zaterdag 9 december 2017

San Diego – Anza Borrego Springs (CA)



Maandag 11 april 2016,

Up to the desert


Op de camping waar we vannacht geslapen hebben, staan overal mooie bloeiende rozen. Zeker een foto waard. Elke campingplaats heeft zijn eigen hout stookgelegenheid. Hier wordt vaak gebruik van gemaakt. De campers staan op een betonnen ondergrond en daarom heen grasvelden met bomen en bloemperken. Keurig allemaal. 
 
 







Een stukje verderop staat een hele aparte camper, het lijkt wel een amfibievoertuig. Het is een Australiër die wereldreis maakt en zijn eigen camper mee heeft.

Ontbijten en dan koppelen we het water en de stroom los en gaan we weer op weg. Nieuwe dag nieuwe dingen. We moeten nu naar het noordoosten en nemen eerst dezelfde weg die we gisteren gedaan hebben om bij de camping te komen. Eerst de 805 North en dan weer de 94 East en dat moet lukken. Het is maandagochtend dus druk maar wij hebben geen haast. San Diego is een grote stad met een rijke historie en je kunt je er makkelijk 3 tot vier dagen vermaken. We hebben veel gezien en beschreven in dit reisverslag. Ook de dingen die we gemist hebben en toch de moeite waard zijn, zijn opgenomen in het verslag. Wie weet heeft iemand anders er nog wat aan. Er zijn nog een paar belangrijke andere dingen in San Diego die ook zeker de moeite waard zijn.

De Mexicaanse grens bij Tijuana, daar ben je dichtbij en sommigen vinden het leuk daar even te gaan kijken. Wij hadden daar geen behoefte aan maar sommigen vinden het geweldig.
Westfield Shopping Town Horton Plaza: Vlakbij Gaslamp Quarter. Dat moet een mooi winkelcentrum zijn met onconventionele architectuur. Winkels aan open binnenplaats met scheve hoeken. Verder veel bruggen, kunst en in allerlei leuke kleuren.
Seaport Village is een pittoresk winkelgebied met houten huizen. Het oogt daardoor
als een oud vissersdorpje, ligt direct aan de oceaan en herbergt boetiekjes en kleine
restaurants. Een bezoek aan Seaport  Village is prima te combineren met een bezoek
aanhet nabij gelegen USS Midway Museum.
San Diego Air & Space Museum (SDASM, voorheen de San Diego Aerospace
Museum)is een luchtvaart en ruimtevaart museum in San Diego. Het museum bevindt
zich in het Park van Balboa en is gehuisvest in het voormalige Ford Building,
oorspronkelijk gebouwd door de Ford Motor Company. 

Met bovenstaande en wat er al in het reisverslag staat, is er dus genoeg te zien en te doen in San Diegeo. De kaart hebben we goed bekeken. Het eerste stuk is hetzelfde als gisteren toen we naar de camping reden. Als snel zitten we weer op de Interstate 805 North en dan moeten we de 94 East hebben. Het gaat prima en na een half uur laten we San Diego achter ons en wordt het minder druk. We hoeven maar een stukje over de 94 en moeten daarna Interstate 8 East hebben. Nanda neemt het stuur over en het is voor haar de eerste keer dat ze weer in de camper rijdt. Het is even wennen maar dan gaat het als vanouds. De route gaat door en langs La Mesa, El Cajon en Alpine. In dit laatste dorpje willen we even gaan kijken.

Alpine is een klein plaatsje met ongeveer 15.000 inwoners langs de 94 in Californië. De naam is bedacht door een inwoner in 1880. De omgeving was volgens de bedenker vergelijkbaar met haar geboorteland Zwitserland. Voordat de Europeanen zich hier vestigden werd dit gebied bewoond door de Kumeyaay indianen.
Veel in de omgeving doet nog denken aan de indianen die hier in het verleden geleefd en gewoond hebben. De Interstate 8 waar we zonet van afkwamen wordt ook Kumeyaay Highway genoemd. Verder zijn hier een aantal resorts en casino’s die door de indianen beheerd en geëxploiteerd worden. Het is voor hun stam(men) een bron van inkomsten.
De Kumayaay indianen waren de eerste inlandse bewoners die pater Junipero Serra in het huidige Californië ontmoette. Het waren gastvrije en vreedzame indianen. In zijn dagboek schreef hij, “het zijn prima en vriendelijke mensen. Met hun kano’s gingen ze vissen en brachten ons vis en weekdieren. Zij hebben hun eigen dansen en dansten voor ons”.

In die tijd leefden er ongeveer 25.000 tot 30.000 indianen in dat gebied. Toen de Spanjaarden begonnen met de bouw van hun missiepost bij San Diego benaderden zij de indianen om te helpen. Trouwens Kumeyaay is een verzamelnaam voor een aantal indianenstammen in deze regio. In deze naam zitten ook ander stammen met gelijksoortige dialecten zoals de Diegueño, Kamia, Ipai Tipai, de Yuman sprekende Indianen. Dit zijn stammen die over de bergen ten oosten van San Diego County woonden.

De Kumeyaay waren seizoensgebonden jagers en verzamelaars die uit losse groepen bestonden van tussen de 200 tot 2000 personen. Ze leefden langs beken, rivieren en langs de kuststreek van San Diego tot de Cuyamaca en Laguna Mountains , Salton Sea in het oosten tot aan het zuiden van het huidige Ensenada in Mexico. Er werd gevist in de baai en men verzamelde grunion vissen en weekdieren op het strand. Verder jaagde men op klein wild zoals konijnen en verzamelden de indianen wilde vruchten, bessen, noten en eikels. Ook hielden ze zich bezig met land- en tuinbouwactiviteiten en zagen toen al kans de grond te bevloeien met water uit de bergen en rivieren.

Ondanks de inspanningen van de Spaanse missionarissen van San Diego-area om de Kumeyaay te bekeren tot het Christendom en de inzet van de Presidio soldaten om hen te onderwerpen lukte dit niet. Veel stammen bleven zich verzetten tegen de Europese overheersing en het kwam soms tot conflicten. In de vroege ochtend van 4 november 1775 kwam het tot een uitbarsting. Mission San Diego de Alcalá, die toen voor het grootste gedeelte uit hout bestond, werd in brand gestoken. Het kleine contigent Spaanse militairen werd aangevallen. De aalmoezenier en een andere Spanjaard werden gedood (de enige zendeling die ooit vermoord werd door Indianen in Californië). Er werden strafexpedities door het Presidio op touw gezet om de indiaanse leiders op te pakken en nieuwe novices voor de missie te werven. Echter allemaal zonder succes.

Dit gespannen relatie tussen de Kumeyaay en de Spanjaarden en later met de Mexicanen, na de onafhankelijkheid in 1821, kwam nog meer onder druk te staan. De Kumeyaay bevolking slonk jaar na jaar tot ongeveer 3000 zielen als gevolg van ziekte, verlies van voorouderlijke gronden en diverse andere oorzaken. Omdat er geen leiders meer waren vluchten de meest meeste Kumeyaay naar de bergen, zoals nu naar het huidige Alpine en Julian. Daar konden ze niet gedwongen worden om te werken voor de Mexicaanse kolonisten of het leger. De indianen bouwden een nieuw bestaan op tot de Amerikaans kolonisten kwamen. In 1875 werden de Kumeyaay ook uit het binnenland verdreven en uit hun voorouderlijke huizen. Hun land werd onteigend. Er bleef niets meer over en ze werden gedongen in reservaten te gaan wonen. 

De Kumeyaay bevolking herstelde pas na 1910. Momenteel zijn er ongeveer 20.000 Kumeyaay nakomelingen in San Diego County. De meeste wonen nog in reservaten. Hun inkomsten bestaan voor het grootste gedeelte uit casino’s en bingo activiteiten. Ze zijn eigenaar van een aantal populaire en lucratieve casino’s langs Insterstate 8 op het platteland van San Diego County. De stam heeft zelfs $ 30.000.000 geïnvesteerd in een factory outlet en een winkelcentrum en is eigenaar van een bank.

Alpine valt ons wat tegen, een mooi dorpje maar het heeft niet echt een uitstraling. De inwoner die de naam voor het dorpje bedacht heeft moet wel heel veel fantasie hebben gehad. Wij vinden het niet echt op Zwitserse Alpen lijken. Weer verder richting Julian en we gaan van de I8 af en over op de 79 North. Het is een mooie route. Veel groen, bomen, en dennen en hier en daar weilanden en ruigte. De weg slingert door het landschap.



















De rit gaat ook door het Cuyamaca Rancho State Park maar dat park slaan we over. De weg draait om het Cuyamaca Lake heen. Veel krijgen we niet te zien van het meer. Het is een natuurlijk meer want het ligt in een laagte. Door het meer is de omgeving vrij nat en daardoor moerassig. De weg gaat door een gebied met gras en veel ruigte. Ineens zien we heel in de verte een aantal grote vogels lopen. Even stoppen en kijken wat het zijn. Met het fototoestel uitzoomen en dan zien we dat het kalkoenen zijn, Wild Turkey’s. We wisten niet dat die hier leefden. Het is hier voorjaar jaar en we vermoeden dat ze aan het baltsen zijn. We zien een aantal mannetjes en één vrouwtje. De heren doen erg hun best om haar te versieren. Ze pronken als pauwen met hun staartveren.



De Noord-Amerikaanse wilde kalkoen leeft in een groot gedeelte van de USA en is daar bekend als wild Turkey. Het is de zwaarste en de grootste hoender soort in de Verenigde Staten. Volwassen wilde kalkoenen hebben lange roodachtig-geel tot grijsbruin-groene benen en een zwart lichaam. Mannetjes worden toms of gobblers genoemd. In het paarseizoen pronken ze met hun staartveren net zoals een pauw. Ze hebben een veerloos en roodachtig hoofd met rode lellen op de keel en de hals. De lel is een klep van de huid. Aan elke poot heeft het 3 tenen. De mannetjes hebben achter en onder aan de poot een speciaal wapen, uitloper genaamd. Die wordt gebruikt tijdens een gevecht. Het lange vlezige object over de snavel van het mannetje heet een haarband. Als het mannetje wordt gestoord of opgewonden raakt, verkleurt de haarband van blauwpaars naar helderrood.

Wilde kalkoenen hebben een lange donkere, waaiervormige staart en glanzende bronzen vleugels. De mannetjes hebben glanzende veren die door de lichtinval steeds anders kleuren. De vrouwtjes zijn minder opvallend en felgekleurd. Ze zijn doorgaans bruin en grijs.

De volwassen mannetjes wegen tussen 5 -11 kg. Een volwassen vrouwtje is veel kleiner en weegt tussen de 3-5.4 kg. Hun spanwijdte varieert tussen 1,25 tot 1,44 m.
Hoewel ze zwaar zijn kunnen ze toch goed vliegen, vooral als ze gevaar opmerken. Wilde kalkoenen zijn omnivoor. De hele dag besteden ze aan jacht op voedsel zoals eikels, zaden, kleine insecten en wilde bessen die ze op de grond zoeken. De nachten brengen ze meestal door op de lage takken van bomen.

Het vrouwtje zoekt een goede plek om een nest te maken. Dit ligt meestal verborgen in de bush waar ze tussen 10-14 gespikkelde bruine eieren legt. Na ongeveer 28 dagen komen de eieren uit en de jongen worden poults genoemd. De poults zijn bedekt met fijne veren en verlaten direct het nest. Wasberen, gestreepte stinkdieren, Gray vossen en slangen roven vaak de nesten leeg. Coyotes, Bobcats, Golden Eagles en honden jagen op de volwassen kalkoenen.  De mens is nu de belangrijkste predator van volwassen wilde kalkoenen. Door de jacht is in het verleden de wilde kalkoen op sommige plekken in Amerika uitgestorven. Door herintroductie groeit het aantal weer. De Wild Turkey is één van de heilige vogels van de Navajos. Bij traditionele ceremonies worden kalkoenveren vaak als versiering gebruikt.


Toch wel een bijzondere ervaring om deze dieren een keer in het wild te zien. De omgeving wordt anders, vlakker met in de verte lage met ruigte begroeide heuvels. Wat ook altijd leuk is om te zien zijn de rijen met brievenbussen langs de weg. De huizen staan vaak verder weg in the middle of nowhere.



















Weer verder en na een stuk rijden zien we een bord langs de kant van de weg met Desert View Park. Daar stoppen we even, even kijken en het is tijd voor een bakje. Vanaf die locatie heb je een prachtig zicht over de omgeving. Voor ons heuvels en bergen met in de diepte een kaarsrechte weg. Dat is de 78 van Julian richting Borrego Springs en Ocotillo Wells. Dat is ook de weg die wij straks moeten hebben.


Omdat we geen koffiezet apparaat hebben drinken we geen filterkoffie maar oploskoffie. Dat is lekker makkelijk. Water koken en een paar schepjes oploskoffie in een mok en klaar is de koffie. Lekker snel en het smaakt ook prima zonder koffiemelk. Campingstoeltjes onder uit de camper en even zitten en genieten van de omgeving, het uitzicht en de koffie. Heerlijk, dit is vakantie. Na een tijdje is het weer mooi geweest we gaan weer verder.





















Na een kort stukje rijden komen we bij Julian en rijden door de hoofdstraat. Even kijken of we de camper ergens kwijt kunnen. Ja dat is het nadeel van een camper. Je kan hem niet overal even makkelijk parkeren. Vaak is het even zoeken maar meestal lukt het wel en zo nu ook weer. In de een brede zijstraat vinden we een plekje. Parkeren en op stap, we willen dit appeltaart dorp weleens bekijken. Op de heenweg zijn we al door mainstreet gereden en aan weerskanten staan allemaal oude panden. Nu zijn het winkeltjes, restaurantjes en natuurlijk bakkerijen. Even een rondje door het dorp. Een stukje verderop zien we een tuin met daarin allerlei oude gereedschappen, leuk om te zien.


Het dorp Julian is een kleine berg gemeenschap en een historisch goudmijndorpje in Zuid-Californië. Het dorp ligt op het kruispunt 78 en 79, ongeveer 50 mijl ten noordoosten van San Diego en is mooi verscholen tussen de eiken- en dennenbossen. Het dorp ligt hoog, wel 1000 meter hoger dan Anza Borrego.
In 1869 ontdekte AE (Fred) Coleman, voormalig slaaf, goud in wat nu Coleman Creek heet. In 1870 stichtte Drue Bailey de stad Julian City en noemde die naar zijn neef Julian. Bailey en Julian waren ex- militairen uit de Amerikaanse Burgeroorlog. Ze zochten hun geluk op de Californische goudvelden. In de 19 eeuw kwamen er veel gelukszoekers uit Duitsland. Een kwart van de inwoners stamt nog af van de Duitse kolonisten.

Tegen de zomer van 1872, waren er 50 huizen, 3 hotels, 4 winkels, 2 restaurants, 1 schoolgebouw en het 'gebruikelijke aantal saloons ". In de goudmijnen werkten naar schatting 300 mijnwerkers die ongeveer voor $ 4 tot $ 5.000.000 dollar aan gouderts hebben gewonnen. In tegenstellig tot veel andere goudstadjes bleven de meeste inwoners in Julian wonen en werd het geen spookstadje. Dit kwam door het klimaat, de rijke bodem en de nabijheid van San Diego. 

Toen de goudkoorts nog op zijn hoogtepunt was bracht James Madison een wagonlading jonge appelbomen naar de omgeving. Het klimaat en de grond waren ideaal voor de appelteelt zodat er veel appelboomgaarden werden aangeplant. Julian appels hebben prijzen gewonnen zoals op de Wereldtentoonstelling van 1893 in Chicago en op de Wereldtentoonstelling van 1915 in San Francisco.

Julian is nu bekend en beroemd om zijn wereldberoemde appeltaarten, cider en andere producten die van appels gemaakt zijn. In oktober worden 10.000 appeltaarten in een week gebakken. Veel toeristen komen hierop af en voor de herfstkleuren, de koelte en het beroemde Apple Festival.
Het hele dorp is nu aangewezen als historische wijk. Het heeft haar imago als vroege Californische grensstad voor pioniers behouden. Het is nu een schilderachtig vakantiedorp in de bergen. Er zijn rondleidingen langs de historische bezienswaardigheden en door Eagle en High Peak Mines. Toerisme is nu de grootste industrie van Julian, gevolgd door veeteelt en appelboomgaarden.



















Het dorpje heeft nog de uitstraling van een oud western stadje op de moderne auto’s na natuurlijk. Er zijn wat winkeltjes en daar willen we even kijken. We hebben nog een paar postzegels nodig. Daarom kijken we even in een souvenirwinkel. Daar hebben ze ook ansichtkaarten dus zullen ze ook wel postzegels hebben. Helaas geen postzegels. De dame achter de kassa legt uit dat net buiten het dorp een postkantoor is. Daar kunnen we postzegels kopen. Daar komen straks toch langs dus dat komt mooi uit. Nu op naar de bakkerswinkels en ja hoor een etalage met appeltaarten, appelbollen etc. Allemaal verschillende soorten appeltaarten en niet zoals wij ze kennen maar van de Donald Duck. Lage appeltaarten die helemaal bedekt zijn met een lap deeg.





Het ziet er allemaal heel lekker uit en dit is niet de enige bakkerij. Tijdens de rondgang door het dorp komen we langs een aantal bakkerijen en restaurants en appeltaarten en bollen staan veel op het menu. Er wordt veel reclame gemaakt voor bakkerijen en appelpie. Er staan leuke reclameborden om hun waren aan te prijzen. Zo ook van pistols & petticoats. We vragen ons wel af krijg je een pistool bij de petticoat of andersom. De winkel is helaas gesloten dus we zullen het nooit weten.  





Julian is niet groot dus hebben we alles snel bekeken. Als we aan het eind van Mainstreet zijn draaien we weer om. Via een omweg lopen we terug naar de camper en komen langs Julian Historical Society.
Een leuk ouderwets gebouw met een leuke bijpassende toren. Nog een stukje verder is het Julian Pionier Museum met het Grosskopf House. Het museum is helaas niet open maar door de ramen kunnen we naar binnen kijken. Het is ingericht in de tijd van eind 1800 en begin 1900. Er zal wel het een en ander te zien zijn over de historie van Julian.            



















Het is mooi geweest; we gaan verder. De camper even draaien en we rijden weer door Mainstreet richting de 78. Net buiten het dorp zien we het postkantoor. Even stoppen voor een postzegel. De kaart hebben we al maar de postzegel nog niet en we willen niet dat de ontvanger strafport krijgt. Nanda haalt een postzegel en ik kijk even rond. De sheriff komt ook even langs. Moet zeker ook post wegbrengen of ophalen. Aan de andere kant van het postkantoor is een appelboomgaard. Het is duidelijk te zien dat Julian een dorp is waar veel appels worden geteeld.




De postzegel gekocht en de kaart op de bus; wij kunnen weer verder richting Anza-Borrego Desert State Park. Heel benieuwd wat we daar vanmiddag zullen zien.
Eerst rijden we richting Banner. De weg slingert door de vallei maar is heel goed te rijden. Aan de linkerkant hoge groene bergen. Als je Banner hebt gehad is het net of kom je in een andere wereld. Veel droger en desolater. Hier begint de woestijn al een beetje. Over de 78 gaan we verder richting Sissers Crossing. Een leuke naam. Hier gaan we van de 78 af en nemen de S-2, the Great Southern Overland Stage Route, richting Ocotillo. We willen een klein stukje van S-2 rijden. Er moeten een paar mooie uitzichtpunten zijn en misschien kunnen we ook nog even naar Box Canyon. Ja dit is wel een hele andere wereld dan wat we de afgelopen weken hebben gezien.


Dit is Anza Borrego Desert State Park afgekort ABDSP en het is een state park. Het staatspark ligt zowel in de ecoregio's van de Coloradowoestijn als de Sonorawoestijn. Het park dankt zijn naam aan de 18de -eeuwse Spaanse ontdekkingsreiziger Juan Bautista de Anza en Borrego, het Spaanse woord voor bighornscheep. Het logo voor het park is daarom ook een bighornscheep. Het is een vrij groot park met een oppervlakte van 240.000 ha. Het is daardoor het grootste staats park in Californië. Het is één grote woestijn die begrensd wordt door het Vallecito-gebergte in het zuiden en de hoogste Santa Rosa Mountains in het noorden met in het hart de Borrego Valley. Omdat het park in een kom ligt kunnen de temperaturen in de zomer enorm oplopen tot wel 50°C in de zomermaanden. Door die hitte is er een dor landschap gecreëerd met talrijke rotsformaties, badlands en droge washes en imponerende hoge bergen. Hier en daar bevinden zich in het park diverse natuurlijke waterbronnen en oases.

Het park omvat 800 km. aan onverharde paden, 12 aangewezen natuurgebieden en 180 km. aan wandelpaden waarvan 110 km aangegeven hike paden. Door al die wegen en paden kunnen bezoekers het park optimaal ervaren en genieten van dit uniek stukje Colorado Desert. De hoogteverschillen binnen het park zijn aanzienlijk. Het hoogste punt bevindt zich op 1.890 meter en het laagste punt ligt op zeeniveau. Door al de dirth roads is Anza-Borrego Desert, zowel in als buiten het park, bijzonder populair bij off-road drivers. Hier zie je dan ook veel cross-motoren, All Terrain Vehicles (ATV’s) en dergelijke.
Het park beschikt over, bajadas, dat zijn waaierachtige puinafzettingen afzettingen aan de voet van de bergen. Deze bajadas zijn overwegend begroeid creosootstruik, bur sage, Palo Verde boom, cactussen en ocotillo struiken. In de lagere gebieden waar het natter is, vind je Colorado en Sonora microphylla bossen. Deze bossen, bos kun je het eigenlijk het moeilijk noemen maar meer struweel, omvatten ook specifieke bomen of hoge struiken zoals de rook boom, fluwelen Mesquite en Catclaw een robinia soort.
  




















Bij waterbronnen en oases vind je de inheemse palm, de Washingtonia filifera, ook wel bekend als de woestijn fan palm, of California waaierpalm of California palm. In het gebergte in het noorden en oosten vind je kegel dennenbossen, manzanita en eikenbossen.
Net als alle andere woestijngebieden in het zuidwesten is Anza-Borrego Desert State Park in het voorjaar het meest kleurrijk doordat veel soorten bloemen, cactussen en struiken dan in bloei staan. Anza desert is dan een bloemenzee van wildflowers. Dit gebeurt sporadisch, één keer in de vijf à tien jaar en dan moeten alle omstandigheden ook meewerken. De omvang, duur van de bloeiperiode is zeer afhankelijk van de klimatologische factoren zoals winterse neerslag, gemiddelde lente temperaturen en zelfs de hoeveelheid wind. Het bloeiseizoen begint in de lage woestijnen eind februari en tot op de hogere berghellingen en canyons in eind mei. De beste tijd is meestal van eind maart tot begin april. Er is een aparte website die bijhoudt in welke periode wat te zien is. Helaas waren wij aan de late kant en trouwens het had afgelopen winter ook te weinig geregend. Dus geen bloemenzee. Het wildflower-seizoen duurt meestal ook maar heel kort. Foto’s van die bloemexplosies gezien, zie onder, en die zijn fantastisch.


De oases zijn een bron van leven voor de Anza desert. Niet alleen de flora maar ook veel dieren, vogels en insecten zoals; kit vossen, wielewaal, coyotes, grote renkoekoek, steenarenden, zwarte staart jackrabbits, grondeekhoorns, kangoeroe ratten, kwartel, en prairievalken. Verder ook reptielen zoals; woestijnleguaan, chuckwallas, en de rode diamantratelslangen. Het is ook het gebied waar het woestijndikhoornschaap leeft. Het is een zeldzaam soort schaap die bezoekers zelden te zien krijgen omdat ze heel schuw zijn. 

Het uitgestrekte geërodeerde Anza Borrego Desert State Park met zijn badlands biedt ook een andere kijk op de regio en zijn verdwenen tropische verleden. Dit gebied was niet altijd een woestijn. Zes miljoen jaar geleden bevond zich hier de voorouderlijke Golf van Californië. De Oceaan vulde de Salton Trog in noordelijke richting tot voorbij wat nu Palm Springs is. In deze tropische wateren leefden een overvloed aan zowel grote als kleine organismen. De Grand Canyon stroomde hierin uit en zette veel sediment af en vormde een enorme rivierdelta. Door de tektonisch plaat werd dit gebied later omhooggestuwd en kwam het droog te liggen. Opgravingen en fossielen hebben aangetoond dat in het verleden hier veel meer water viel dan nu. In het State Park zijn een groot aantal uitzonderlijke fossielen gevonden. Zowel van gewervelde als ongewervelde dieren, planten en een scala aan botten en tanden. De meeste fossielen die gevonden worden zijn een half miljoen jaar tot max. zes miljoen jaar oud. In het gebied zijn meer dan 550 soorten van fossiele planten en dieren gevonden, variërend van geconserveerde microscopische plantaardige pollen en algen sporen tot baleinen en botten van walvissen en mammoet skeletten. Veel van die soorten zijn uitgestorven en sommige zijn alleen bekend uit gereconstrueerde fossiele resten.

In dit park, de omliggende bergen en woestijnen leefden Cahuilla, Cupeño en Kumeyaay (Diegueño) indianenstammen. Het was duizenden jaren het thuisland van deze volkeren. Hun kunstenaars maakten rotstekening en pictogrammen op de rotsen en die zijn nu nog te vinden en te zien.

Rustig rijdend gaan we over de S2 en we kijken om ons heen. Dit is een hele andere wereld. Mooi kunnen we niet zeggen maar ook niet lelijk. Eerder wat vreemd en ongewoon het zal wel een kwestie van wennen zijn.

Langs het eerste gedeelte staan hier en daar nog huizen. Geen luxe maar mobilhomes die je heel veel ziet in de Verenigde Staten. Zit trouwens geen logica in de bouw. Dan staan er weer een paar huizen in een groepje en dan weer een aantal alleen en midden in de bush. Het oogt droog en dat zal het ook wel zijn. Hier valt niet veel regen. Hier en daar een palm en veel lage heesters en struiken. Even stoppen en om ons heen kijken.




De camper even aan de kant en we lopen het terrein naast de weg op. Wel goed uitkijken en opletten op cactussen en eventueel kruipend ongedierte. We willen geen stekels in onze benen of een beet in onze kuiten. Er groeien diverse cactussen en een aantal bloeien prachtig, roze en gele zien we. Sommige soorten groeien dicht bij de grond andere maken lange stengels en vormen een struik en zijn ongeveer een meter hoog. Wat we zien is een Cholla soort, daarvan groeien er hier veel. Dit is niet de Teddy Bear Cholla die is nog dichter bezet met stekels dan die wij zien, maar in elk geval stekels genoeg om ervan af te blijven.

  


Anza-Borrego Desert State Park kun je grofweg in een aantal regio’s verdelen. We rijden richting Blair Valley en we willen een gedeelte van de S2 rijden en dan halverwege omdraaien om weer richting Borrego Springs te gaan.

Blair Valley ligt tussen Granite Mountain en Whale Peak en is bereikbaar langs County Road S-2. In deze regio zijn veel onverharde wegen en wandelpaden en is er gelegenheid voor primitief kamperen. Bekende wandelpaden in dit gebied zijn Marshall South Cabin Trail en Ghost Mountain Trail to Yaquitepec, Pictograf Trail met indiaanse pictogrammen en The Morteros Trail met zogenoemde Morteros holtes. Dat zijn holtes in rotsen waar de indianen met een vijzel of stamper voedsel, noten, zaden fijnstampten. Blair Valley is een redelijk vlak gebied en was in de ijstijd een meer (Lake) wat verbonden was met het kleine Little Blair Valley (Lake). Een 800 meter hoge rotsachtige bergkam scheidt nu het droge Blair Vallley (meer) van het Little Blair.

Blair Valley biedt ook toegang tot Box Canyon die naast de County Road S-2 ligt. We twijfelen even of we deze trail gaan doen maar gezien de tijd, zien we ervan af. De canyon is een ondiep maar wel steil ravijn. Deze canyon was ook de pas en doorgang voor de Butterfield Overland Stage Route uit 1849. Vanaf de ingang van Box canyon heb je ook een goed uitzicht over de South Emigrant Trail. Deze trail volgt een groot gedeelte van de S2. In het westen bevindt zich de Oriflamme Canyon. In het oosten vind je het Pinyon Mountain gebied en de Pinyon Drop Off to Fish Creek.


We rijden niet door naar de volgende regio, de Carrizo badlands. Die liggen verder zuidelijk en worden gedomineerd door de nogal kale Jacumba en Tierra Blanca bergketens en aan de noordelijke kant de Coyote Mountains. Deze bergen hebben toppen tot een hoogte van 1300 meter. In deze regio vind je groepen palmbomen, mijnen, gestolde lavastromen en vulkanische heuvels.

De S2 loopt door een brede vallei die begroeid is met cactussen en ocotillo’s. De Carrizo badlands lijken wel geschilderde heuvels waarop de vegetatie ontbreekt. Een bekende overlook is de Carrizo Badlands Overlook. Deze ligt net ten zuiden van Sweeney Pass aan een onverharde zijweg van State Route 2.  Canyon Sin Nombre is een geologisch interessante regio met onder andere slotcanyons en modder grotten. De canyon snijdt door de zeer oude Coyote Mountain Ridge en onthult verbogen en verwrongen sedimentaire lagen die nog afgezet zijn door de oude Colorado River.

In deze regio vind je aan de andere kant van de S2 de Bow Willow. Dit is het meest zuidelijke deel van Anza-Borrego Desert State Park. De Emigrant Trail loopt ook door dit gebied. De Bow Willow Canyon was de voornaamste reisroute van de Cahuilla-indianen als ze op weg waren naar hun zomer gebied in de Laguna Mountains. Het bewijs van hun verblijf, net boven de heuvels van Willow Campsite, is een bult puin waar ze stenen werktuigen maakten.

Bij deze camping, Bow Willow Primitive Camp, beginnen ook een aantal trails zoals naar Mountain Palm Springs, Totote Bowl en de Rockhouse Canyon Loop Trail. Aan de uitlopers van de Tiera Blances bevinden zich een zestal oases. De waterbronnen zorgen voor een weelderige habitat en voor een verscheidenheid aan planten- en diersoorten in dit gebied. 

Een andere bezienswaardigheid in dit gebied zijn de Arroyo Tapiado Mud Caves. Arroyo Tapiado betekent in het Spaans "beurzen wassen". Ja, je beurs zal wel smerig worden als je hier doorheen kruipt. De lengte van de modder grotten varieert. Er zijn kleine en korte maar ook grote, lange en brede. Er zijn grotten van meer dan 300 meter lang tot 25 meter hoog en ruim 10 meter breed. Andere zijn dus zo smal dat je erdoorheen moet kruipen. In sommige grotten lijkt het net of hebben ze er dakramen ingezet. Door erosie zijn er openingen ontstaan.
The Mud Caves zijn te vinden langs de wanden van de canyon.

Er is ook een spoorweg, de San Diego en Arizona Eastern Railway die door de ruige Carrizo Gorge loopt. De spoorlijn werd gefinancierd door
John D. Spreckels en is een technisch wonder. De lijn gaat door 17 tunnels en over tientallen houten bruggen waaronder de beroemde Goat Canyon Trestle met een lengte van 310 meter en 60 meter hoog. Het is een van de grootste gebogen houten schragen van een brug in Noord-Amerika.

Na een tijdje gaan we terug. Draaien de camper en gaan weer richting 78 North en dan richting Borrego Springs. Onderweg zien we een paar huizen waar een aantal autowrakken staan. Dat hebben we vaker gezien. Nieuwe auto en dan de oude aan de kant schuiven. Land en ruimte genoeg dus afvoeren doen we niet laat maar roesten. Er zitten oudjes bij volgens ons nog een oude T-Ford maar ook oude wagens waar misschien de pioniers nog mee reisden. Ook staat er een oude Amerikaanse windmolen. Die zal wel voor het oppompen van water zijn.






Net bij de splitsing van de 78 en de S3 heb je Tamarisk Grove. Daar is een camping, de Tamarisk Grove Campground en ook een informatiepunt over het park met kaarten en brochures. Deze bergachtige regio, langs de westelijke rand van Anza Borrego park, wordt ook beschouwd als de westelijke rand van de Colorado woestijn.

Tamarisk Grove Campground is een van de vier campings in Anza-Borrego Desert State Park. Het is een kleine camping met 27 plaatsen en veel schaduw.
Dit komt door hoge tamarisk bomen die op en om de camping staan.

Deze tamarisk soort komt oorspronkelijk uit het Midden-Oosten maar wordt veel gebruikt als windscherm om akkers en als schaduwboom in woestijngebieden. De bast van de boom is heel ruim en op zich heel decoratief. De boom kan goed tegen droogte en zout. De andere tamarisk soorten blijven klein of vormen drie tot vijf meter hoge struiken. Deze soorten komen ook in de USA voor maar woekeren behoorlijk. De tamariskboom woekert niet.

Tamarisk Grove Campground is populair omdat in de omgeving een groot aantal mooie wandelroutes zijn. Tamarisk Grove heeft trouwens ook een interessante geschiedenis. Oorspronkelijk heeft het dienst gedaan als San Diego County gevangenis kamp.

Tamarisk Grove Campground is dus een handige uitvalsbasis voor hikers. Twee natuurpaden, Yaqui Well Trail en Cactus Loop Trail, die wij ook willen gaan doen, beginnen aan de overkant van de ingang van de camping. De Kenyon Overlook Trail, ligt op slechts 2 mijl afstand. Deze overlook is een geweldige plek om de zon te zien ondergaan. Het licht verdwijnt over de Mescal Bajada en doet dan de Sunset Mountain oplichten. Ook de Kumeyaay Indian Village Site is ook maar een paar mijl van de camping. Dit is een plek waar vroeger de Kumayaay indianen woonden en leefden. Er zijn nog rotsen te vinden waarin holtes zitten. In deze holtes maalden ze vroeger de zaden, noten en bonen. De trail naar de site is de ongeveer 9 mile lang (heen en terug) en wordt de Mine Wash Trail genoemd.

Tegenover de camping beginnen dus de redelijk makkelijke Yaqui Well Trail en Cactus Loop Trail, en die gaan we dus doen. De camper kunnen we langs de weg parkeren. Een beetje in de schaduw onder de bomen van de camping. Eerst nog even een broodje en dan doen we eerst de Yaqui Well Trail.

Op weg. Dit is een 3,2 kilometer lange (heen en terug) wandeling door een typisch landschap met woestijnvegetatie. Het is een self-guided trail. Aan het begin van de trail staat een kastje. Hierin zit een brochure van de wandeling. Langs de trail staan 14 genummerde markers.
In de brochure krijg je tekst en uitleg van die locatie over de geschiedenis en planten in dit gebied van Anza-Borrego Desert State Park. In het begin is het pad rotsachtig en zijn er kleine hoogteverschillen. Overal liggen grote rotsblokken en de trail slingert door het landschap. Later wordt de trail zanderig en vlak. Aan de hand van de markers lopen we de trail en onderweg komen we van alles tegen, vooral planten die we nog nooit eerder hebben gezien zoals Cholla soorten, ironwood, woestijn agave en desert mistletoe. Die laatste plant hadden wij hier helemaal niet verwacht en eerst hadden we ook niet door dat het mistletoe was. Wel zagen we in sommige bomen een soort heksenbezems maar het was een verrassing dat het mistletoe was. Het zag er heel anders uit dan de traditionele mistletoe die wij kennen. We zijn er snel even onder gaan staan en een wens gedaan. Wie weet. 

De woestijn maretak of mesquite maretak, is een kale parasitaire plant.  De plant hecht zich aan zijn gastheer en gastvrouw. In deze regio zijn dat vaak peulvruchten en houtachtige woestijnbomen zoals Cercidium en Prosopis. De desert mistletoe heeft geen mogelijkheid voor fotosynthese om te groeien, daarvoor gebruikt het zijn gastplant. Daaraan onttrekt het water en mineralen om te groeien en de gastplant gaat daar op den duur aan ten onder.
Tijdens de winter het produceert de desert mistletoe onopvallende, geurende bloemen. De vrouwelijke woestijn maretak produceert rozerode bessen die weer worden gegeten door de Zwarte Zijdevliegenvanger. Deze vogel kan de zaden niet verteren en door de uitwerpselen verspreiden de vogels de plant naar andere plekken. De indianen die hier vroeger leefden aten deze bessen. De inheemse stammen aten alleen de vruchten van mistletoes die groeiden op Mesquite en Catclaw acacia. De bessen van de mistletoe die groeiden op de Palo Verdes boom en desert wegedoorn werden als oneetbaar beschouwd. Om de bessen te oogsten legden ze een kleed onder de plant en sloegen met stokken op de struik. De bessen vielen op het kleed waardoor ze verzameld konden worden. In tegenstelling tot de bessen zijn de takken giftig ze bevatten phoratoxins. Deze stof kan leiden tot de dood door vertraagde hartslag, verhoogde bloeddruk of hartstilstand. Inheemse volkeren gebruikten soms de takken van de woestijn maretak om visioenen te krijgen om zo in contact te komen met hun voorvaderen.

Tijdens onze wandeling zien we verschillende bloeiende cactussen maar ook een agave de desert agave. Een plant met een rozet van puntige bladeren zoals wij die kennen maar de bloemstengel is enorm lang met aan het eind gele proppen van trechtervormige gele bloemen. De agave kan wel 20 tot 40 jaar oud worden. Pas op het eind komt de 2 tot 6 meter lange bloemstengel tevoorschijn. Na de bloei sterft de plant. De inheemse volken maakten van de vezels van de bladeren doek, pezen en touw. De jonge bloemstelen werden geroosterd en gegeten als ook het hart van de plant.
Dan is zo’n brochure met tekst en uitleg van wat je onderweg kan zien toch wel handig en leerzaam.


Het eindpunt van de trail is de natuurlijke waterbron Yaqui Well, die het hele jaar door water bevat, tenminste dat lazen wij. We konden echter niet echt bij de bron komen. Om de bron was het dicht begroeid met de honey mesquite.
De Mesquite Tree is de meest voorkomende struik/ kleine boom in de zuidwestelijke woestijnen van de USA. Er zijn 3 soorten: de honey mesquite, screwbean mesquite en de velvet mesquite.

De mesquites is dus een kleine struik of kleine meer stammige boom. Aan de takken zitten samengestelde lange bladeren die er in de winter afvallen. Aan de takken zitten ook korte stevige stekels waardoor de plant niet aantrekkelijk is voor grazers. De bloemen zitten als katjes aan de takken en produceren veel honing en zijn daardoor ook een voedselbron voor insecten en kolibries. De bestoven bloemen vormen lange peulen met de bekende Mesquite beans. De plant kan goed over droogte en de wortels gaan zeer diep. Dieper dan van elke andere plant in de woestijn. Op graslanden zal deze plant het daarom ook langer volhouden dan het gras zelf. Bij droogte zal gras verdorren maar deze struiken leven door. De plant woekert daarom enorm en wordt daarom ook binnen de graslanden bestreden. Waar de mesquite groeit, groeien geen andere planten. Het voordeel van de plant is wel dat het door zijn grote, brede en diepe wortelgestel de grond goed vasthoudt en erosie wordt voorkomen.



















Tijdens grote droogte hebben de peulvruchten van deze plant vele levens gered. Het was soms een primaire voedselbron voor indianen en kolonisten. Mesquite bonen werden soms het "manna uit de hemel" genoemd. Ze werden geroosterd of gekookt om op te eten. Soms dienden de bonen als vervanger van koffie. De bonen kunnen ook heel lang bewaard worden. Soms dienden de bonen ook als veevoer als gevolg van misoogsten of bij te weinig gras als gevolg van overbegrazing. Ze werden dan soms per schip aangevoerd uit Mexico.

De struik of kleine boom werd door de Spanjaarden soms gebruikt bij de bouw van hun missieposten of voor het vervaardigen van meubels, vloeren, lambrisering en beelden. De plant heeft weinig water en onderhoud nodig. Ze produceren niet alleen bonen en bloemen die het wild aantrekken maar bieden rust en broedplekken voor vogels, waaronder kolibries.

Indianen maakten meel van de bonen bakten daar een soort cake van. Andere delen van de plant gebruikten ze als medicijn tegen diarree, voor het genezen van vleeswonden of gebruikten het tegen hoofdpijn, pijnlijke ogen, zere keel en dysenterie. Alle delen van de plant waren bruikbaar voor de indianen.

Het is ook mogelijk om met de auto naar de bron te rijden. De route gaat dan via de Yaqui Well Campground Road. Als we terug gaan komen we een birdwatcher tegen. Even praten. Hij spotvogels en hij ziet ze letterlijk en figuurlijk vliegen en zitten. Wij kijken er gewoon overheen maar hij wijst ons op kolibries en de Zwarte Zijdevliegenvanger die boven in een boom zit. En inderdaad we zien een zwarte vogel zitten met een kuifje. We wensen hem nog veel succes en gaan weer terug. Het is hetzelfde pad als op de heenweg maar dat is niet erg. Je ziet het nu van de andere kant en het blijft interessant.

Als we terug zijn drinken we eerst wat en dan gaan we de Cactus Loop Trail doen. De start van deze trail is een paar honderd meter verder dan die van de Yaqui Well Trail. Ook hier weer een kastje met een brochure van de trail. Die nemen we ook maar weer mee. Dit is een korte trail van ongeveer 1,1 kilometer met een hoogteverschil van ongeveer 70 meter. 

Deze trail is woester dan de Yaqui Well trail. Veel meer losliggende rotsen langs het pad en ook heuvelachtiger. Het pad slingert over heuvels en door dalen. Onderweg ook weer een aantal markers met nummers en in de brochure is te lezen wat er te zien is. De naam voor de trail is trouwens goed gekozen, we zien diverse soorten cactussen. Onder andere de cholla cactus maar ook diverse barrel cactussen. Er zijn verschillend types. Ronde grote of klein maar ook langwerpige en hoge met op de top prachtige gele bloemen. Fishook cactus met stekels die op het eind omgebogen zijn als vishaken. De hedgehog cactus is zoals wij ze ook kennen. Allemaal langwerpige en dikke stengels die helemaal bezet zijn met stekels. De beavertail cactus is een soort vijgencactus. Lijkt ook wel soort oren die op elkaar gestapeld zijn.  
 























De meeste cactussen zijn al uitgebloeid maar hier en daar bloeit er nog een. De hedgehog cactus heeft nog prachtige paarse bloemen. Op sommige plekken liggen de overblijfselen van sommige takken. Vermoedelijk van de cholla. Het zijn net kleine kunstwerkjes, het lijkt of is het gevlochten is. Het lijkt ook wel op de huid van een slang die verveld is.   






De Cactus Trail is een leuke korte trail en niet moeilijk. Het beste is, om zo vroeg mogelijk in het voorjaar, dan bloeit er nog veel en is het nog niet zo warm, de trail te lopen. Het is tijd om weer verder te gaan. Weer achter het stuur en op weg naar Borrego Springs. Onderweg komen we langs Kenyon Overlook Trail Viewpoint en daar willen we ook even kijken. Vanaf deze locatie moet je een mooi zicht hebben op de Sunset Mountain. Deze trail hadden we gevonden via www.hikespeak.com en we zijn heel benieuwd. Maar helaas de beginpunten van de trail gemist. Het stond niet aangegeven en er stonden ook geen borden of auto’s langs de weg. Boven de bergen hangt een dreigende lucht en zo te zien regent het daar. Nou dat is geen probleem. Die regen kunnen ze hier wel gebruiken.





















Jammer dat we het view point gemist hebben maar niet getreurd, op weg naar de ijzeren beelden. Hier hebben we ook weer foto’s van gezien en nu willen we ze wel eens in het echt zien. Als je hier groen ziet dan zijn er ook woningen. Wil je het hier groen hebben dan moet je beregenen en de planten water geven. In de verte zien we een woonwijk met allemaal palmen. Mooi om te zien maar niet dat wij er willen wonen.

De beelden zijn ook bekend als monsters in the desert, en staan midden in het woestijnlandschap. Het zijn enorme levensgrote sculpturen van prehistorische dieren die gemaakt zijn van staal en representatief voor de dieren die hier oorspronkelijk leefden. De beelden zijn zo groot dat je ze op Google Earth kunt zien.

De beelden zijn gemaakt door kunstenaar en lasser Ricardo Breceda. We hadden hier al over gelezen en gaan even kijken.
Het idee om de beelden hier neer te zetten komt van de Dennis Avery, landeigenaar van Galleta Meadows Estates in Borrego Springs. De beelden staan op verschillende locaties langs de Borrego Springs Road en Henderson Canyon Road.
Omdat de beelden in hun natuurlijke omgeving staan zijn ze een onderdeel geworden van het landschap.
Het is een mooie manier om op deze kunst weer te geven en het zorgt voor een meer realistische ervaring. Avery, inmiddels overleden, is eigenaar van de grond en verwelkomt bezoekers voor een tour langs de sculpturen. Galleta Meadows Estates is open voor het publiek. Op onderstaande kaart staan rode stippen met de alle locaties waar de beelden te zien zijn.

Ricardo Breceda is kunstenaar en bekend geworden om zijn grote metalen sculpturen van dieren. Hij werd geboren in Durango, Mexico, maar verhuisde later, door zijn werk, naar Perris in Californië. Hij werkte aanvankelijk als verkoper van cowboylaarzen en als bouwvakker. Door een bedrijfsongeval kon hij dat laatste niet meer doen. Met zijn, toen nog kleine, dochter ging hij een keer naar de film Jurassic Park III. Toen hij na afloop van de film aan zijn dochter vroeg wat zij voor kerstmis wilde hebben zei ze een Tyranosaurus Rex.  Hij is ongehuwd en heeft een dochter. Daarop maakte hij een kleine metalen sculptuur van een Tyranosaurus Rex voor zijn dochter. Dit slaagde zo goed dat hij meer beelden maakte van prehistorische dieren maar dan op ware grootte.
In 2007 bezocht filantroop Dennis Avery toevallig het atelier van Ricardo Breceda. Avery had een boek gefinancierd over fossielen die gevonden zijn in de Anza-Borrego Desert. Hij vroeg Breceda om op zijn kosten beelden te maken naar het voorbeeld uit dat boek. Nu staan er meer dan 100 beelden in Galleta Meadows Estates van zowel prehistorische dieren mythologische schepsels. Een aantal bekende sculpturen van Breceda’s zijn; een koets getrokken door paarden, een beer en een schorpioen. Breceda maakt ook beelden van mensen, waarvan de meeste zijn gebaseerd op mensen uit het oude westen zoals; cowboys en Native American figuren. Een van de meest opmerkelijke sculpturen van Breceda is een 350-voet lange slang. Zijn dochter helpt hem nu bij het beeldhouwen van zijn beelden.


De foto’s die we gezien hebben komen overeen met de werkelijkheid. Midden in de woestijn staan enorme maar ook kleine ijzeren beelden van dieren. Je moet wel goed kijken want je ziet ze makkelijk over het hoofd omdat ze een stuk van de weg af staan. De camper moeten we langs de weg parkeren en we moeten een stukje lopen. Als je een auto hebt die hoog op de wielen staat kun je er ook langs rijden. Dat zien we een paar anderen doen maar met de camper durven wij dat niet aan in het losse zand. De eerste beelden die we gaan bekijken zijn van een olifanten soort die hier geleefd heeft.























De volgende groep die we zien zijn wilde paarden en het zijn allemaal kunststukjes. Heel mooi om te zien maar misschien ook omdat ze zo mooi midden in de natuur staan. Het is zo natuurlijk dat je achter elk bosje bijna een (sabeltand)tijger ziet!


















Verderop zien we een arend op het nest en een ander prehistorisch dier. Breceda heeft veel beelden gemaakt maar helaas kunnen we ze niet allemaal bekijken. Dan moeten we hele stukken lopen en in het losse zand gaat dat niet zo gemakkelijk. De kamelen rijden we voorbij en de schilpadden en steenbokken kunnen we niet vinden. In de verte zien we dinosaurussen staan. De schorpioen en krekel zijn niet op ware grote maar ook weer heel kunstig gemaakt. Niet alleen beelden van prehistorisch dieren maar ook van vroegere bewoners in dit gebied. Goudzoekers, indianen. Pioniers, huifkarren etc.


Klapstuk is toch wel de slang of draak onder de weg door. Dit is toch wel een meesterstuk.
Heel mooi gemaakt en het is zo mooi dat je er omheen kan lopen, aanraken en voelen. Breceda is echt een kunstenaar, petje af voor wat hij gemaakt heeft. Het dier is helemaal bedekt met gebogen ronde schubben. Elke stekel is apart gevormd en vaak ook helemaal geschubd. De kop en bek zijn heel imposant. Trouwens heel leuk bedacht het dier zo onder de weg door laten kruipen. Daardoor heeft het wel van een prehistorische super grootte woestijn slang. 






















Nu gaan we op weg naar het bezoekerscentrum; dat moet ook heel bijzonder zijn. We rijden terug naar Borrego Springs. De stad ligt in de Borrego Springs & Lower Coyote Canyon regio. Het is geen grote plaats er wonen maar ruim 2500 inwoners. Het heeft een aantal winkelcentra, diverse restaurants, hotels en winkels. Straatlantaarns zijn er bijna niet. Dit is expres omdat men de nacht wil “beschermen”. De inwoners zijn van mening dat er genoeg lichtvervuiling is. Toerisme is een belangrijke industrie in Borrego Springs. Er zijn 4 openbare golfbanen, tennisbanen en diverse maneges. Het dorp is een populaire bestemming voor " Snow Birds”. Vogels die van de koudere streken naar warmere oorden trekken en bijkomen in deze warmere streek.

Een lokale bezienswaardigheid is de rotonde tussen de luchthaven en het stadscentrum. De rotonde wordt Christmas Circle genoemd en is dan helemaal bezet. Elk jaar in oktober viert men Borrego Days Desert Festival. Dat is een driedaags evenement en biedt een uniek stukje van Amerikaans woestijnfeest. De kick-off is een downtown parade, compleet met een mix van kitscherige praalwagens, fanfares, toeterende golfkarretjes, steigerende paarden, dansers en nog veel meer. Verder zijn er stands met een scala aan ambachtslieden en hobbyisten die hun kunsten vertonen met livemuziek en optredens.
















Bij the Christmas Circle slaan we af richting het Visitor Center van Anza Borrega Desert State Park. Het ligt niet ver buiten Borrego Springs. Even kijken wat het is en daarna zoeken we onze camping op die daar vlakbij is. Het Visitor Center ligt aan het uiteinde van de Palm Canyon Road. Het gebouw is in verband met de hitte deels onder de grond gebouwd. Het is alleen in de wintermaanden, van oktober tot en met mei dagelijks geopend. Gedurende de overige maanden alleen tijdens het weekend en tijdens feestdagen. In 2005 is het nieuwe Visitor Center geopend en het is een mooi gebouw. Het valt helemaal niet op in de omgeving. Er is veel informatie te vinden over het State Park, je kan er plattegronden krijgen en boeken over het park. Er is ook een museum. Dit geeft je een indruk over hoe het park is ontstaan, de geschiedenis en wat je er nu allemaal kunt doen en zien. Tijdens de openingstijden is er ieder uur een diavoorstelling.

Verder zijn er veel evenementen maar die zijn wel afhankelijk van het seizoen. Rangers organiseren in de wintermaanden rondleidingen en lezingen, soms ook in de avonduren rond het kampvuur.

Bij de ingang is een grote kaart van het park. Daar is mooi op te zien hoe groot het park wel niet is en waar wat te vinden is. Op de kaart zit een levensgrote prehistorische vogel, een Aiolornis incredibilis, "de ongelooflijke god vogel van de wind" Deze uitgestorven vogel was 1.20 meter groot en had een vleugelspanwijdte ongeveer 5,50 meter. In het park zijn fossielen van deze gigantische vogels gevonden. Het was de grootste vogelsoort ooit die op het noordelijk halfrond gevlogen heeft.
In het museum is een tentoonstelling van fossielen die in het park gevonden zijn. Ook is er een expositie van dieren, planten en mensen die daar geleefd en gewoond hebben.

Het is een leuk Visitor Center, modern en leuk ingericht. Veel informatie met brochures, kaarten en boeken van het park. Er is ook een filmzaal en de film begint net dus gaan we die maar even zien. Kunnen we ook even lekker zitten en bijkomen. Heel benieuwd wat voor film het is. Inderdaad een verrassing. De film gaat niet zozeer over het State Park maar over Marshall South en zijn gezin. Hij was een dichter, kunstenaar, dromer, visionair en een schrijver ... en waarschijnlijk een beetje gek. Tenminste dat vonden wij aan het eind van de film. Het was 1929 en de depressie sloeg hard toe en had voor iedereen gevolgen. Zo ook voor Marshall South. Dit was trouwens zijn pseudoniem. Hij werd geboren in Australië als Roy Bennett Richards en verhuisde later met zijn moeder en broer naar Amerika. Als volwassene werd hij schrijver en woonde in Oceanside, Californië met zijn vrouw Tanya. Precies wat er daarna gebeurde is een beetje een mysterie.

In 1930 verkocht het echtpaar alles en namen ze mee wat ze bezaten en stouwden dat in hun T Ford en verhuisden naar de woestijn, de Anza-Borrego Desert. Het was het begin van een “experiment van primitief leven” op een volledig afgelegen plek in de bergen bij Blair Valley. Volgens Marshall wilde hij rust en eenzaamheid om zo de mentale en fysieke vrijheid te ervaren maar waarschijnlijk was de depressie de aanleiding en een belangrijke factor. Hoe dan ook een 17-jarige experiment was begonnen. The South's noemden hun gekozen plek Ghost Mountain en begonnen er met de bouw van hun huis, een adobe en noemden het Yaquitepec. Ze kregen daar 3 kinderen, 2 meisjes en 1 jongen. Zijn populaire artikelen “terug naar de natuur” spraken de lezers aan en zo konden de familie in hun levensonderhoud voorzien. De plek die ze gekozen hadden lag ver van de bewoonde wereld en er was geen water. Om de zoveel tijd moesten ze daarom ook water gaan halen.

Voor de buitenwacht was het een sprookje maar voor de Marshalls en vooral voor zijn vrouw Tanya en de kinderen was het leven bikkelhard. Marshall maakte van het experiment een fictieve roman en dit werd beloond met een contract met Desert Magazine in 1939. Het verhaal en leven van Yaquitepec werd maandelijks gepubliceerd tot een eenjarige serie. De titel van de artikelen waren "Desert Year" en het was een groot succes, zo groot zelfs dat het voortgezet werd tot 1946. Er is zelfs een boek van gemaakt maar dat dat verkocht slecht. Dit komt vooral omdat Marshall zijn ervaringen zwaar geromantiseerd heeft. Hij deed het voorkomen als een utopisch leven in harmonie met de natuur waarin hij het beeld creëerde alsof hij "de woestijn profeet" was.

Marshall draaide door en was vaak afwezig op Ghost Mountain. Tanya draaide alleen op voor het opvoeden van haar kinderen en ervoor te zorgen dat ze in leven bleven. In 1947 vroeg Tanya scheiding aan en verhuisde ze met haar kinderen. Ze weigerde (ooit weer) over haar tijd op de berg te spreken. Het moet voor hen toch een traumatische periode zijn geweest. Het hele verleden van hun leven op Ghost Mountain hebben ze uitgewist. Ze hebben alle stukken, brieven en verslagen over het leven op de berg verbrand en andere namen aangenomen. Marshall stierf in 1948 waarschijnlijk door ziekte, ondervoeding en een gebroken hart.

Er is een trail naar Ghost Mountain en de ruïnes van Marshall South Homestead en ander objecten zijn er nog steeds te vinden en te zien. Het ligt iet ten noorden van de S2 in de buurt van Blair Valley. Door het verhaal is de wandeling naar de restanten van Yaquitepec een redelijk populaire trail.

Dit was toch wel een heftige film. Persoonlijk vonden wij Marshall wel erg egoïstisch en heeft hij zijn vrouw en kinderen erg in de steek gelaten. Onder de indruk verlaten we het bezoekerscentrum. Om het Visitor Center hebben ze een tuin ingericht met planten die in het State Park groeien. Bij de planten staan bordjes en daardoor hebben we mooi de gelegenheid even te lezen hoe sommige heten. 




Nu op weg naar de camping, Borrego Palm Canyon Campground, 200 Palm Canyon Dr, Borrego Springs, CA 92004. Het is een camping van Californian State Parks. Het is al laat en we moeten ons zelf inchecken. Even kijken welke plek nog vrij is. Er is nog keuze genoeg. Het geld doen we in een zakje en deponeren we in een kastje bij de ingang. Van de fee scheuren we een stukje af en dat hang je op aan een paal waar je wilt overnachten. Verderop is de lucht donker en erg dreigend. Het onweert daar en het ziet ernaar uit dat het onze kant op komt. We willen straks nog de Borrego Palm Canyon Trail doen en dat is de kant van het onweer op. Maar even afwachten en hopen dat het over trekt.


Nu eerst maar wat gaan eten en na zo’n lange dag smaakt het prima. Wifi is er niet dus aan ons blog werken lukt niet. Wel kunnen we het stukje in concept schrijven en dan is het voor morgen al klaar. 

Nu willen we de Borrego Palm Canyon Trail gaan doen. De trailhead begint helemaal aan het eind van onze camping waar ook de tenten staan. Het is een 4,8 kilometer lange trail (heen en terug) en heeft een gemiddelde moeilijkheidsgraad. Het weer ziet er nog steeds niet goed uit. Waar we naar toe willen is de lucht nog dreigend. Toch proberen we het maar want als we nog later gaan dan is het al donker als we terug willen. De lucht houden we in de gaten maar het onweer komt steeds dreigender op ons af. Als het over een half uur niet anders wordt draaien we om en gaan we terug. We willen geen risico’s nemen vooral in niet een canyon met mogelijk flash floods.
Vanwaar de camper staat is het nog een behoorlijk stuk tot waar de trail begint. Het pad is zanderig maar ook rotsachtig en loopt wat op en neer. Hier en daar liggen omgevallen palmen en soms groeit er ook weer een jonge palm. Af en toe zien we wat bloeiende bloemen zoals de woestijn verbena met paarse bloemen die plat op de grond liggen. 



















Het is niet moeilijk lopen maar je moet wel goed opletten. Het pad is niet vlak en overal liggen rotsblokken. Al lopend letten we steeds op de lucht die nog steeds dreigend is. Het onweert ook in de verte. Het half uur is om en we vertrouwen het niet, we gaan terug. Jammer, we hadden graag de oase willen zien, maar het is niet anders. We willen geen risico’s nemen. Dan brengen we ons zelf maar ook ander misschien in gevaar en dat is het niet waard. Daarom maar even lezen wat we gemist hebben.




De Borrego Palm Canyon is de 3e grootste palm oases in Californië. De oase ligt in een rotsachtige V-vormige kloof. Om er te komen loop je door een droogstaande wash. In het begin is de kloof nog breed, open en bedekt met grote en kleine keien met daartussen bloeiende struiken, cactussen en andere planten. De kloof wordt echter steeds smaller waarbij je geleidelijk omhoog gaat, ongeveer 150 meter hoogteverschil. Na ongeveer 45 minuten lopen kom je bij de oase waar ook veel dieren komen om te drinken. De palmen staat gegroepeerd rond een paar bronnen op de bodem van de vallei. In het regenseizoen staan de bronnen vol maar in de droge periode bevindt het meeste water zich onder de grond. Het hele jaar is er water voor de palmen. Onder de bomen is het contrast vaak groot ten opzichte van de omgeving. Daar is het koel, vochtig en schaduwrijk voor mens en dier. Veel dieren en vogels komen hier drinken en als je geluk hebt kun je zelfs Desert Bighorn Sheep zien drinken.
De trailhead is ook bereikbaar vanuit het bezoekerscentrum. Aan de achterkant van het Visitor Center begint een pad dat naar de Borrego Palm Canyon Campgroud gaat. De Borrego Palm Canyon Trail is een populaire trail. Omdat het niet echt een moeilijke trail is, makkelijk bereikbaar is en dicht bij het Visitor Center en Borrego Springs ligt.

Halverwege de camping begint trouwens ook een andere trail, de Panoramic Overlook Trail. Dit is ook 1,6 mile lange populaire trail in de buurt van de camping en Visitor Center. Je beklimt een heuvel en hebt dan een prachtig uitzicht over de omgeving.

In de buurt van Borrego Springs ligt nog een andere trailhead, de Hellhole Canyon Trail en Maidenhair Falls. Deze trail, 5,1 mile lange (heen en terug) ligt aan de aan de voet van het steile en bochtige gedeelte van de S22 en een mijl ten zuiden van het Visitor Center. Er is voldoende parkeergelegenheid bij de trailhead en een informatiebord met kaart van de trail.

De wandeling gaat door een ondiep zijdal zuidwaarts en is vooral in het voorjaar een mooie wandeling omdat dan alles groeit en bloeit. Tot de monding van de canyon is de omgeving redelijk vlak struiken, cactussen en ocotillo’s. Het pad is breed, recht en makkelijk te volgen. Het doorkruist al snel de California Riding and Hiking Trail en gaat door over zachter en zandiger terrein wat het lopen moeilijker maakt.

Hoe verder je gaat, hoe dichter de canyon wanden bij elkaar komen. Langzaamaan begint het pad te klimmen tot je bij de hoofdwash komt die je diverse keren over moet steken. Als snel zie je de eerst 3 palmen en een stukje verder een grote groep. In het midden van die groep palmen is het koel onder de overhangende palmbladeren die alle zonlicht tegenhouden. Hier zijn bronnen, kleine poelen en kleine watervallen. Hier bloeien prachtige bloemen waaronder een aantal orchideeën soorten. Na de eerst grote groep palen gaat de trail verder. In de kloof liggen steeds meer rotsblokken waar je om en overheen moet klimmen maar de trail is nog goed begaanbaar. De route gaat verder naar een andere groep palmen waar een beek stroomt en nog iets verder bereik je aan de andere kant van het bosje de Maidenhair Falls. Het water stroomt over een 7 meter hoge rots en valt in een ondiepe poel. Hier eindigt eigenlijk de trail maar echte dieharts kunnen nog verder. Een stukje verder is nog een groep palmen, de Helholle Palms. De tocht wordt dan wel zwaarder en doet dan zijn naam eer aan.

Nog iets verder naar het zuiden ligt Culp Valley dat door zijn bergen aanmerkelijk hoger ligt dan de omgeving. Het ligt ook langs de S22 ongeveer 9 mile ten zuiden van Borrego Springs. Hier is ook een camping waar in het voorjaar veel gebruik van wordt gemaakt. In het voorjaar bloeien hier wilde bloemen waar veel wandelaars van genieten. In de omgeving zijn een paar mooie wandelroutes die de moeite waard zijn zoals naar Pena Spring en de Culp Valley Loop.

Ook de terugweg verloopt prima en we wachten steeds op de eerste regendruppen maar ze komen maar niet. In de camper zetten we een bakje koffie en gaan in onze tuinstoeltjes buiten zitten. Het is nog steeds mooi weer, De wind neemt wel iets toe maar de bui trekt weg. Verdorie we hadden achteraf de trail wel kunnen doen, maar achteraf is het altijd makkelijk. Het is mooi geweest voor vandaag we zien de zon ondergaan. Wij gaan er nu ook maar onder. Morgen weer een spannende dag. Dan gaan we met een ATV op stap en heel benieuwd hoe we dat zullen ervaren. Totaal 117 miles gereden. 














Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Onze reiservaringen per auto en camper van San Francisco naar Las Vegas.

Het is voorbij; de reis van 39 dagen is omgevlogen. Een geweldige reis en als we de foto’s en het reisverslag zien genieten we weer met...