit laatste dorpje willen we even gaan kijken.
Alpine is
een klein plaatsje met ongeveer 15.000 inwoners langs de 94 in Californië. De
naam is bedacht door een inwoner in 1880. De omgeving was volgens de bedenker
vergelijkbaar met haar geboorteland Zwitserland. Voordat de Europeanen zich
hier vestigden werd dit gebied bewoond door de Kumeyaay indianen.
Veel
in de omgeving doet nog denken aan de indianen die hier in het verleden geleefd
en gewoond hebben. De Interstate 8 waar we zonet van afkwamen wordt ook Kumeyaay
Highway genoemd. Verder zijn hier een aantal resorts en casino’s die door de
indianen beheerd en geëxploiteerd worden. Het is voor hun stam(men) een bron
van inkomsten.
De Kumayaay indianen waren de eerste inlandse bewoners die pater
Junipero Serra in het huidige Californië ontmoette. Het waren gastvrije en
vreedzame indianen. In zijn dagboek schreef hij, “het zijn prima en
vriendelijke mensen. Met hun kano’s gingen ze vissen en brachten ons vis en
weekdieren. Zij hebben hun eigen dansen en dansten voor ons”.
In die tijd leefden er
ongeveer 25.000 tot 30.000 indianen in dat gebied. Toen de Spanjaarden begonnen
met de bouw van hun missiepost bij San Diego benaderden zij de indianen om te
helpen. Trouwens Kumeyaay is een
verzamelnaam voor een aantal indianenstammen in deze regio. In deze naam zitten
ook ander stammen met gelijksoortige dialecten zoals de Diegueño, Kamia, Ipai Tipai, de Yuman sprekende
Indianen. Dit zijn stammen die over de bergen ten oosten van San Diego County
woonden.
De Kumeyaay waren
seizoensgebonden jagers en verzamelaars die uit losse groepen bestonden van
tussen de 200 tot 2000 personen. Ze leefden langs beken, rivieren en langs de
kuststreek van San Diego tot de Cuyamaca en Laguna Mountains , Salton Sea in
het oosten tot aan het zuiden van het huidige Ensenada in Mexico. Er werd
gevist in de baai en men verzamelde grunion vissen en weekdieren op het strand.
Verder jaagde men op klein wild zoals konijnen en verzamelden de indianen wilde
vruchten, bessen, noten en eikels. Ook hielden ze zich bezig met land- en
tuinbouwactiviteiten en zagen toen al kans de grond te bevloeien met water uit
de bergen en rivieren.
Ondanks de inspanningen van
de Spaanse missionarissen van San Diego-area om de Kumeyaay te bekeren tot het
Christendom en de inzet van de Presidio soldaten om hen te onderwerpen lukte
dit niet. Veel stammen bleven zich verzetten tegen de Europese overheersing en het
kwam soms tot conflicten. In de vroege ochtend van 4 november 1775 kwam het tot
een uitbarsting. Mission San Diego de Alcalá, die toen voor het grootste
gedeelte uit hout bestond, werd in brand gestoken. Het kleine contigent Spaanse
militairen werd aangevallen. De aalmoezenier en een andere Spanjaard werden
gedood (de enige zendeling die ooit vermoord werd door Indianen in Californië).
Er werden strafexpedities door het Presidio op touw gezet om de indiaanse
leiders op te pakken en nieuwe novices voor de missie te werven. Echter
allemaal zonder succes.
Dit gespannen relatie tussen
de Kumeyaay en de Spanjaarden en later met de Mexicanen, na de
onafhankelijkheid in 1821, kwam nog meer onder druk te staan. De Kumeyaay
bevolking slonk jaar na jaar tot ongeveer 3000 zielen als gevolg van ziekte,
verlies van voorouderlijke gronden en diverse andere oorzaken. Omdat er geen
leiders meer waren vluchten de meest meeste Kumeyaay naar de bergen, zoals nu
naar het huidige Alpine en Julian. Daar konden ze niet gedwongen worden om te
werken voor de Mexicaanse kolonisten of het leger. De indianen bouwden een
nieuw bestaan op tot de Amerikaans kolonisten kwamen. In 1875 werden de
Kumeyaay ook uit het binnenland verdreven en uit hun voorouderlijke huizen. Hun
land werd onteigend. Er bleef niets meer over en ze werden gedongen in
reservaten te gaan wonen.
De Kumeyaay bevolking
herstelde pas na 1910. Momenteel zijn er ongeveer 20.000 Kumeyaay nakomelingen
in San Diego County. De meeste wonen nog in reservaten. Hun inkomsten bestaan
voor het grootste gedeelte uit casino’s en bingo activiteiten. Ze zijn eigenaar
van een aantal populaire en lucratieve casino’s langs Insterstate 8 op het
platteland van San Diego County. De stam heeft zelfs $ 30.000.000 geïnvesteerd
in een factory outlet en een winkelcentrum en is eigenaar van een bank.
Alpine
valt ons wat tegen, een mooi dorpje maar het heeft niet echt een uitstraling.
De inwoner die de naam voor het dorpje bedacht heeft moet wel heel veel
fantasie hebben gehad. Wij vinden het niet echt op Zwitserse Alpen lijken. Weer
verder richting Julian en we gaan van de I8 af en over op de 79 North. Het is
een mooie route. Veel groen, bomen, en dennen en hier en daar weilanden en
ruigte. De weg slingert door het landschap.
De
rit gaat ook door het Cuyamaca Rancho State Park maar dat park slaan we over.
De weg draait om het Cuyamaca Lake heen. Veel krijgen we niet te zien van het
meer. Het is een natuurlijk meer want het ligt in een laagte. Door het meer is
de omgeving vrij nat en daardoor moerassig. De weg gaat door een gebied met
gras en veel ruigte. Ineens zien we heel in de verte een aantal grote vogels
lopen. Even stoppen en kijken wat het zijn. Met het fototoestel uitzoomen en
dan zien we dat het kalkoenen zijn, Wild Turkey’s. We wisten niet dat die hier
leefden. Het is hier voorjaar jaar en we vermoeden dat ze aan het baltsen zijn.
We zien een aantal mannetjes en één vrouwtje. De heren doen erg hun best om
haar te versieren. Ze pronken als pauwen met hun staartveren.
De
Noord-Amerikaanse wilde kalkoen
leeft in een groot gedeelte van de USA en is daar bekend als wild Turkey. Het
is de zwaarste en de grootste hoender soort in de Verenigde Staten. Volwassen
wilde kalkoenen hebben lange roodachtig-geel tot grijsbruin-groene benen en een
zwart lichaam. Mannetjes worden toms of gobblers genoemd. In het paarseizoen
pronken ze met hun staartveren net zoals een pauw. Ze hebben een veerloos en roodachtig
hoofd met rode lellen op de keel en de hals. De lel is een klep van de huid.
Aan elke poot heeft het 3 tenen. De mannetjes hebben achter en onder aan de
poot een speciaal wapen, uitloper genaamd. Die wordt gebruikt tijdens een
gevecht. Het lange vlezige object over de snavel van het mannetje heet een
haarband. Als het mannetje wordt gestoord of opgewonden raakt, verkleurt de
haarband van blauwpaars naar helderrood.
Wilde
kalkoenen hebben een lange donkere, waaiervormige staart en glanzende bronzen
vleugels. De mannetjes hebben glanzende veren die door de lichtinval steeds
anders kleuren. De vrouwtjes zijn minder opvallend en felgekleurd. Ze zijn
doorgaans bruin en grijs.
De
volwassen mannetjes wegen tussen 5 -11 kg. Een volwassen vrouwtje is veel
kleiner en weegt tussen de 3-5.4 kg. Hun spanwijdte varieert tussen 1,25 tot
1,44 m.
Hoewel
ze zwaar zijn kunnen ze toch goed vliegen, vooral als ze gevaar opmerken. Wilde
kalkoenen zijn omnivoor. De hele dag besteden ze aan jacht op voedsel zoals
eikels, zaden, kleine insecten en wilde bessen die ze op de grond zoeken. De
nachten brengen ze meestal door op de lage takken van bomen.
Het
vrouwtje zoekt een goede plek om een nest te maken. Dit ligt meestal verborgen
in de bush waar ze tussen 10-14 gespikkelde bruine eieren legt. Na ongeveer 28
dagen komen de eieren uit en de jongen worden poults genoemd. De poults zijn
bedekt met fijne veren en verlaten direct het nest. Wasberen, gestreepte
stinkdieren, Gray vossen en slangen roven vaak de nesten leeg. Coyotes,
Bobcats, Golden Eagles en honden jagen op de volwassen kalkoenen. De mens is nu de belangrijkste predator van
volwassen wilde kalkoenen. Door de jacht is in het verleden de wilde kalkoen op
sommige plekken in Amerika uitgestorven. Door herintroductie groeit het aantal
weer. De Wild Turkey is één van de heilige vogels van de Navajos. Bij traditionele
ceremonies worden kalkoenveren vaak als versiering gebruikt.
Toch
wel een bijzondere ervaring om deze dieren een keer in het wild te zien. De
omgeving wordt anders, vlakker met in de verte lage met ruigte begroeide
heuvels. Wat ook altijd leuk is om te zien zijn de rijen met brievenbussen
langs de weg. De huizen staan vaak verder weg in the middle of nowhere.
Weer
verder en na een stuk rijden zien we een bord langs de kant van de weg met
Desert View Park. Daar stoppen we even, even kijken en het is tijd voor een bakje.
Vanaf die locatie heb je een prachtig zicht over de omgeving. Voor ons heuvels
en bergen met in de diepte een kaarsrechte weg. Dat is de 78 van Julian
richting Borrego Springs en Ocotillo Wells. Dat is ook de weg die wij straks
moeten hebben.
Omdat
we geen koffiezet apparaat hebben drinken we geen filterkoffie maar
oploskoffie. Dat is lekker makkelijk. Water koken en een paar schepjes
oploskoffie in een mok en klaar is de koffie. Lekker snel en het smaakt ook prima
zonder koffiemelk. Campingstoeltjes onder uit de camper en even zitten en
genieten van de omgeving, het uitzicht en de koffie. Heerlijk, dit is vakantie.
Na een tijdje is het weer mooi geweest we gaan weer verder.
Na
een kort stukje rijden komen we bij Julian en rijden door de hoofdstraat. Even
kijken of we de camper ergens kwijt kunnen. Ja dat is het nadeel van een
camper. Je kan hem niet overal even makkelijk parkeren. Vaak is het even zoeken
maar meestal lukt het wel en zo nu ook weer. In de een brede zijstraat vinden
we een plekje. Parkeren en op stap, we willen dit appeltaart dorp weleens
bekijken. Op de heenweg zijn we al door mainstreet gereden en aan weerskanten
staan allemaal oude panden. Nu zijn het winkeltjes, restaurantjes en natuurlijk
bakkerijen. Even een rondje door het dorp. Een stukje verderop zien we een tuin
met daarin allerlei oude gereedschappen, leuk om te zien.
Het
dorp Julian is een kleine berg gemeenschap en een historisch
goudmijndorpje in Zuid-Californië. Het dorp ligt op het kruispunt 78 en 79,
ongeveer 50 mijl ten noordoosten van San Diego en is mooi verscholen tussen de
eiken- en dennenbossen. Het dorp ligt hoog, wel 1000 meter hoger dan Anza
Borrego.
In
1869 ontdekte AE (Fred) Coleman, voormalig slaaf, goud in wat nu Coleman Creek
heet. In 1870 stichtte Drue Bailey de stad Julian City en noemde die naar zijn
neef Julian. Bailey en Julian waren ex- militairen uit de Amerikaanse
Burgeroorlog. Ze zochten hun geluk op de Californische goudvelden. In de 19
eeuw kwamen er veel gelukszoekers uit Duitsland. Een kwart van de inwoners
stamt nog af van de Duitse kolonisten.
Tegen
de zomer van 1872, waren er 50 huizen, 3 hotels, 4 winkels, 2 restaurants, 1
schoolgebouw en het 'gebruikelijke aantal saloons ". In de goudmijnen
werkten naar schatting 300 mijnwerkers die ongeveer voor $ 4 tot $ 5.000.000
dollar aan gouderts hebben gewonnen. In tegenstellig tot veel andere
goudstadjes bleven de meeste inwoners in Julian wonen en werd het geen
spookstadje. Dit kwam door het klimaat, de rijke bodem en de nabijheid van San
Diego.
Toen
de goudkoorts nog op zijn hoogtepunt was bracht James Madison een wagonlading
jonge appelbomen naar de omgeving. Het klimaat en de grond waren ideaal voor de
appelteelt zodat er veel appelboomgaarden werden aangeplant. Julian appels
hebben prijzen gewonnen zoals op de Wereldtentoonstelling van 1893 in Chicago
en op de Wereldtentoonstelling van 1915 in San Francisco.
Julian
is nu bekend en beroemd om zijn wereldberoemde appeltaarten, cider en andere
producten die van appels gemaakt zijn. In oktober worden 10.000 appeltaarten in
een week gebakken. Veel toeristen komen hierop af en voor de herfstkleuren, de
koelte en het beroemde Apple Festival.
Het
hele dorp is nu aangewezen als historische wijk. Het heeft haar imago als
vroege Californische grensstad voor pioniers behouden. Het is nu een
schilderachtig vakantiedorp in de bergen. Er zijn rondleidingen langs de
historische bezienswaardigheden en door Eagle en High Peak Mines. Toerisme is
nu de grootste industrie van Julian, gevolgd door veeteelt en appelboomgaarden.
Het
dorpje heeft nog de uitstraling van een oud western stadje op de moderne auto’s
na natuurlijk. Er zijn wat winkeltjes en daar willen we even kijken. We hebben
nog een paar postzegels nodig. Daarom kijken we even in een souvenirwinkel.
Daar hebben ze ook ansichtkaarten dus zullen ze ook wel postzegels hebben.
Helaas geen postzegels. De dame achter de kassa legt uit dat net buiten het
dorp een postkantoor is. Daar kunnen we postzegels kopen. Daar komen straks
toch langs dus dat komt mooi uit. Nu op naar de bakkerswinkels en ja hoor een
etalage met appeltaarten, appelbollen etc. Allemaal verschillende soorten
appeltaarten en niet zoals wij ze kennen maar van de Donald Duck. Lage
appeltaarten die helemaal bedekt zijn met een lap deeg.
Het
ziet er allemaal heel lekker uit en dit is niet de enige bakkerij. Tijdens de
rondgang door het dorp komen we langs een aantal bakkerijen en restaurants en
appeltaarten en bollen staan veel op het menu. Er wordt veel reclame gemaakt
voor bakkerijen en appelpie. Er staan leuke reclameborden om hun waren aan te
prijzen. Zo ook van pistols & petticoats. We vragen ons wel af krijg je een
pistool bij de petticoat of andersom. De winkel is helaas gesloten dus we
zullen het nooit weten.
Julian
is niet groot dus hebben we alles snel bekeken. Als we aan het eind van
Mainstreet zijn draaien we weer om. Via een omweg lopen we terug naar de camper
en komen langs Julian Historical Society.
Een
leuk ouderwets gebouw met een leuke bijpassende toren. Nog een stukje verder is
het Julian Pionier Museum met het Grosskopf House. Het museum is helaas niet open
maar door de ramen kunnen we naar binnen kijken. Het is ingericht in de tijd
van eind 1800 en begin 1900. Er zal wel het een en ander te zien zijn over de
historie van Julian.
Het
is mooi geweest; we gaan verder. De camper even draaien en we rijden weer door
Mainstreet richting de 78. Net buiten het dorp zien we het postkantoor. Even
stoppen voor een postzegel. De kaart hebben we al maar de postzegel nog niet en
we willen niet dat de ontvanger strafport krijgt. Nanda haalt een postzegel en
ik kijk even rond. De sheriff komt ook even langs. Moet zeker ook post
wegbrengen of ophalen. Aan de andere kant van het postkantoor is een
appelboomgaard. Het is duidelijk te zien dat Julian een dorp is waar veel
appels worden geteeld.
De
postzegel gekocht en de kaart op de bus; wij kunnen weer verder richting Anza-Borrego
Desert State Park. Heel benieuwd wat we daar vanmiddag zullen zien.
Eerst
rijden we richting Banner. De weg slingert door de vallei maar is heel goed te
rijden. Aan de linkerkant hoge groene bergen. Als je Banner hebt gehad is het
net of kom je in een andere wereld. Veel droger en desolater. Hier begint de
woestijn al een beetje. Over de 78 gaan we verder richting Sissers Crossing.
Een leuke naam. Hier gaan we van de 78 af en nemen de S-2, the Great Southern
Overland Stage Route, richting Ocotillo. We willen een klein stukje van S-2
rijden. Er moeten een paar mooie uitzichtpunten zijn en misschien kunnen we ook
nog even naar Box Canyon. Ja dit is wel een hele andere wereld dan wat we de
afgelopen weken hebben gezien.
Dit is Anza
Borrego Desert State Park afgekort
ABDSP en het is een state park. Het staatspark ligt zowel in de ecoregio's van
de Coloradowoestijn als de Sonorawoestijn. Het park dankt zijn naam aan de 18de
-eeuwse Spaanse ontdekkingsreiziger Juan Bautista de Anza en Borrego, het Spaanse
woord voor bighornscheep. Het logo voor het park is daarom ook een
bighornscheep. Het is een vrij groot park met een oppervlakte van 240.000 ha.
Het is daardoor het grootste staats park in Californië. Het is één grote woestijn
die begrensd wordt door het Vallecito-gebergte in het zuiden en de hoogste
Santa Rosa Mountains in het noorden met in het hart de Borrego Valley. Omdat
het park in een kom ligt kunnen de temperaturen in de zomer enorm oplopen tot
wel 50°C in de zomermaanden. Door die hitte is er een dor landschap gecreëerd
met talrijke rotsformaties, badlands en droge washes en imponerende hoge
bergen. Hier en daar bevinden zich in het park diverse natuurlijke waterbronnen
en oases.
Het park omvat 800 km. aan
onverharde paden, 12 aangewezen natuurgebieden en 180 km. aan wandelpaden
waarvan 110 km aangegeven hike paden. Door al die wegen en paden kunnen
bezoekers het park optimaal ervaren en genieten van dit uniek stukje Colorado
Desert. De hoogteverschillen binnen het park zijn aanzienlijk. Het hoogste punt
bevindt zich op 1.890 meter en het laagste punt ligt op zeeniveau. Door al de dirth roads is Anza-Borrego Desert, zowel in als buiten het park,
bijzonder populair bij off-road drivers. Hier zie je dan ook veel
cross-motoren, All Terrain Vehicles (ATV’s) en dergelijke.
Het park beschikt over,
bajadas, dat zijn waaierachtige puinafzettingen afzettingen aan de voet van de
bergen. Deze bajadas zijn overwegend begroeid creosootstruik, bur sage, Palo
Verde boom, cactussen en ocotillo struiken. In de lagere gebieden waar het
natter is, vind je Colorado en Sonora microphylla bossen. Deze bossen, bos kun
je het eigenlijk het moeilijk noemen maar meer struweel, omvatten ook
specifieke bomen of hoge struiken zoals de rook boom, fluwelen Mesquite en
Catclaw een robinia soort.
Bij waterbronnen en oases
vind je de inheemse palm, de Washingtonia filifera, ook wel bekend als de
woestijn fan palm, of California waaierpalm of California palm. In het gebergte
in het noorden en oosten vind je kegel dennenbossen, manzanita en eikenbossen.
Net als alle andere
woestijngebieden in het zuidwesten is Anza-Borrego Desert State Park in het
voorjaar het meest kleurrijk doordat veel soorten bloemen, cactussen en
struiken dan in bloei staan. Anza desert is dan een bloemenzee van wildflowers.
Dit gebeurt sporadisch, één keer in de vijf à tien jaar en dan moeten alle
omstandigheden ook meewerken. De omvang, duur van de bloeiperiode is zeer
afhankelijk van de klimatologische factoren zoals winterse neerslag, gemiddelde
lente temperaturen en zelfs de hoeveelheid wind. Het bloeiseizoen begint in de
lage woestijnen eind februari en tot op de hogere berghellingen en canyons in
eind mei. De beste tijd is meestal van eind maart tot begin april. Er is een
aparte website die bijhoudt in welke periode wat te zien is. Helaas waren wij aan de
late kant en trouwens het had afgelopen winter ook te weinig geregend. Dus geen
bloemenzee. Het wildflower-seizoen duurt meestal ook maar heel kort. Foto’s van
die bloemexplosies gezien, zie onder, en die zijn fantastisch.
De oases zijn een bron van
leven voor de Anza desert. Niet alleen de flora maar ook veel dieren, vogels en
insecten zoals; kit vossen, wielewaal, coyotes, grote renkoekoek, steenarenden,
zwarte staart jackrabbits, grondeekhoorns, kangoeroe ratten, kwartel, en
prairievalken. Verder ook reptielen zoals; woestijnleguaan, chuckwallas, en de
rode diamantratelslangen. Het is ook het gebied waar het woestijndikhoornschaap
leeft. Het is een zeldzaam soort schaap die bezoekers zelden te zien krijgen
omdat ze heel schuw zijn.
Het uitgestrekte geërodeerde
Anza Borrego Desert State Park met zijn badlands biedt ook een andere kijk op
de regio en zijn verdwenen tropische verleden. Dit gebied was niet altijd een
woestijn. Zes miljoen jaar geleden bevond zich hier de voorouderlijke Golf van
Californië. De Oceaan vulde de Salton Trog in noordelijke richting tot voorbij
wat nu Palm Springs is. In deze tropische wateren leefden een overvloed aan
zowel grote als kleine organismen. De Grand Canyon stroomde hierin uit en zette
veel sediment af en vormde een enorme rivierdelta. Door de tektonisch plaat werd
dit gebied later omhooggestuwd en kwam het droog te liggen. Opgravingen en
fossielen hebben aangetoond dat in het verleden hier veel meer water viel dan
nu. In het State Park zijn een groot aantal uitzonderlijke fossielen gevonden.
Zowel van gewervelde als ongewervelde dieren, planten en een scala aan botten
en tanden. De meeste fossielen die gevonden worden zijn een half miljoen jaar
tot max. zes miljoen jaar oud. In het gebied zijn meer dan 550 soorten van
fossiele planten en dieren gevonden, variërend van geconserveerde
microscopische plantaardige pollen en algen sporen tot baleinen en botten van
walvissen en mammoet skeletten. Veel van die soorten zijn uitgestorven en
sommige zijn alleen bekend uit gereconstrueerde fossiele resten.
In dit park, de omliggende
bergen en woestijnen leefden Cahuilla, Cupeño en Kumeyaay (Diegueño)
indianenstammen. Het was duizenden jaren het thuisland van deze volkeren. Hun
kunstenaars maakten rotstekening en pictogrammen op de rotsen en die zijn nu
nog te vinden en te zien.
Rustig rijdend gaan we over
de S2 en we kijken om ons heen. Dit is een hele andere wereld. Mooi kunnen we
niet zeggen maar ook niet lelijk. Eerder wat vreemd en ongewoon het zal wel een
kwestie van wennen zijn.
Langs het eerste gedeelte
staan hier en daar nog huizen. Geen luxe maar mobilhomes die je heel veel ziet
in de Verenigde Staten. Zit trouwens geen logica in de bouw. Dan staan er weer
een paar huizen in een groepje en dan weer een aantal alleen en midden in de
bush. Het oogt droog en dat zal het ook wel zijn. Hier valt niet veel regen.
Hier en daar een palm en veel lage heesters en struiken. Even stoppen en om ons
heen kijken.
De
camper even aan de kant en we lopen het terrein naast de weg op. Wel goed
uitkijken en opletten op cactussen en eventueel kruipend ongedierte. We willen
geen stekels in onze benen of een beet in onze kuiten. Er groeien diverse
cactussen en een aantal bloeien prachtig, roze en gele zien we. Sommige soorten
groeien dicht bij de grond andere maken lange stengels en vormen een struik en
zijn ongeveer een meter hoog. Wat we zien is een Cholla soort, daarvan groeien
er hier veel. Dit is niet de Teddy Bear Cholla die is nog dichter bezet met
stekels dan die wij zien, maar in elk geval stekels genoeg om ervan af te blijven.
Anza-Borrego Desert State
Park kun je grofweg in een aantal regio’s verdelen. We rijden richting Blair
Valley en we willen een gedeelte van de S2 rijden en dan halverwege omdraaien
om weer richting Borrego Springs te gaan.
Blair Valley ligt tussen
Granite Mountain en Whale Peak en is bereikbaar langs County Road S-2. In deze
regio zijn veel onverharde wegen en wandelpaden en is er gelegenheid voor
primitief kamperen. Bekende wandelpaden in dit gebied zijn Marshall South Cabin
Trail en Ghost Mountain Trail to
Yaquitepec, Pictograf Trail met indiaanse pictogrammen en The Morteros Trail
met zogenoemde Morteros holtes. Dat zijn holtes in rotsen waar de indianen met
een vijzel of stamper voedsel, noten, zaden fijnstampten. Blair Valley is een
redelijk vlak gebied en was in de ijstijd een meer (Lake) wat verbonden was met
het kleine Little Blair Valley (Lake). Een 800 meter hoge rotsachtige bergkam
scheidt nu het droge Blair Vallley (meer) van het Little Blair.
Blair Valley biedt ook
toegang tot Box Canyon die naast de County Road S-2 ligt. We twijfelen even of
we deze trail gaan doen maar gezien de tijd, zien we ervan af. De canyon is een
ondiep maar wel steil ravijn. Deze canyon was ook de pas en doorgang voor de
Butterfield Overland Stage Route uit 1849. Vanaf de ingang van Box canyon heb
je ook een goed uitzicht over de South Emigrant Trail. Deze trail volgt een
groot gedeelte van de S2. In het westen bevindt zich de Oriflamme Canyon. In
het oosten vind je het Pinyon Mountain gebied en de Pinyon Drop Off to Fish
Creek.
We rijden niet door naar de volgende
regio, de Carrizo badlands. Die liggen verder zuidelijk en worden gedomineerd
door de nogal kale Jacumba en Tierra Blanca bergketens en aan de noordelijke
kant de Coyote Mountains. Deze bergen hebben toppen tot een hoogte van 1300
meter. In deze regio vind je groepen palmbomen, mijnen, gestolde lavastromen en
vulkanische heuvels.
De S2 loopt door een brede
vallei die begroeid is met cactussen en ocotillo’s. De Carrizo badlands lijken
wel geschilderde heuvels waarop de vegetatie ontbreekt. Een bekende overlook is
de Carrizo Badlands Overlook. Deze ligt net ten zuiden van Sweeney Pass aan een
onverharde zijweg van State Route 2. Canyon Sin Nombre is een geologisch
interessante regio met onder andere slotcanyons en modder grotten. De canyon
snijdt door de zeer oude Coyote Mountain Ridge en onthult verbogen en
verwrongen sedimentaire lagen die nog afgezet zijn door de oude Colorado River.
In deze regio vind je aan de
andere kant van de S2 de Bow Willow. Dit is het meest zuidelijke deel van
Anza-Borrego Desert State Park. De Emigrant Trail loopt ook door dit gebied. De
Bow Willow Canyon was de voornaamste reisroute van de Cahuilla-indianen als ze
op weg waren naar hun zomer gebied in de Laguna Mountains. Het bewijs van hun
verblijf, net boven de heuvels van Willow Campsite, is een bult puin waar ze
stenen werktuigen maakten.
Bij deze camping, Bow Willow
Primitive Camp, beginnen ook een aantal trails zoals naar Mountain Palm
Springs, Totote Bowl en de Rockhouse Canyon Loop Trail. Aan de uitlopers van de
Tiera Blances bevinden zich een zestal oases. De waterbronnen zorgen voor een
weelderige habitat en voor een verscheidenheid aan planten- en diersoorten in
dit gebied.
Een andere bezienswaardigheid
in dit gebied zijn de Arroyo Tapiado Mud Caves. Arroyo Tapiado betekent in het
Spaans "beurzen wassen". Ja, je beurs zal wel smerig worden als je
hier doorheen kruipt. De lengte van de modder grotten varieert. Er zijn kleine
en korte maar ook grote, lange en brede. Er zijn grotten van meer dan 300 meter
lang tot 25 meter hoog en ruim 10 meter breed. Andere zijn dus zo smal dat je
erdoorheen moet kruipen. In sommige grotten lijkt het net of hebben ze er
dakramen ingezet. Door erosie zijn er openingen ontstaan.
The Mud Caves zijn te vinden
langs de wanden van de canyon.
Er is ook een spoorweg, de
San Diego en Arizona Eastern Railway die door de ruige Carrizo Gorge loopt. De
spoorlijn werd gefinancierd door
John D. Spreckels en is een technisch wonder. De lijn gaat door 17 tunnels en over tientallen houten bruggen waaronder de beroemde Goat Canyon Trestle met een lengte van 310 meter en 60 meter hoog. Het is een van de grootste gebogen houten schragen van een brug in Noord-Amerika.
John D. Spreckels en is een technisch wonder. De lijn gaat door 17 tunnels en over tientallen houten bruggen waaronder de beroemde Goat Canyon Trestle met een lengte van 310 meter en 60 meter hoog. Het is een van de grootste gebogen houten schragen van een brug in Noord-Amerika.
Na een tijdje gaan we terug.
Draaien de camper en gaan weer richting 78 North en dan richting Borrego
Springs. Onderweg zien we een paar huizen waar een aantal autowrakken staan.
Dat hebben we vaker gezien. Nieuwe auto en dan de oude aan de kant schuiven.
Land en ruimte genoeg dus afvoeren doen we niet laat maar roesten. Er zitten
oudjes bij volgens ons nog een oude T-Ford maar ook oude wagens waar misschien
de pioniers nog mee reisden. Ook staat er een oude Amerikaanse windmolen. Die
zal wel voor het oppompen van water zijn.
Net bij de splitsing van de
78 en de S3 heb je Tamarisk Grove. Daar is een camping, de Tamarisk Grove
Campground en ook een informatiepunt over het park met kaarten en brochures.
Deze bergachtige regio, langs de westelijke rand van Anza Borrego park, wordt
ook beschouwd als de westelijke rand van de Colorado woestijn.
Tamarisk Grove Campground is
een van de vier campings in Anza-Borrego Desert State Park. Het is een kleine
camping met 27 plaatsen en veel schaduw.
Dit komt door hoge tamarisk
bomen die op en om de camping staan.
Deze tamarisk soort komt oorspronkelijk uit het Midden-Oosten maar wordt
veel gebruikt als windscherm om akkers en als schaduwboom in woestijngebieden.
De bast van de boom is heel ruim en op zich heel decoratief. De boom kan goed
tegen droogte en zout. De andere tamarisk soorten blijven klein of vormen drie
tot vijf meter hoge struiken. Deze soorten komen ook in de USA voor maar
woekeren behoorlijk. De tamariskboom woekert niet.
Tamarisk
Grove Campground is dus een handige uitvalsbasis voor hikers. Twee natuurpaden,
Yaqui Well Trail en Cactus Loop Trail, die wij ook willen gaan doen, beginnen
aan de overkant van de ingang van de camping. De Kenyon Overlook Trail, ligt op
slechts 2 mijl afstand. Deze overlook is een geweldige plek om de zon te zien
ondergaan. Het licht verdwijnt over de Mescal Bajada en doet dan de Sunset
Mountain oplichten. Ook de Kumeyaay Indian Village Site is ook maar een paar
mijl van de camping. Dit is een plek waar
vroeger de Kumayaay indianen woonden en leefden. Er zijn nog rotsen te vinden
waarin holtes zitten. In deze holtes maalden ze vroeger de zaden, noten en
bonen. De trail naar de site is de ongeveer 9 mile lang (heen en terug) en
wordt de Mine Wash Trail genoemd.
Tegenover de camping beginnen
dus de redelijk makkelijke Yaqui Well Trail en Cactus Loop Trail, en die gaan
we dus doen. De camper kunnen we langs de weg parkeren. Een beetje in de
schaduw onder de bomen van de camping. Eerst nog even een broodje en dan doen
we eerst de Yaqui Well Trail.
Op weg. Dit is een 3,2
kilometer lange (heen en terug) wandeling door een typisch landschap met
woestijnvegetatie. Het is een self-guided trail. Aan het begin van de trail
staat een kastje. Hierin zit een brochure van de wandeling. Langs de trail
staan 14 genummerde markers.
In de brochure krijg je tekst
en uitleg van die locatie over de geschiedenis en planten in dit gebied van
Anza-Borrego Desert State Park. In het begin is het pad rotsachtig en zijn er
kleine hoogteverschillen. Overal liggen grote rotsblokken en de trail slingert
door het landschap. Later wordt de trail zanderig en vlak. Aan de hand van de
markers lopen we de trail en onderweg komen we van alles tegen, vooral planten
die we nog nooit eerder hebben gezien zoals Cholla soorten, ironwood, woestijn
agave en desert mistletoe. Die laatste plant hadden wij hier helemaal niet verwacht
en eerst hadden we ook niet door dat het mistletoe was. Wel zagen we in sommige
bomen een soort heksenbezems maar het was een verrassing dat het mistletoe was.
Het zag er heel anders uit dan de traditionele mistletoe die wij kennen. We
zijn er snel even onder gaan staan en een wens gedaan. Wie weet.
De woestijn maretak of mesquite maretak, is een kale parasitaire
plant. De plant hecht zich aan zijn
gastheer en gastvrouw. In deze regio zijn dat vaak peulvruchten en houtachtige
woestijnbomen zoals Cercidium en Prosopis. De desert mistletoe heeft geen
mogelijkheid voor fotosynthese om te groeien, daarvoor gebruikt het zijn
gastplant. Daaraan onttrekt het water en mineralen om te groeien en de
gastplant gaat daar op den duur aan ten onder.
Tijdens de winter het
produceert de desert mistletoe onopvallende, geurende bloemen. De vrouwelijke
woestijn maretak produceert rozerode bessen die weer worden gegeten door de
Zwarte Zijdevliegenvanger. Deze vogel kan de zaden niet verteren en door de
uitwerpselen verspreiden de vogels de plant naar andere plekken. De indianen
die hier vroeger leefden aten deze bessen. De inheemse stammen aten alleen de
vruchten van mistletoes die groeiden op Mesquite en Catclaw acacia. De bessen
van de mistletoe die groeiden op de Palo Verdes boom en desert wegedoorn werden
als oneetbaar beschouwd. Om de bessen te oogsten legden ze een kleed onder de
plant en sloegen met stokken op de struik. De bessen vielen op het kleed
waardoor ze verzameld konden worden. In tegenstelling tot de bessen zijn de
takken giftig ze bevatten phoratoxins. Deze stof kan leiden tot de dood door
vertraagde hartslag, verhoogde bloeddruk of hartstilstand. Inheemse volkeren
gebruikten soms de takken van de woestijn maretak om visioenen te krijgen om zo
in contact te komen met hun voorvaderen.
Tijdens onze wandeling zien
we verschillende bloeiende cactussen maar ook een agave de desert agave. Een plant met een rozet van puntige bladeren zoals
wij die kennen maar de bloemstengel is enorm lang met aan het eind gele proppen
van trechtervormige gele bloemen. De agave kan wel 20 tot 40 jaar oud worden.
Pas op het eind komt de 2 tot 6 meter lange bloemstengel tevoorschijn. Na de
bloei sterft de plant. De inheemse volken maakten van de vezels van de bladeren
doek, pezen en touw. De jonge bloemstelen werden geroosterd en gegeten als ook
het hart van de plant.
Dan is zo’n brochure met
tekst en uitleg van wat je onderweg kan zien toch wel handig en leerzaam.
Het eindpunt van de trail is de natuurlijke waterbron Yaqui Well, die het hele jaar door water bevat, tenminste dat lazen wij. We konden echter niet echt bij de bron komen. Om de bron was het dicht begroeid met de honey mesquite.
De Mesquite Tree is de meest voorkomende struik/ kleine boom in de
zuidwestelijke woestijnen van de USA. Er zijn 3 soorten: de honey mesquite,
screwbean mesquite en de velvet mesquite.
De mesquites is dus een kleine struik of kleine meer stammige boom. Aan de takken zitten samengestelde lange bladeren die er in de winter afvallen. Aan de takken zitten ook korte stevige stekels waardoor de plant niet aantrekkelijk is voor grazers. De bloemen zitten als katjes aan de takken en produceren veel honing en zijn daardoor ook een voedselbron voor insecten en kolibries. De bestoven bloemen vormen lange peulen met de bekende Mesquite beans. De plant kan goed over droogte en de wortels gaan zeer diep. Dieper dan van elke andere plant in de woestijn. Op graslanden zal deze plant het daarom ook langer volhouden dan het gras zelf. Bij droogte zal gras verdorren maar deze struiken leven door. De plant woekert daarom enorm en wordt daarom ook binnen de graslanden bestreden. Waar de mesquite groeit, groeien geen andere planten. Het voordeel van de plant is wel dat het door zijn grote, brede en diepe wortelgestel de grond goed vasthoudt en erosie wordt voorkomen.
Tijdens grote droogte hebben de peulvruchten van deze plant vele levens gered. Het was soms een primaire voedselbron voor indianen en kolonisten. Mesquite bonen werden soms het "manna uit de hemel" genoemd. Ze werden geroosterd of gekookt om op te eten. Soms dienden de bonen als vervanger van koffie. De bonen kunnen ook heel lang bewaard worden. Soms dienden de bonen ook als veevoer als gevolg van misoogsten of bij te weinig gras als gevolg van overbegrazing. Ze werden dan soms per schip aangevoerd uit Mexico.
De struik of kleine boom werd door de Spanjaarden soms gebruikt bij de bouw van hun missieposten of voor het vervaardigen van meubels, vloeren, lambrisering en beelden. De plant heeft weinig water en onderhoud nodig. Ze produceren niet alleen bonen en bloemen die het wild aantrekken maar bieden rust en broedplekken voor vogels, waaronder kolibries.
Indianen maakten meel van de bonen bakten daar een soort cake van. Andere delen van de plant gebruikten ze als medicijn tegen diarree, voor het genezen van vleeswonden of gebruikten het tegen hoofdpijn, pijnlijke ogen, zere keel en dysenterie. Alle delen van de plant waren bruikbaar voor de indianen.
Het is ook mogelijk om met de auto naar de bron te rijden. De route gaat dan via de Yaqui Well Campground Road. Als we terug gaan komen we een birdwatcher tegen. Even praten. Hij spotvogels en hij ziet ze letterlijk en figuurlijk vliegen en zitten. Wij kijken er gewoon overheen maar hij wijst ons op kolibries en de Zwarte Zijdevliegenvanger die boven in een boom zit. En inderdaad we zien een zwarte vogel zitten met een kuifje. We wensen hem nog veel succes en gaan weer terug. Het is hetzelfde pad als op de heenweg maar dat is niet erg. Je ziet het nu van de andere kant en het blijft interessant.
Als we terug zijn drinken we eerst wat en dan gaan we de Cactus Loop Trail doen. De start van deze trail is een paar honderd meter verder dan die van de Yaqui Well Trail. Ook hier weer een kastje met een brochure van de trail. Die nemen we ook maar weer mee. Dit is een korte trail van ongeveer 1,1 kilometer met een hoogteverschil van ongeveer 70 meter.
Deze trail is woester dan de Yaqui Well trail. Veel meer losliggende rotsen langs het pad en ook heuvelachtiger. Het pad slingert over heuvels en door dalen. Onderweg ook weer een aantal markers met nummers en in de brochure is te lezen wat er te zien is. De naam voor de trail is trouwens goed gekozen, we zien diverse soorten cactussen. Onder andere de cholla cactus maar ook diverse barrel cactussen. Er zijn verschillend types. Ronde grote of klein maar ook langwerpige en hoge met op de top prachtige gele bloemen. Fishook cactus met stekels die op het eind omgebogen zijn als vishaken. De hedgehog cactus is zoals wij ze ook kennen. Allemaal langwerpige en dikke stengels die helemaal bezet zijn met stekels. De beavertail cactus is een soort vijgencactus. Lijkt ook wel soort oren die op elkaar gestapeld zijn.
De meeste cactussen zijn al uitgebloeid maar hier en daar bloeit er nog een. De hedgehog cactus heeft nog prachtige paarse bloemen. Op sommige plekken liggen de overblijfselen van sommige takken. Vermoedelijk van de cholla. Het zijn net kleine kunstwerkjes, het lijkt of is het gevlochten is. Het lijkt ook wel op de huid van een slang die verveld is.
De Cactus Trail is een leuke korte trail en niet moeilijk. Het beste is, om zo vroeg mogelijk in het voorjaar, dan bloeit er nog veel en is het nog niet zo warm, de trail te lopen. Het is tijd om weer verder te gaan. Weer achter het stuur en op weg naar Borrego Springs. Onderweg komen we langs Kenyon Overlook Trail Viewpoint en daar willen we ook even kijken. Vanaf deze locatie moet je een mooi zicht hebben op de Sunset Mountain. Deze trail hadden we gevonden via www.hikespeak.com en we zijn heel benieuwd. Maar helaas de beginpunten van de trail gemist. Het stond niet aangegeven en er stonden ook geen borden of auto’s langs de weg. Boven de bergen hangt een dreigende lucht en zo te zien regent het daar. Nou dat is geen probleem. Die regen kunnen ze hier wel gebruiken.
Jammer dat we het view point gemist hebben maar niet getreurd, op weg naar de ijzeren beelden. Hier hebben we ook weer foto’s van gezien en nu willen we ze wel eens in het echt zien. Als je hier groen ziet dan zijn er ook woningen. Wil je het hier groen hebben dan moet je beregenen en de planten water geven. In de verte zien we een woonwijk met allemaal palmen. Mooi om te zien maar niet dat wij er willen wonen.
De
beelden zijn ook bekend als monsters in the desert, en staan midden in het
woestijnlandschap. Het zijn enorme levensgrote sculpturen van prehistorische
dieren die gemaakt zijn van staal en representatief voor de dieren die hier
oorspronkelijk leefden. De beelden zijn zo groot dat je ze op Google Earth kunt
zien.
De
beelden zijn gemaakt door kunstenaar en lasser Ricardo Breceda. We hadden hier
al over gelezen en gaan even kijken.
Het
idee om de beelden hier neer te zetten komt van de Dennis Avery, landeigenaar
van Galleta Meadows Estates in Borrego Springs. De beelden staan op
verschillende locaties langs de Borrego Springs Road en Henderson Canyon Road.
Omdat
de beelden in hun natuurlijke omgeving staan zijn ze een onderdeel geworden van
het landschap.
Het is een mooie manier om op deze kunst weer te geven en het zorgt voor een meer realistische ervaring. Avery, inmiddels overleden, is eigenaar van de grond en verwelkomt bezoekers voor een tour langs de sculpturen. Galleta Meadows Estates is open voor het publiek. Op onderstaande kaart staan rode stippen met de alle locaties waar de beelden te zien zijn.
Het is een mooie manier om op deze kunst weer te geven en het zorgt voor een meer realistische ervaring. Avery, inmiddels overleden, is eigenaar van de grond en verwelkomt bezoekers voor een tour langs de sculpturen. Galleta Meadows Estates is open voor het publiek. Op onderstaande kaart staan rode stippen met de alle locaties waar de beelden te zien zijn.
Ricardo Breceda is kunstenaar en bekend geworden om zijn grote metalen sculpturen van dieren. Hij werd geboren in Durango, Mexico, maar verhuisde later, door zijn werk, naar Perris in Californië. Hij werkte aanvankelijk als verkoper van cowboylaarzen en als bouwvakker. Door een bedrijfsongeval kon hij dat laatste niet meer doen. Met zijn, toen nog kleine, dochter ging hij een keer naar de film Jurassic Park III. Toen hij na afloop van de film aan zijn dochter vroeg wat zij voor kerstmis wilde hebben zei ze een Tyranosaurus Rex. Hij is ongehuwd en heeft een dochter. Daarop maakte hij een kleine metalen sculptuur van een Tyranosaurus Rex voor zijn dochter. Dit slaagde zo goed dat hij meer beelden maakte van prehistorische dieren maar dan op ware grootte.
In 2007 bezocht filantroop
Dennis Avery toevallig het atelier van Ricardo Breceda. Avery had een boek
gefinancierd over fossielen die gevonden zijn in de Anza-Borrego Desert. Hij
vroeg Breceda om op zijn kosten beelden te maken naar het voorbeeld uit dat
boek. Nu staan er meer dan 100 beelden in Galleta Meadows Estates van zowel
prehistorische dieren mythologische schepsels. Een aantal bekende sculpturen
van Breceda’s zijn; een koets getrokken door paarden, een beer en een
schorpioen. Breceda maakt ook beelden van mensen, waarvan de meeste zijn
gebaseerd op mensen uit het oude westen zoals; cowboys en Native American
figuren. Een van de meest opmerkelijke sculpturen van Breceda is een 350-voet
lange slang. Zijn dochter helpt hem nu bij het beeldhouwen van zijn beelden.
De foto’s die we gezien hebben komen overeen met de werkelijkheid. Midden in de woestijn staan enorme maar ook kleine ijzeren beelden van dieren. Je moet wel goed kijken want je ziet ze makkelijk over het hoofd omdat ze een stuk van de weg af staan. De camper moeten we langs de weg parkeren en we moeten een stukje lopen. Als je een auto hebt die hoog op de wielen staat kun je er ook langs rijden. Dat zien we een paar anderen doen maar met de camper durven wij dat niet aan in het losse zand. De eerste beelden die we gaan bekijken zijn van een olifanten soort die hier geleefd heeft.
De volgende groep die we zien zijn wilde paarden en het zijn allemaal kunststukjes. Heel mooi om te zien maar misschien ook omdat ze zo mooi midden in de natuur staan. Het is zo natuurlijk dat je achter elk bosje bijna een (sabeltand)tijger ziet!
Verderop zien we een arend op het nest en een ander prehistorisch dier. Breceda heeft veel beelden gemaakt maar helaas kunnen we ze niet allemaal bekijken. Dan moeten we hele stukken lopen en in het losse zand gaat dat niet zo gemakkelijk. De kamelen rijden we voorbij en de schilpadden en steenbokken kunnen we niet vinden. In de verte zien we dinosaurussen staan. De schorpioen en krekel zijn niet op ware grote maar ook weer heel kunstig gemaakt. Niet alleen beelden van prehistorisch dieren maar ook van vroegere bewoners in dit gebied. Goudzoekers, indianen. Pioniers, huifkarren etc.
Klapstuk
is toch wel de slang of draak onder de weg door. Dit is toch wel een
meesterstuk.
Heel
mooi gemaakt en het is zo mooi dat je er omheen kan lopen, aanraken en voelen.
Breceda is echt een kunstenaar, petje af voor wat hij gemaakt heeft. Het dier
is helemaal bedekt met gebogen ronde schubben. Elke stekel is apart gevormd en
vaak ook helemaal geschubd. De kop en bek zijn heel imposant. Trouwens heel
leuk bedacht het dier zo onder de weg door laten kruipen. Daardoor heeft het
wel van een prehistorische super grootte woestijn slang.
Nu gaan we op weg naar het bezoekerscentrum; dat moet ook heel bijzonder zijn. We rijden terug naar Borrego Springs. De stad ligt in de Borrego Springs & Lower Coyote Canyon regio. Het is geen grote plaats er wonen maar ruim 2500 inwoners. Het heeft een aantal winkelcentra, diverse restaurants, hotels en winkels. Straatlantaarns zijn er bijna niet. Dit is expres omdat men de nacht wil “beschermen”. De inwoners zijn van mening dat er genoeg lichtvervuiling is. Toerisme is een belangrijke industrie in Borrego Springs. Er zijn 4 openbare golfbanen, tennisbanen en diverse maneges. Het dorp is een populaire bestemming voor " Snow Birds”. Vogels die van de koudere streken naar warmere oorden trekken en bijkomen in deze warmere streek.
Een
lokale bezienswaardigheid is de rotonde tussen de luchthaven en het
stadscentrum. De rotonde wordt Christmas Circle genoemd en is dan helemaal
bezet. Elk jaar in oktober viert men Borrego Days Desert Festival. Dat is een
driedaags evenement en biedt een uniek stukje van Amerikaans woestijnfeest. De kick-off
is een downtown parade, compleet met een mix van kitscherige praalwagens,
fanfares, toeterende golfkarretjes, steigerende paarden, dansers en nog veel
meer. Verder zijn er stands met een scala aan ambachtslieden en hobbyisten die
hun kunsten vertonen met livemuziek en optredens.
Bij the Christmas Circle slaan we af richting het Visitor Center van Anza Borrega Desert State Park. Het ligt niet ver buiten Borrego Springs. Even kijken wat het is en daarna zoeken we onze camping op die daar vlakbij is. Het Visitor Center ligt aan het uiteinde van de Palm Canyon Road. Het gebouw is in verband met de hitte deels onder de grond gebouwd. Het is alleen in de wintermaanden, van oktober tot en met mei dagelijks geopend. Gedurende de overige maanden alleen tijdens het weekend en tijdens feestdagen. In 2005 is het nieuwe Visitor Center geopend en het is een mooi gebouw. Het valt helemaal niet op in de omgeving. Er is veel informatie te vinden over het State Park, je kan er plattegronden krijgen en boeken over het park. Er is ook een museum. Dit geeft je een indruk over hoe het park is ontstaan, de geschiedenis en wat je er nu allemaal kunt doen en zien. Tijdens de openingstijden is er ieder uur een diavoorstelling.
Verder zijn er veel evenementen maar die zijn wel afhankelijk van het seizoen. Rangers organiseren in de wintermaanden rondleidingen en lezingen, soms ook in de avonduren rond het kampvuur.
Bij de ingang is een grote
kaart van het park. Daar is mooi op te zien hoe groot het park wel niet is en
waar wat te vinden is. Op de kaart zit een levensgrote prehistorische vogel,
een Aiolornis incredibilis,
"de ongelooflijke god vogel van de wind" Deze uitgestorven vogel was
1.20 meter groot en had een vleugelspanwijdte ongeveer 5,50 meter. In het park
zijn fossielen van deze gigantische vogels gevonden. Het was de grootste
vogelsoort ooit die op het noordelijk halfrond gevlogen heeft.
In het museum is een
tentoonstelling van fossielen die in het park gevonden zijn. Ook is er een
expositie van dieren, planten en mensen die daar geleefd en gewoond hebben.
Het is een leuk Visitor
Center, modern en leuk ingericht. Veel informatie met brochures, kaarten en
boeken van het park. Er is ook een filmzaal en de film begint net dus gaan we
die maar even zien. Kunnen we ook even
lekker zitten en bijkomen. Heel benieuwd wat voor film het is. Inderdaad een
verrassing. De film gaat niet zozeer over het State Park maar over Marshall
South en zijn gezin. Hij was een dichter, kunstenaar, dromer, visionair en een
schrijver ... en waarschijnlijk een beetje gek. Tenminste dat vonden wij aan
het eind van de film. Het was 1929 en de depressie sloeg hard toe en had voor
iedereen gevolgen. Zo ook voor Marshall South. Dit was trouwens zijn
pseudoniem. Hij werd geboren in Australië als Roy Bennett Richards en verhuisde
later met zijn moeder en broer naar Amerika. Als volwassene werd hij schrijver
en woonde in Oceanside, Californië met zijn vrouw Tanya. Precies wat er daarna
gebeurde is een beetje een mysterie.
In 1930 verkocht het echtpaar
alles en namen ze mee wat ze bezaten en stouwden dat in hun T Ford en
verhuisden naar de woestijn, de Anza-Borrego Desert. Het was het begin van een
“experiment van primitief leven” op een volledig afgelegen plek in de bergen
bij Blair Valley. Volgens Marshall wilde hij rust en eenzaamheid om zo de
mentale en fysieke vrijheid te ervaren maar waarschijnlijk was de depressie de
aanleiding en een belangrijke factor. Hoe dan ook een 17-jarige experiment was
begonnen. The South's noemden hun gekozen plek Ghost Mountain en begonnen er met
de bouw van hun huis, een adobe en noemden het Yaquitepec. Ze kregen daar 3
kinderen, 2 meisjes en 1 jongen. Zijn populaire artikelen “terug naar de
natuur” spraken de lezers aan en zo konden de familie in hun levensonderhoud
voorzien. De plek die ze gekozen hadden lag ver van de bewoonde wereld en er
was geen water. Om de zoveel tijd moesten ze daarom ook water gaan halen.
Voor de buitenwacht was het
een sprookje maar voor de Marshalls en vooral voor zijn vrouw Tanya en de
kinderen was het leven bikkelhard. Marshall maakte van het experiment een
fictieve roman en dit werd beloond met een contract met Desert Magazine in
1939. Het verhaal en leven van Yaquitepec werd maandelijks gepubliceerd tot een
eenjarige serie. De titel van de artikelen waren "Desert Year" en het
was een groot succes, zo groot zelfs dat het voortgezet werd tot 1946. Er is
zelfs een boek van gemaakt maar dat dat verkocht slecht. Dit komt vooral omdat
Marshall zijn ervaringen zwaar geromantiseerd heeft. Hij deed het voorkomen als
een utopisch leven in harmonie met de natuur waarin hij het beeld creëerde
alsof hij "de woestijn profeet" was.
Marshall draaide door en was vaak afwezig op Ghost Mountain. Tanya draaide alleen op voor het opvoeden van haar kinderen en ervoor te zorgen dat ze in leven bleven. In 1947 vroeg Tanya scheiding aan en verhuisde ze met haar kinderen. Ze weigerde (ooit weer) over haar tijd op de berg te spreken. Het moet voor hen toch een traumatische periode zijn geweest. Het hele verleden van hun leven op Ghost Mountain hebben ze uitgewist. Ze hebben alle stukken, brieven en verslagen over het leven op de berg verbrand en andere namen aangenomen. Marshall stierf in 1948 waarschijnlijk door ziekte, ondervoeding en een gebroken hart.
Er is een trail naar Ghost Mountain en de ruïnes van Marshall South Homestead en ander objecten zijn er nog steeds te vinden en te zien. Het ligt iet ten noorden van de S2 in de buurt van Blair Valley. Door het verhaal is de wandeling naar de restanten van Yaquitepec een redelijk populaire trail.
Dit was toch wel een heftige film. Persoonlijk vonden wij Marshall wel erg egoïstisch en heeft hij zijn vrouw en kinderen erg in de steek gelaten. Onder de indruk verlaten we het bezoekerscentrum. Om het Visitor Center hebben ze een tuin ingericht met planten die in het State Park groeien. Bij de planten staan bordjes en daardoor hebben we mooi de gelegenheid even te lezen hoe sommige heten.
Nu
op weg naar de camping, Borrego Palm Canyon Campground, 200 Palm Canyon Dr, Borrego Springs, CA 92004. Het is
een camping van Californian State Parks. Het is al laat en we moeten ons zelf
inchecken. Even kijken welke plek nog vrij is. Er is nog keuze genoeg. Het geld
doen we in een zakje en deponeren we in een kastje bij de ingang. Van de fee
scheuren we een stukje af en dat hang je op aan een paal waar je wilt
overnachten. Verderop is de lucht donker en erg dreigend. Het onweert daar en
het ziet ernaar uit dat het onze kant op komt. We willen straks nog de Borrego
Palm Canyon Trail doen en dat is de kant van het onweer op. Maar even afwachten
en hopen dat het over trekt.
Nu eerst maar wat gaan eten en na zo’n lange dag smaakt het prima. Wifi is er niet dus aan ons blog werken lukt niet. Wel kunnen we het stukje in concept schrijven en dan is het voor morgen al klaar.
Nu willen we de Borrego Palm Canyon Trail gaan doen. De
trailhead begint helemaal aan het eind van onze camping waar ook de tenten
staan. Het is een 4,8 kilometer lange trail (heen en terug) en heeft een
gemiddelde moeilijkheidsgraad. Het weer ziet er nog steeds niet goed uit. Waar
we naar toe willen is de lucht nog dreigend. Toch proberen we het maar want als
we nog later gaan dan is het al donker als we terug willen. De lucht houden we
in de gaten maar het onweer komt steeds dreigender op ons af. Als het over een
half uur niet anders wordt draaien we om en gaan we terug. We willen geen
risico’s nemen vooral in niet een canyon met mogelijk flash floods.
Vanwaar de camper staat is
het nog een behoorlijk stuk tot waar de trail begint. Het pad is zanderig maar
ook rotsachtig en loopt wat op en neer. Hier en daar liggen omgevallen palmen
en soms groeit er ook weer een jonge palm. Af en toe zien we wat bloeiende
bloemen zoals de woestijn verbena met paarse bloemen die plat op de grond
liggen.
Het is niet moeilijk lopen maar je moet wel goed opletten. Het pad is niet vlak en overal liggen rotsblokken. Al lopend letten we steeds op de lucht die nog steeds dreigend is. Het onweert ook in de verte. Het half uur is om en we vertrouwen het niet, we gaan terug. Jammer, we hadden graag de oase willen zien, maar het is niet anders. We willen geen risico’s nemen. Dan brengen we ons zelf maar ook ander misschien in gevaar en dat is het niet waard. Daarom maar even lezen wat we gemist hebben.
De Borrego Palm Canyon is de 3e grootste palm oases in Californië. De oase ligt in een rotsachtige V-vormige kloof. Om er te komen loop je door een droogstaande wash. In het begin is de kloof nog breed, open en bedekt met grote en kleine keien met daartussen bloeiende struiken, cactussen en andere planten. De kloof wordt echter steeds smaller waarbij je geleidelijk omhoog gaat, ongeveer 150 meter hoogteverschil. Na ongeveer 45 minuten lopen kom je bij de oase waar ook veel dieren komen om te drinken. De palmen staat gegroepeerd rond een paar bronnen op de bodem van de vallei. In het regenseizoen staan de bronnen vol maar in de droge periode bevindt het meeste water zich onder de grond. Het hele jaar is er water voor de palmen. Onder de bomen is het contrast vaak groot ten opzichte van de omgeving. Daar is het koel, vochtig en schaduwrijk voor mens en dier. Veel dieren en vogels komen hier drinken en als je geluk hebt kun je zelfs Desert Bighorn Sheep zien drinken.
De trailhead is ook
bereikbaar vanuit het bezoekerscentrum. Aan de achterkant van het Visitor
Center begint een pad dat naar de Borrego Palm Canyon Campgroud gaat. De
Borrego Palm Canyon Trail is een populaire trail. Omdat het niet echt een
moeilijke trail is, makkelijk bereikbaar is en dicht bij het Visitor Center en
Borrego Springs ligt.
Halverwege de camping begint trouwens ook een andere trail, de Panoramic Overlook Trail. Dit is ook 1,6 mile lange populaire trail in de buurt van de camping en Visitor Center. Je beklimt een heuvel en hebt dan een prachtig uitzicht over de omgeving.
In de buurt van Borrego Springs ligt nog een andere trailhead, de Hellhole Canyon Trail en Maidenhair Falls. Deze trail, 5,1 mile lange (heen en terug) ligt aan de aan de voet van het steile en bochtige gedeelte van de S22 en een mijl ten zuiden van het Visitor Center. Er is voldoende parkeergelegenheid bij de trailhead en een informatiebord met kaart van de trail.
De wandeling gaat door een ondiep zijdal zuidwaarts en is vooral in het voorjaar een mooie wandeling omdat dan alles groeit en bloeit. Tot de monding van de canyon is de omgeving redelijk vlak struiken, cactussen en ocotillo’s. Het pad is breed, recht en makkelijk te volgen. Het doorkruist al snel de California Riding and Hiking Trail en gaat door over zachter en zandiger terrein wat het lopen moeilijker maakt.
Hoe verder je gaat, hoe dichter de canyon wanden bij elkaar komen. Langzaamaan begint het pad te klimmen tot je bij de hoofdwash komt die je diverse keren over moet steken. Als snel zie je de eerst 3 palmen en een stukje verder een grote groep. In het midden van die groep palmen is het koel onder de overhangende palmbladeren die alle zonlicht tegenhouden. Hier zijn bronnen, kleine poelen en kleine watervallen. Hier bloeien prachtige bloemen waaronder een aantal orchideeën soorten. Na de eerst grote groep palen gaat de trail verder. In de kloof liggen steeds meer rotsblokken waar je om en overheen moet klimmen maar de trail is nog goed begaanbaar. De route gaat verder naar een andere groep palmen waar een beek stroomt en nog iets verder bereik je aan de andere kant van het bosje de Maidenhair Falls. Het water stroomt over een 7 meter hoge rots en valt in een ondiepe poel. Hier eindigt eigenlijk de trail maar echte dieharts kunnen nog verder. Een stukje verder is nog een groep palmen, de Helholle Palms. De tocht wordt dan wel zwaarder en doet dan zijn naam eer aan.
Nog iets verder naar het zuiden ligt Culp Valley dat door zijn bergen aanmerkelijk hoger ligt dan de omgeving. Het ligt ook langs de S22 ongeveer 9 mile ten zuiden van Borrego Springs. Hier is ook een camping waar in het voorjaar veel gebruik van wordt gemaakt. In het voorjaar bloeien hier wilde bloemen waar veel wandelaars van genieten. In de omgeving zijn een paar mooie wandelroutes die de moeite waard zijn zoals naar Pena Spring en de Culp Valley Loop.
Ook de terugweg verloopt prima en we wachten steeds op de eerste regendruppen maar ze komen maar niet. In de camper zetten we een bakje koffie en gaan in onze tuinstoeltjes buiten zitten. Het is nog steeds mooi weer, De wind neemt wel iets toe maar de bui trekt weg. Verdorie we hadden achteraf de trail wel kunnen doen, maar achteraf is het altijd makkelijk. Het is mooi geweest voor vandaag we zien de zon ondergaan. Wij gaan er nu ook maar onder. Morgen weer een spannende dag. Dan gaan we met een ATV op stap en heel benieuwd hoe we dat zullen ervaren. Totaal 117 miles gereden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten