Zaterdag 16 april 2016,
Een
cactustuin vol leven
Gisteravond
waaide het behoorlijk en zijn we letterlijk in slaap gewiegd! 's Morgens
helemaal geen wind alleen zon en een strakblauwe lucht. Prima om zo de dag te
beginnen. Op deze camping heb je helemaal het gevoel dat je alleen op de wereld
bent. Lekker. Gisteren hebben we gedoucht dus vanochtend een wasje en frisse
kleren aan. Bed opmaken en wat opruimen en dan ontbijten, kopje thee en brood
met jam en wat geroosterd brood. Nog even de tanden poetsen en weer vroeg aan
de bak. We zijn weer klaar voor een nieuwe dag. Vandaag staat Sonora Desert
Museum op het programma. Het is een museum dus onze verwachtingen zijn niet zo
hoog, we zullen het wel zien. Het museum is vroeg open en dus gaan we ook vroeg
op pad. Het is maar een klein stukje rijden en we zijn er zo. Bij het museum is
ook een heel groot parkeerterrein, ruimte genoeg voor onze camper. De entree is
fraai aangelegd en er staan talrijke soorten wilde bloemen, struiken en
cactussen, de meesten met etiketten erbij. Op het plein staat ook een oude auto
geparkeerd. Als we het goed hebben dateert de auto nog uit de periode dat het
museum werd geopend, 1 september 1952.
Achter
het voorruit ligt een groot vel papier met een slapende mountain lion in een
hangmat. Het is niet te hopen dat dit museum slaapverwekkend is, we zien het
wel en kopen kaartjes. Bij de kaartjes krijgen we een plattegrond en dat is wel
makkelijk. Op de plattegrond staat veel informatie over wat er te zien is. Bij
de ingang weer vrijwilligers die de kaartjes controleren. We zijn heel
benieuwd.
Desert planten zijn er in
overvloed in het zuiden en westen van Arizona. Echter een klein aantal soorten
van deze woestijnplanten overheersen het aanzien. De meer zeldzame soorten zijn
veel moeilijker in het wild te vinden. Woestijn dieren zijn nog moeilijker te
herkennen en te zien. De meeste dieren zijn alleen 's nachts actief of vroeg in
de ochtend. Bij voorkeur zitten ze overdag, tijdens de hitte, onder de grond,
verborgen onder struikgewas of tussen de rotsen. Dus om die soorten het beste
te zien is het mooi dat er dierentuinen en botanische tuinen zijn zoals het
Arizona-Sonora Desert Museum.
Het Arizona-Sonora
Desert Museum heeft een oppervlakte
van 8,5 ha en heeft van alles wat, een botanische tuin, dierentuin en
natuurhistorisch museum. Het museum ligt ongeveer 19 km ten westen van Tucson
en iets westelijker dan the Old Tucson Studios. Het museum richt zich vooral op
bescherming en natuurlijke historie van de Sonorawoestijn en aangrenzende en
omringende ecosystemen.
Het
museum is door William H. Carr, in 1952, opgericht als Arizona-Sonora Desert
Trailside Museum. Bij de oprichting heeft hij hulp gehad van Arthur Pack,
weldoener, natuurbeschermer en redacteur van Nature Magazine. Carr vond dat er
te weinig kennis was bij het publiek over de Sonorawoestijn. Het museum werd
gevestigd aan de westelijke flank van de Tucson Mountains. Het gebied wat ze op
het oog hadden was grotendeels een natuurlijk woestijnlandschap. Er stonden een
aantal gebouwen, onder de naam Mountain House die in het verleden gebouwd waren
door het Civilian Conservation Corps (CCC). Het Mountain House wordt nu nog
gebruikt als bezoekerscentrum. Het land waarop het museum is gevestigd is
eigendom van Pima County, die het land verpacht aan het museum.
De
educatieve, natuurbeschermings-, voorlichtings- en wetenschappelijke
activiteiten van het museum worden geleid door het Center for Sonora Desert
Studies. Er worden educatieve programma's ontwikkeld die uitgevoerd worden in
de gehele Sonorawoestijn. In de hele Sonora woestijn worden wetenschappelijke
onderzoeksprogramma’s uitgevoerd en vindt er uitwisseling plaats van kennis van
experts tussen het museum en verschillende Mexicaanse instituten. Ook is het
museum betrokken bij verschillende beschermingsprogramma's, het Species
Survival Plan (SSP). Voor het SSP houdt het museum zich bezig met de Mexicaanse
wolf en de araparkiet. Het museum wil bijdragen aan de herintroductie van deze
soorten in het wild.
Het
doel van het museum is om bezoekers kennis te laten maken met de flora, fauna
en historie van de Sonora Desert. Hoe bepaalde soorten bedreigd worden door de
mens en hoe die soorten in stand gehouden kunnen worden. Hoe planten en dieren
en daardoor ook de mens elkaar nodig hebben. Ook worden er etnologische
aspecten aan het publiek getoond zoals demonstraties van mandenvlechters met inheemse
planten die ze gebruiken voor hun ambacht.
Het
museum heeft een grote collectie die bestaat uit meer dan 230 diersoorten en
1200 soorten planten, bijna alle afkomstig uit de Sonora woestijn, (zie kaart).
Ongeveer
een kwart van de planten en dieren in het museum zijn alleen te vinden in
Mexico. In Arizona zijn ook andere botanische tuinen, waaronder Boyce Thompson
Arboretum State Park ten oosten van Phoenix. Deze tuin heeft een grotere
verzameling planten die afkomstig zijn uit een groter gebied. Het Desert museum
is het gehele jaar elke dag open en jaarlijks komen er meer dan 400.000
bezoekers. Bedreigde diersoorten die in het museum worden gehouden, zijn onder
meer de araparkiet, Mexicaanse wolf, ocelot, margay, jaguarundi en enkele
straalvinnige vissen.
In het museum zijn ook een
groot aantal andere vogels en dieren te zien. Wat de vogels betreft zijn dat
o.a. de Amerikaanse torenvalk, blauwvleugeltaling, calliope-kolibrie, grote
renkoekoek, huiswinterkoning, kabouteruil, kardinaalvogel, kerkuil, raaf,
roodborstlijster, slechtvalk, soldaten-ara, en woestijnbuizerd. Zoogdieren die
hier gehouden worden zijn onder meer de Amerikaanse zwarte beer, Canadese
bever, coyote, grijze vos, grote bruine vleermuis, stinkdier, halsbandpekari,
kitvos, margay, Noord-Amerikaanse katfret, oerzon, ocelot, rode lynx, poema,
rivierotter, witsnuitneusbeer en zwartstaartprairiehond. Verder hebben ze een
groot aantal amfibieën met kikkers, padden en salamanders. Natuurlijk ontbreken
de reptielen niet zoals slangen met natuurlijk verschillende soorten
ratelslangen maar er zijn ook gekko’s, leguanen, hagedissen en het gilamonster.
Het park heeft een prachtige
tuin met allerlei soorten planten. Sommige soorten zijn heel bijzonder en
andere komen veelvuldig voor in en om het museum. Natuurlijk vind je er een
grote collectie aan cactus soorten van grote tot hele kleine en van smalle tot
dikke kogelronde exemplaren. Ook andere bloeiende woestijnplanten zijn op het
terrein te vinden. Het museum is aangesloten bij Center for Plant Conservation,
een netwerk van botanische instituten dat zich bezighoudt met de bescherming
van de inheemse flora van de Verenigde Staten. Tevens is het museum aangesloten
bij Botanic Gardens Conservation International, een wereldwijd netwerk van
botanische tuinen dat zich richt op het behoud van de biodiversiteit van
planten.
Naast de collectie van flora
en fauna zijn er nog mineralen, gesteenten en fossielen te zien. Het museum
beschikt over een museumbibliotheek met publicaties over woestijnecologie, met
name van de Sonorawoestijn. De bibliotheek is toegankelijk voor leden,
medewerkers en vrijwilligers. De collectie bestaat uit meer dan 6000 boeken, 83
tijdschriften en een grote hoeveelheid audiovisueel materiaal.
Zodra we op het terrein komen
zijn we toch wel onder de indruk. Het ziet er heel mooi en goed verzorgd uit.
We pakken de plattegrond erbij en gaan als eerste naar Mountain Woodland Area. Dit is een Mexicaans Pine-Oak Woodland
leefgebied en kan vergeleken worden met omgeving buiten het park en de
bergketens. Dieren die hier leven zijn o.a. poema, wit-staart-hert, Merriam
kalkoenen, bruine beer, Mexicaanse wolven en papegaaien. We zijn heel benieuwd.
Als eerste zien we een aantal
marmotten die zich lekker aan het opwarmen zijn in de zon. Ze liggen lekker lui
op de stenen muurtjes en rotsen. Even verderop zien we een grote kuil met
daarachter een rotspartij met een holte. In die holte ligt een poema. Wat een
mooi beest. Waakzaam kijk hij om zich heen. Het is lastig een foto te maken
want we staan achter een glas het is ook een behoorlijke afstand.
Verderop zit een zwarte beer
en die heeft een ontzettende jeuk en zit zich de hele tijd te krabben. Verderop
zien we een Mexicaanse wolf, een mooi beest.
Op het eind is een lookout
over de Sonora Desert. Het is een soort pier gemaakt van natuurlijke stammen,
vlakke looppaden en op het eind een afdakje. Hiervandaan heb je een prachtig
uitzicht over de woestijn. Met een trap kun je naar beneden en kun je de korte
Desert Loop Trail doen. De trail doen we straks wel. In The Desert Grassland
gebied zien we de woestijn graslandhabitat met de zeepboom, yucca, woestijn
scrub, grassen en vetplanten. Hier zien we ook de prairie dogs. Heel leuk om te
zien. Het zijn hele actieve en speelse diertjes, vooral de kleintjes. De zitten
achterelkaar aan, rennen en dan vlug het hol in. De oudere dieren doen het wat
rustiger aan.
Er is een walk-in volière met
kardinalen, Gambel's kwartels, eenden, duiven, en vele andere soorten inheemse
vogels zoals de renkoekoek, beter bekend als de roadrunner. Door de volière
loopt een klein beekje. Er is veel groen en de meeste vogels horen we wel maar
zien we niet. De roadrunner loop steeds heen en weer en je kan zien dat hij in
zijn vrijheid beperkt wordt door steeds hetzelfde loopje te doen. Dat vinden we
toch wel jammer en dat is ook het nadeel van gevangenschap. Je wilt mensen kennis
laten maken met dieren maar voor sommige diersoorten is het heel stressvol.
Ondanks dat er alles aan gedaan wordt hun een natuurlijke omgeving na te
bootsen.
De volgende stop is Life on the Rocks. Dat is het leefgebied van soorten die het vaakst aangetroffen worden op rotsachtige hellingen.
Er zijn ruimtes achter glas
en sommige andere met gaas. Ze hebben geprobeerd het zo natuurlijk mogelijk na
te maken. De holen van de dieren die tussen de rotsen leven zijn ingebed in de
rotsen. Via glas kun je toch in de holen kijken. Ook hier weer de road runner
maar ook kikkers in een rotspoel.
Vervolgens gaan we naar Cat Canyon. Zoals de naam het al zegt zijn hier de verblijven van katachtigen zoals bobcats en een ocelot, die in nagemaakte grotten leven. Hier zien we ook een grijze vos, een prachtig dier om te zien, en het stekelvarken. De dieren kun we zien vanaf een overhead maar ook op ooghoogte. Dan gaan we de Desert Loop Trail doen. De wandeling gaat over een onverhard woestijn parcours van een halve mijl. Dit is een echt stukje desert. We zien het leefgebied van de javelinas. Het zijn de wilde zwijnen van Arizona. Eerst zien we ze niet maar dan zien we ze liggen onder een paar struiken. De ruimte is afgescheiden door grofmazig schapengaas wat bijna niet zichtbaar is. Daardoor heb je niet het idee dat je in een (sier)park loopt en zijn de dieren ook goed te zien. Overal zien we hagedissen lopen. Er staan ook veel woestijn planten zoals de agave en bomen met peulvruchten. Op een informatie bord is te lezen wat de inheemse bevolking deed met de agave. Soms kookten ze de agave door middel met hete stenen onder de grond, in een pit. De agave is heel voedzaam. Verderop is een gebied waar we de coyotes zien. Het is een prachtig dier om te zien, veel slanker dan de wolf. Jammer voor hem zit hij achter gaas en is er geen kans achter de roadrunners aan te gaan,…. miep miep!
Het is een leuke en leerzame
trail ook omdat het allemaal heel natuurlijk aandoet. Het voelt niet dat je in
een “dierentuin” bent. Hier staan ook veel Saguaro cactussen. Die zijn heel
bekend uit de reclames en andere afbeeldingen die over de woestijn gaan. Het
zijn grote stijve planten en ze zijn behoorlijk hoog. Geschat wel 5 tot 7
meter. In sommige zitten gaten en niet veel later zien we hoe dat komt. Er is
een spechtensoort die er zijn holen in maakt. Ja als er geen boom is moet je
ergens anders je huis in maken, VT- wonen is er niets bij. Op één van de
cactussen zit zo’n specht en verderop zien we twee bij een holte. Of ze al een
nest hebben kunnen we niet zien. Het is de Gila specht, een zwart-wit
gestreepte vogel van ongeveer 24 cm. Het is een ijverig beestje. Elk jaar maken
ze een nieuw hol in een cactus voor hun nest. Het oude nest wordt door andere
vogels gekraakt zoals de elf uil, een dwerg uiltje en mussen. Wij zien even
later een mus die het hoogste woord heeft vanuit zijn nest in de Saguaro.
Er zijn ook Docent Stations. Dat zijn plekken in het park waar getrainde vrijwilligers en natuuronderzoekers tekst en uitleg geven over dieren en planten in het park. Het park werkt met veel vrijwilligers. Er zijn ongeveer 500 vrijwilligers tegenover 120 betaalde medewerkers. Al die vrijwilligers met elkaar zijn goed voor ongeveer 130.000 uur per jaar. De Docent Stations liggen verspreid over het park maar op de brochure wordt wel aangegeven wanneer en wat er te zien is. Er zijn presentaties met levende reptielen, vogels of zoogdieren, of met dierlijke schedels, skeletten, fossiele resten, over de geologie en halfedelstenen. Er zijn ongeveer 200 vrijwillige docenten. Je wordt niet zomaar een docent bij dit park. De docenten worden onderworpen aan een 15-wekenlang trainingsprogramma. Daarom staan ze ook bekend als het beste Docent Station Corps van vandaag. Onder een afdakje is een Docent Station en we gaan even kijken.
De mevrouw heeft een torenvalk op de hand en wat is dat een prachtig beest, heel kleurrijk. Het is de Amerikaanse Torenvalk. De vogel lijkt veel op onze torenvalk maar is veel kleiner. Het is ook de kleinste valk van Noord-Amerika.
Het vrouwtje is groter dan
het mannetje en heeft een ander verenkleed. De valk heeft een lengte van 12 tot
27cm en een spanwijdte van 50 tot 61cm en het mannetje weegt tussen de 80 en
105g en het vrouwtje tussen de 100 en 150g.
De mannetjes hebben
blauwgrijze vleugels met zwarte stippen en een rossige achterkant met zwarte
strepen. De onderzijde van de romp is crèmekleurig. De kop is opnieuw
blauwgrijs van kleur, met een witte keel. Ook onder beide ogen is een witte
vlek te zien die aan de voor- en achterkant wordt begrensd door een zwarte
streep. Boven op de kop bevindt zich een bruine vlek. Het verenkleed van het
vrouwtje lijkt op dat van het mannetje, maar is minder kleurrijk, zo ontbreken
de blauwgrijze vleugels. De vleugels en de achterzijde zijn in plaats daarvan
roestbruin met zwarte strepen.
De Amerikaanse torenvalk leeft
in open land zoals savannes, weiden, open bossen en stedelijk gebied. Wel zijn
er altijd een hoge uitkijkposten voorhanden, bijvoorbeeld alleenstaande bomen
of hekken. Vanaf zo'n punt of vanuit de lucht jaagt de valk op zijn prooi, die
voornamelijk bestaat uit grote insecten, maar ook uit kleine vogels, kleine
reptielen, knaagdieren en vleermuizen.
Net zoals de andere valken,
bouwt de Amerikaanse torenvalk geen eigen nest, maar gebruikt holen in bomen,
bijvoorbeeld een oud spechtennest, nestkasten of een oud nest van een andere
roofvogel of kraaiachtige. Het legsel bestaat uit vier tot zes eieren, die
vooral door het vrouwtje in 30 dagen worden uitgebroed. De jongen blijven nog
zo'n dertig dagen in het nest en blijven ook daarna nog weken afhankelijk van
hun ouders.
Het was heel leuk zo’n
docenten les bij te wonen. Vanmiddag is er in een gebouw informatie over andere
dieren en we doen ons best om daar ook bij te zijn. Nu op naar de kolibries. We
hebben onderweg al een paar gezien maar nu zien wij ze in een volière. Nu
kunnen we ze mooi van dichtbij bekijken. Het is geen grote volière maar dat
hoeft ook niet want het is maar een klein vogeltje. In de volière bevinden zich
5 soorten, Broad-billed Hummingbird, Black-Chinned Hummingbird, Annas
Hummingbird, Costas Hummingbird, Rufous Hummingbird.
Nu gaan we naar de kolibries of in het Engels hummingbird. Die naam is heel goed gekozen, zoemende vogel. Als je ze hoort vliegen maken ze een zoemend geluid, net een super bij. Het gebouw waar de kolibries zitten is vrij modern en je moet door een soort sluisdeuren. Dat is om te voorkomen dat de vogeltjes weg vliegen. Het is geen grote ruimte en natuurlijk staan er veel bloeiende planten.
Dat is ook logisch want de
kolibries leven van de nectar van de bloemen. Er vliegen verscheidende
vogeltjes en ze zijn vliegensvlug. Alleen bij de drinkflessen blijven ze wat
langer en is te zien welke soort het is.
Een hummingbird is een vogeltje met allen maar superlatieven. 's Werelds
kleinste vogeltje, ze zijn maar 7-13 cm lang en wegen 2 tot 10 gram. Het is ook
het vogeltje met de meest briljante iriserende kleuren, met de snelste vleugelslag
en het vermogen om omhoog, omlaag, opzij en naar achteren te vliegen. Om in
leven te blijven zweven ze dagelijks van bloem naar bloem voor hun broodnodige
nectar. De mannetjes zijn het kleurrijkste en dat is nodig om de vrouwtjes te
imponeren want de concurrentie is hoog. Over het iriserend verenkleed ligt een
mooie glans en dat wisselt elke keer door de lichtinval. Na de paring helpt het
mannetje niet met het nest en het grootbrengen van de jongen. Het vrouwtje
draait er alleen voor op. Het vrouwtje bouwt dus alleen het nest, legt maximaal
twee eieren en broedt die uit. Gezien de hoeveelheid energie, wat een kolibrie
nodig heeft, om zichzelf in leven te houden is en een wonder dat ze ook nog
twee jongen groot kan brengen.
In Zuid-Amerika zijn meer dan driehonderd soorten kolibries. De overgrote meerderheid leeft in de tropen waar de bloemen het hele jaar in overvloed aanwezig zijn. Een klein aantal soorten leeft in het hoogseizoen in de Verenigde Staten. Omdat het in Arizona warm is zijn hier de meeste soorten te vinden zoals de Costas Hummingbird, een echte woestijn hummingbird. De andere soorten leven meer langs de randen van de woestijnen zoals de Black-Chinned en Broad-billed Hummingbird. Andere soorten, Annas Hummingbird en Rufous Hummingsbirds komen in Arizona als ze op doortocht zijn naar hun winterverblijf in Mexico of een zomergebied noordelijker.
In Zuid-Amerika zijn meer dan driehonderd soorten kolibries. De overgrote meerderheid leeft in de tropen waar de bloemen het hele jaar in overvloed aanwezig zijn. Een klein aantal soorten leeft in het hoogseizoen in de Verenigde Staten. Omdat het in Arizona warm is zijn hier de meeste soorten te vinden zoals de Costas Hummingbird, een echte woestijn hummingbird. De andere soorten leven meer langs de randen van de woestijnen zoals de Black-Chinned en Broad-billed Hummingbird. Andere soorten, Annas Hummingbird en Rufous Hummingsbirds komen in Arizona als ze op doortocht zijn naar hun winterverblijf in Mexico of een zomergebied noordelijker.
In de kolibrie volière zijn ook vrijwilligers die de bezoekers wegwijs maken en vertellen over de vogels. Die attenderen ons op een nest met jonge vogels. We wisten dat ze klein waren maar als je ze zo dichtbij ziet zie echt hoe klein ze zijn. Het nest is heel klein en eigenlijk niet groter dan een borrelglaasje. Het nestmateriaal bestaat uit plantaardige materiaal, vezels en mossen wat samengebonden is met veel draden van spinnenwebben en bevestigd is in een vork van een tak. Het nest wordt vaak aan de binnen en buitenkant bekleed met haar of veren en versierd met bladeren, schors strips, of korstmossen. Geduldig wachten we op het vrouwtje totdat ze de jongen komt voeren. Wat een mooi gezicht.
De gids vertelt dat er meer nesten zijn maar dan met eieren en dat de kolibries zitten te broeden. Het is maar goed dat de gids ons de nesten aanwijst want wij hadden ze nooit gevonden. Zo klein en zo goed verborgen zitten ze tussen de beplanting. Op het nest zit een vrouwtje te broeden. De mannen zie je niet die vliegen wat om en maken alleen maar ruzie. Wat is het een mooi gezicht zo’n broedende kolibrie.
De gids vertelt ook nog
andere informatie. In de volière hangt nestmateriaal. Veel spinnen zitten er
niet in de volière en daarom hebben ze draden van spinnenwebben verzameld en
ander draderig nestmateriaal waar de kolibries een nest van kan maken.
Kolibries leggen twee eitjes die afhankelijk van de soort in gemiddeld twee
weken worden uitgebroed.
De jongen krijgen een mengsel van nectar en kleine en zachte insecten zoals spinnen en muggen. Ze blijven ongeveer 3 weken in het nest waarna ze uitvliegen. Helaas sterven de meeste jongen in het eerste jaar. Kolibries worden niet echt oud, gemiddeld 3 tot 4 jaar.
Toen Arizona-Sonora Desert
Musea hun kolibrie volière openden, in 1988, hadden ze geen idee dat hun opzet
zo’n succes werd. Sinds de opening hebben de Broad-billed Hummingbird,
Black-Chinned Hummingbird, Annas Hummingbird en Costas Hummingbird nesten
gemaakt, eieren gelegd en jongen groot gebracht. Er zijn in totaal 114 nesten
gebouwd, 186 gelegde eieren, 116 vogels uitgebroed en 102 vogels uitgevlogen. Geen
enkele andere zoölogisch instituut heeft zo’n resultaat gehad.
Dan nog wat weetjes over
kolibries. De harten van kolibries zijn in verhouding groter, ten opzichte van
hun lichaamsgrootte, dan van andere warmbloedige dieren. Hummingbirds hebben de
meest snelle hartslag van alle vogels. In rust tot 500 slagen per minuut en tot
1260 slagen per minuut als ze actief bezig zijn. Een kolibrie heeft veel meer
vliegspieren dan ander vogels. Ongeveer 25 tot 30 procent van het
lichaamsgewicht in vergelijking tot en met 15 tot 25 procent van ander vliegende
vogels. Ze moeten ook wel meer spieren hebben want ze maken 80 vleugelslagen
per seconde.
Hun unieke vleugelbouw stelt hen in slaat om lang te zweven en elke kant op te vliegen, zelfs achteruit. Ze kunnen in een korte periode ook heel snel vliegen, tot wel 60 mijl per uur. Verder hebben ze een hoge lichaamstemperatuur, 40,5 tot 42.5C.
Wat hebben wij genoten van deze volière. Prachtig, leerzaam en zeker de moeite waard. Er is veel meer te zien dus gaan we weer verder. Het is een prachtig park (museum) en we genieten met volle teugen. We hadden niet gedacht dat we hier zo lang zouden zijn en er zijn nog heel veel dingen die we willen zien. Even kijken bij The Life Underground tentoonstelling. Hier is een tentoonstelling van dieren die onder de grond leven. Je loopt door een tunnel die zwak verlicht is om het leven onder de grond na te bootsen. Door glas kun je in de verblijven kijken waar verschillende dieren leven kit vos, kangoeroe rat, en ringtail.
Hun unieke vleugelbouw stelt hen in slaat om lang te zweven en elke kant op te vliegen, zelfs achteruit. Ze kunnen in een korte periode ook heel snel vliegen, tot wel 60 mijl per uur. Verder hebben ze een hoge lichaamstemperatuur, 40,5 tot 42.5C.
Wat hebben wij genoten van deze volière. Prachtig, leerzaam en zeker de moeite waard. Er is veel meer te zien dus gaan we weer verder. Het is een prachtig park (museum) en we genieten met volle teugen. We hadden niet gedacht dat we hier zo lang zouden zijn en er zijn nog heel veel dingen die we willen zien. Even kijken bij The Life Underground tentoonstelling. Hier is een tentoonstelling van dieren die onder de grond leven. Je loopt door een tunnel die zwak verlicht is om het leven onder de grond na te bootsen. Door glas kun je in de verblijven kijken waar verschillende dieren leven kit vos, kangoeroe rat, en ringtail.
Tussen de verschillende
verblijven zijn allemaal plantenvakken met bijzondere planten. Soorten die we
nog nooit gezien hebben.
Al lopend gaan we naar de Riparian Corridor. Een gebied met een rivier en oevers maar ook met rotspartijen. Hier zien we de rivier otter. Een druk beestje die heel actief is. Speels zwemmen ze door het bassin. In het water drijven allemaal speeltjes waar ze zich mee vermaken. Leuk om te zien. Op de rotspartij zien we de Dessert Bighornsheep, de Borrego cimmaron. Boven op de rotspartij staat een mannetje met prachtige hoorns. In de kuil beneden ons zien we een geit met een jong. Op de bovenste rots kruipt een chuckwalla, die ligt zich heerlijk op te warmen in de zon.
Verder zien we de witsnuitneusberen,
inheemse vissen en ongewervelde waterdieren zoals libellen en slakken.
De Earth Sciences Center-Cave slaan we over. Dit is een kunstmatige
grot opgebouwd uit bogen. De tunnel is ongeveer 25 meter lang. Langs de tunnel
zijn allemaal ruimtes voor grotbewoners met o.a. vleermuizen. Er zijn ook
ruimtes met fossielen, geologische edelstenen en mineralen. Ook is er een
ruimte met de geschiedenis van de aarde.
Desert Garden
is een gebied wat in samenwerking met Sunset Magazine en de Desert Museum is
gebouwd. Er zijn diverse demonstratie tuinen met verschillende soorten planten die
gebruikt worden in de groenvoorziening bij woningen in de regio van de Sonora Desert.
Even erdoorheen lopen en genieten van de planten en waterpartijen. Overal
bloeiende bloemen met vlinders en andere insecten, verder veel kolibries en
andere vogels. Het is al middag geweest en het is tijd voor de lunch. In het
park is een klein restaurantje en daar gaan we even heen.
Op een paar stoeltjes zitten we lekker te genieten van heerlijke koffie en broodjes. Lekker in de zon, heerlijk en wat wil je nog meer. Het is niet druk in het park en dat is wel lekker. Tijdens het eten horen we een vreemd geluid van een vogel. Even later hebben wij het door waar het vandaan komt. Uit een boom naast ons. Na wat speurwerk zien we boven in de boom een vogel zitten, het is een valk.
Na de lunch gaan we weer
verder, op naar de cactus tuin.
Onderweg zien we bloeiende agaves.
De planten hebben hele lange stengels van wel 3 tot 5 meter. De stengels zijn
vertakt en aan het eind van de takken zitten grote gele bloemen. Op die bloemen
zitten soms mooie vogels, ze lijken wel op onze wielewaal. De vogel wordt ook
wel de wielewaal van de nieuwe wereld genoemd. Het is de Hooded Oriole.
We zien zowel het mannetje, dat mooier getekend is, als het vrouwtje die wat fletser is. De vogel staat bekend als nectar dief. Hij boort gaatjes onder in de bloemen en steelt zo de nectar van de plant zonder dat het de bloemen bestuift.
In het park zijn verschillen
de tuinen uit verschillende regio’s, zoals Desert Grasslands, Agave Garden,
Palo Verde Trees, Hohokam Agave Field, Cactus Garden, Labyrinth, People and
Pollinators. Life Zone Transects, Tropical Deciduous, Forest, Desert Garden,
Yucca Ramada, Pollination Gardens. In het park staan meer dan 1.200
verschillende soorten planten met een totaal aan 56.000 individuele exemplaren.
Verschillende
thema tuinen hebben we al gezien en ze zien er allemaal heel keurig en verzorgd
uit. Bij veel planten staat een naambordje zodat je weet wat het is. Op naar de
Cactus Garden en we zijn heel benieuwd wat we te zien krijgen. Nou in ieder
geval verschillende soorten cactussen, van heel klein tot heel groot. Dikke en
dunne, met en zonder bloemen en soorten waarvan je denkt is dat wel een cactus?
Gelukkig worden we niet prikkelbaar van het zien van al die cactussen.
Dan is er commotie, een ratelslang tussen de cactussen. Dit willen we niet missen dus even kijken. Ja hoor heel rustig kruipt de ratelslang tussen de cactussen door. Van de omstanders horen we dat de parkwachters al gewaarschuwd zijn. Het is geen grote, iets meer dan een meter. Ze zijn in het park niet zo blij met bezoekers en rattlesnakes, je weet het nooit. Even later komt de parkwachter met een box en een grijper. We mogen nog even wat foto’s maken en dan pakt hij de slang met de speciale grijper en doet hem in de box. De slang is zwaar beledigd en dat is heel duidelijk te horen, hij sist en we horen de punt van zijn staart ratelen. Van de parkwachter horen we dat ze deze slang al eens eerder gevangen hebben. Als ze een slang vangen dan kleuren ze de ratels aan het eind van de staart met een speciale verf. Ook krijgt de slang een chip we denken niet dat die voor track en trace is. Elke keer dat ze een slang vangen kleuren ze weer een stuk ratel.
Zo weten ze hoe vaak ze die slang gevangen hebben. Vaak komen ze terug naar de plek waar ze gevangen zijn begrijpen we. Deze slang is al voor de 3e keer gevangen en nu brengen ze hem wat verder weg buiten het park. Nog even een foto maken van de slang in de box. Rustig opgekruld ligt hij erin. De ratel beweegt hij heen en weer en is duidelijk te horen. Het is nog duidelijk dat hij het niet leuk vindt in een doos te zitten. Dit was toch wel een bijzondere ervaring. Nog even verder door de cactus tuin en dan naar een docent station over bepaalde woestijndieren.
Het is leuk tussen de verschillende soorten cactussen door te lopen. Dan zien we een bordje bij een paar cactussen staan met de tekst Glory of Texas. Nou deze glorie is wel heel klein. In Texas is alles big maar dit is mini. Verder op staat een boojum. Het lijkt wel een omgekeerde boom, een penwortel met zijwortels. Eigenlijk is het een dikke stam, doorsnee maximaal 25cm, met haakse hele korte zijtakken. In het Spaans noemen ze deze plant Cirio wat kaars betekend. Het is een soort die heel weinig voorkomt en dan nog alleen op Baja Californië.
Deze
boom wordt ongeveer 20 meter hoog en zeer oud, ongeveer 300 jaar. Het is een
familie lid van de Ocotillo die we in Borrego Desert en Joshua Tree NP hebben
gezien. De bloemen verschijnen aan het eind van de zomer en begin van de
herfst. Ze zijn romig geel aan korte trossen en ruiken naar honing.
Op
naar de show. Die wordt gehouden in het Balwin Education Buiding & Library.
Het is een soort collegezaal en we zoeken een plekje. Redelijk vooraan, dan
kunnen we het mooi zien. De zaal is lang niet vol en er zitten veel kinderen.
Dan komt er een verzorgster die het een en ander vertelt over wat we te zien
krijgen waarna het eerst dier komt, een skunk (stinkdier). Het dier loopt over
een soort catwalk en wordt gelokt met een spoor van lekkers. Ze vertelt van
alles over het dier en bezoekers/kinderen kunnen ook vragen stellen. Dan
krijgen we een inguane te zien, dat is een soort leguaan. Er zijn wel meer
inguane soorten maar deze leeft alleen op Baja California. Het dier blijft mooi
rustig op de arm liggen, wel gewend zeker.
De verzorgster vertelde weer van alles over dit bijzondere dier. Na afloop mogen kinderen het dier aaien en daar wordt gretig gebruik van gemaakt.
De
volgende is een porcupine of in het Nederlands, een stekelvarken. Het dier
heeft er geen zin in en blijft mooi achter de coulissen. Op het laatst laat hij
zich verleiden door stukjes wortel. Die vindt hij heerlijk. Ook nu weer tekst
en uitleg over deze dieren. Als laatste een papagaai, welke soort het is weten
we niet meer. Wel dat het een soort is die met uitsterven wordt bedreigd. Op
het eind laat de verzorgster de papagaai over het publiek vliegen naar een
andere verzorgster achter in de zaal. Dit laten ze een paar keer doen. Heel
apart zo’n vogel over je heen zien te vliegen. Dan is het afgelopen. Het was
heel leuk, interessant en leerzaam.
Het
is mooi geweest, vandaag hebben we heel veel gezien van Arizona-Sonora Desert
Museum en het was geweldig. We zijn hier veel langer gebleven dan de bedoeling
was. We dachten een paar uurtjes maar het is een hele ochtend en een stuk van
de middag geworden. Wij vonden het de moeite waard en kunnen het iedereen
aanraden. Nu op naar Sugaro National Park. We verlaten het park en lopen naar
de camper. Van het Desert Museum is het maar een klein stukje rijden naar het
Saguaro Park en we zijn er zo.
Saguaro Park West ligt in het Tucson Mountain District. Van de
twee gedeelten van het Saguaro Park is dit het kleinste. De Kinney Road, waar ook het Red Hills Visitor Center aan
ligt, en Picture Rocks Road gaan door dit gedeelte. De Tucson Mountains zijn
een van de vier bergketens die Tucson omringen. De Saguaro cactus is inheems in
dit gebied en wordt alleen gevonden in de Sonora Dessert. Saguaros groeien met
uitzonderlijk traag. De eerste zijarm van een saguaro groeit er pas aan als de
plant ongeveer 50 tot 70 jaar is. Soms komen de eerste zijarmen pas als de
plant al bijna 100 jaar is. De groei is erg afhankelijk van de neerslag. In het
park zijn ook rotspartijen met historische rotstekeningen van de vroegere inheemse
bewoners, de Hohokam. Ondanks de droogte groeien er een groot aantal soorten
planten en er leven verschillende soorten dieren en vogels zoals coyotes,
roadrunners, jack rabbits en kwartels.
Het
park ontleent zijn naam aan de Saguaro, een reuzencactus die van nature alleen
in de Sonora-woestijn voorkomt. Door de pioniers en de uitdijende veeteelt
werden de suguaro’s bedreigd. Daarom werd besloten om van dit deel van de
Sonora Desert een park te maken. Dat gebeurde op 1 maart 1933. Toen tekende
toenmalig president Herbert Hoover een contract wat het gebied tot Saguaro
National Monument maakte. Dat was een overwinning voor de natuurbeschermers die
al jaren probeerden het gebied met de grootste saguaro's ter wereld te
beschermen. Pas in 1950 werd het eerste bezoekerscentrum geopend. In 1961 werd
het uitgebreid met een flink stuk grond en in 1994 werd het pas een officieel
nationaal park.
Bij
het park aangekomen gaan we als eerste naar het Red Hills Visitor Center. Het
is een mooi bezoekers center en er is veel informatie te krijgen. We vragen
even of we met de camper over de Scenic Bajada Loop Drive mogen en kunnen
rijden. Geen probleem. De weg is voor een camper wel wat ruw maar als je het
rustig aan doet is het geen probleem. Vanaf het museum, heb je een mooi zicht
over het park. Wat je ziet is een gedeelte waar je niet mag komen, dat is een
Sensitive Resource Area. Op de achtergrond bergen en daarvoor een bos van
suguaro’s met hier en daar bloeiende gele struiken. Bij het Visitor Center is
ook een korte trail, de Cactus Garden Trail. Hier staan diverse
woestijnplanten. Dat vinden we wel best wij gaan richting Scenic Bajada Loop
Drive. Het is maar een klein stukje rijden om daar te komen.
Net
voorbij het Visitor Center, aan de linkerkant van de weg is nog een korte
trail, de 800 meter lange Desert
Discovery Nature Trail. Gezien de tijd slaan wij deze trail over. Wel moet
het een leerzame trail zijn. Hier kun je kennismaken met de flora en fauna van
het park en informatie opdoen over de Sorora Desert. Langs de route staan
allemaal informatieborden.
Bijna
aan het eind van de Kinney Road begint de 6 mijl lange Scenic Bajada Loop Drive.
Het eerste stuk gaat over de onverharde Hohokam Road. Een klein stukje is twee
richtingsverkeer, de rest eenrichting. Je kunt daarom het beste de loop linksom
rijden. Anders moet je halverwege weer terug. De eerste zijweg, aan de
linkerkant van de Honokam Road gaat naar Sus Picnic Area.
In
het park zijn een aantal trails, lange en korte. Als je doorrijdt, kom je na ongeveer twee mijl weer bij een
afslag aan de linkerkant. Die gaat naar Valley
View Overlook Trail. Dit is een 2,4 km. lange trail (heen en terug) naar
een hoog punt vanwaar je een prachtig zicht hebt over de bergen, de woestijn en
de saguaro's. Na de afslag naar Valley View Overlook Trail wordt de onverharde
weg one way.
Een
lange trail van 15,8 km. (heen en terug) is de Hugh Norris Trail. Het is ook een pittige trail met een groot
hoogteverschil van 640 meter. De wandeling gaat door het meest dichte saguaro-bos
van het park, en eindigt bij de 1.429 meter hoge Wasson Peak. Dit is het hoogste
punt van de Tucson Mountains. De trail kruist ook het wandelpad van de Sendero
Esperanzo Trail, die van noord naar zuid loopt.
Halverwege
de Honokam Raad krijg je een zijweg naar rechts. Dat is de Golden Gate Road en
via deze onverharde weg kun je het park aan de noordzijde verlaten. Wij rijden
door en vervolgen de Scenic Bajada Loop Drive en het wordt weer een weg voor
twee richtingen. Voor de camper is de weg behoorlijk hobbelig en we worden
behoorlijk door elkaar geschud. Daarom doen we het maar rustig aan. We willen
geen schade aan de camper. Het is een mooi landschap zover een woestijn mooi
kan zijn. Het is een landschap wat we niet kennen, glooiend met veel cactussen
en dan vooral de saguaro’s. Het is niet druk. Af en toe komen we een auto tegen
of laten we een auto passeren omdat die harder kan ons. Raampjes dicht want dan
is het door de passerende auto’s een grote stofwolk.
Als we ongeveer driekwart van de Scenic Bajada Loop Drive hebben gedaan krijgen we een afslag naar Signal Hill Picnic Area. Daar gaan we heen. Even naar de top van Signal Hill want daar moeten oude rotstekeningen zijn en kunnen we nog een trail doen.
Het
parkeerterrein voor de trail naar Signal Hill is niet groot maar gelukkig
kunnen we onze camper kwijt. Het is niet
druk. Er staan maar een paar auto’s. Nog even wat drinken en op weg. Voor de
zekerheid nemen we ook wat drinken mee. We hebben geen idee hoe lang we
onderweg zullen zijn. Nog even op het informatiebord kijken, naar Signal Hill
Trail en ander trails in de buurt, zoals Cactus Wren Trail en Manville Trail.
De trail naar Signal Hill is kort,
maar 0,3 mile, heen en terug. De trailhead staat goed aangegeven en we gaan op
weg. Eerst lopen we een heuvel af en dan gaat het langzaam heuvelopwaarts maar
het is heel goed te doen. De trail is met bordjes ook goed aangegeven. Na een
tijdje lopen bereiken we de top en gaan we even zitten en kijken om ons heen.
De top is rotsachtig en hier liggen allerlei grote rotsblokken. Op die blokken
zien we tekeningen en we gaan even kijken. Het zijn rotstekeningen die de
vroegere bewoners hebben gemaakt. Misschien heeft deze heuvel daarom wel de
naam Signal Hill gekregen. Eigenlijk hebben ze de tekeningen in de rots
gekrast. Afbeeldingen van dieren maar ook van cirkels of bloemen?
Vanaf de top hebben we ook een prachtig uitzicht over de omgeving. We zien de parkeerplaats waar de camper staat, de vallei, de bergen en de saguaro’s, duizenden saguaro’s.
Het is weer tijd om verder te gaan en we gaan naar beneden. Dan is er en afslag naar de Cactus Wren Trail en die gaan we doen. Het is combinatie van twee trails, de Cactus Wren en de Manville Trail waardoor het een 4 mile lange loop trail is. Het is al in de namiddag en dat is wel prettig. Het is niet meer zo heet. Het valt ons mee dat er nog zoveel begroeiing is, veel struiken en natuurlijk cactussen. Sommige lijken dood maar hebben toch prachtige bloemen, rood of roze. Verder heel veel saguaro’s en sommige zijn heel erg groot. We hadden geen idee dat cactussen zo groot konden worden. Bovenop bloeien soms witte bloemen, mooi. Dit park is vernoemd naar deze cactussoort en op informatieborden hebben we hier het nodige over gelezen.
De saguaro is een boomachtige reuzencactus en de enige soort binnen
het geslacht Carnegiea. Saguaro's kunnen meer dan twintig meter hoog worden,
maar groeien erg langzaam. De soort is inheems in het zuidwesten van de
Verenigde Staten, vooral in de Sonora Dessert, en in het noorden van Mexico.
De bloem van de saguaro is de state flower van
de staat Arizona.
Door de uitbreiding van het
landbouw en veeteelt areaal werd deze cactus soort bedreigd. In 1994 werd het
Saguaro National Park aangewezen als plek om het leefgebied van deze soort te
beschermen. Het is het enige Amerikaanse nationale park dat gewijd is aan een
bepaalde plantensoort.
Saguaros groeien traag en
kunnen daardoor erg oud worden. Er zijn exemplaren bekend van 150 tot 200 jaar
oud. Op zijn vroegst krijgen ze pas na zo'n zeventig tot tachtig jaar hun
eerste vertakkingen al gebeurt het ook dat ze zich nooit vertakken. Een saguaro
zonder armen wordt een speer genoemd. Om zich meer te kunnen vermeerderen komen
er meer zijarmen aan de cactus. Meer armen betekent meer toppen met bloemen en
daardoor meer vruchten en meer zaden. Het groeitempo van saguaros is sterk
afhankelijk van de neerslag. Saguaros in het drogere westelijke gebied van
Arizona groeien de helft langzamer dan die rond Tucson. Saguaros groeien altijd
uit zaad en meestal ontkiemen ze in de schaduw van een andere plant of boom.
Dit voorkomt dat de jonge kiem of plant uitdroogt.
De stekels op een jonge
Saguaro, kleiner dan twee meter, groeien zeer snel, wel tot een millimeter per
dag. De stekels groeien altijd in areolen. De top groeit door waardoor de
areolen met stekels zich naar de zijkant verplaatsen. De oudste stekels
bevinden zich dus aan de basis van de cactus en de jongste dus aan de top.
De bloemen verschijnen in
april tot en met juni. Ze zijn wit en gaan pas goed open in de nacht en sluiten
zich weer in de middag. Ze blijven tot zonsopgang nectar produceren. De bloemen
zijn niet zelf bestuivend en zijn dus afhankelijk van kruisbestuiving. Omdat er
veel beginnende zaden in een bloem zitten zijn er grote hoeveelheden pollen
nodig voor een volledige bestuiving. Een goed bestoven vrucht bevat enkele
duizenden kleine zaadjes.
Belangrijkste bestuivers zijn
bijen, vleermuizen en wit-gevleugelde duiven. Andere dag bestuivers zijn vogels
en zoals de Costa kolibrie, zwarte chinned kolibrie, breedsnavel kolibrie, kap
wielewaal, Gila specht en Californische grondspecht. De belangrijkste
nachtelijke bestuiver is de lesser long-nosed bat, een vleermuis, die op de
nectar af komt. Daarom bloeien ook de meeste bloemen ook nachts en zijn ze
ingericht op bestuiving door de vleermuis. De bloemen gaan in de nacht open, de
pollen rijpen dan ook en dan is er ook meer nectar. De bloemen bevinden zich
hoog boven de grond en kunnen het gewicht van de vleermuizen dragen. In de
pollen zitten aminozuren, geurstoffen, en die helpen de vleermuizen ook met het
vinden van de bloemen. Daarom is de vleermuis ook de hoofdbestuiver van de
saguaro cactus. De stammen van saguaro's vertonen vaak beschadigingen door
blikseminslag, spechten en vraat.
De robijnrode vruchten zijn
6-9 cm lang en rijpen in juni. Elke vrucht bevat ongeveer 2000 zaden die
opgesloten zitten in een zoet vlezig bindweefsel. De vruchten zijn eetbaar en
worden door de lokale bevolking gegeten.
Het oogsten gebeurt niet met
de hand maar met een stok (vaak een saguaro rib) van 2 tot 5 m lang. Bijna aan
het einde van de stok zit haaks een kort stokje om de vrucht eraf te trekken.
Vroegere indianenstammen, zoals de O'odham, hebben een lange geschiedenis van
Saguaro fruit gebruik. De Tohono O'odham stammen vieren het begin van de zomer
met een ceremonie voor het oproepen van regen voor hun gewassen. Ze vieren het
feest met behulp van een gefermenteerde drank. Deze wordt gemaakt van de
heldere rode vruchten van de saguaro.
De Saguaro was een
belangrijke plant en bron van voedsel en onderdak voor de Tohono O'odham volken.
De stekels van de saguaro worden soms gebruikt als naalden. Als de saguaro
sterft blijven de ribben over. Dat zijn lange stevige stokken of staken. Deze werden gebruikt voor de bouw en andere doeleinden
door Native Americans. Een mooi voorbeeld is te zien in het dak van de missiepost
in San Xavier del Bac vlakbij Tucson.
Er zijn nu wetten in Arizona
die de saguaro cactus beschermd. Het is verboden huizen en wegen te bouwen als
er saguaro cactussen staan. Dan heb je een speciale vergunning nodig en die
wordt niet vaak afgegeven. Hiermee wil men voorkomen dat het aantal cactussen
van deze soort nog verder terugloopt.
Het loopt lekker. Soms is het pad wat moeilijker begaanbaar
omdat er los zand ligt en dan lopen we langs de zijkant van het pad. Het blijft
bijzonder al die saguaro’s om je heen. Hele jonge planten zien we niet. Die
kleinsten zijn toch al snel ouder dan 10 jaar. Ook hele grote en oude
exemplaren. Van sommigen gaat een arm al dood. Die heeft zijn hoogtepunt gehad
en sterft langzaam af. Ook zien we dode saguaro’s en dan staat of ligt er een
bos stokken. De ribben, zeg maar het skelet, van de cactus.
Onderweg vinden we ook nog een stuk van een gewei van een deer. We laten het mooi liggen. Halverwege eindigt de trail bij een weg, de Sandario Road en gaan we weer terug over de Mandaville Trail. Het eerste kwart van de trail is het mooiste. Hoe verder je van Signal Hill afkomt, hoe eentoniger de woestijn wordt. We lopen door mul zand en heuvel-op en heuvel-af. Dankzij de lekkere power-repen van Ietje hebben we het gered. Dankjewel Iet! Na een poosje komen weer in het mooie gedeelte en passeren Signal Hill en komen weer bij de camper. De trail naar Signal Hill is de moeite waard en ook een gedeelte van de Cactus Wren Trail.
Het is al laat in de middag en het wordt tijd dat we een plekje voor de nacht zoeken. Er zal wel ergens een RV-park in Tucson zijn, dus snel verder. Vanaf de parkeerplaats is het nog weer een stukje terugrijden voor we weer op de onverharde Scenic Bajada Loop Drive zijn. Hobbelend gaan we richting uitgang.
Als
we weer op de N. Kinney Road zijn gaan we richting Tucson. We rijden langs het
bezoekerscentrum, het Dessert Museum en the Old Studio’s en komen uiteindelijk
bij I 10 en gaan dan richt South en dan East. In het centrum van Tucson moeten
ook leuke dingen zijn om te zien maar daar hebben we nu geen tijd voor en ook
geen zin meer in.
Voor het geval we tijd over
zouden hebben hadden we een lijstje gemaakt van bijzonderheden die de moeite
waard zouden zijn. Ja en wat hebben we dan in Tucson gemist.
Het
eerste El Presidio
werd door de Spanjaarden in de omgeving van Tubac gebouwd. De indianen in de
omgeving waren erg vijandig en dit leidde tot hevige gevechten. Om die reden verplaatsten de Spanjaarden hun fort
(presidio) naar Tucson. Het presidio werd omringd door dikke muren en was het
grootste Spaanse fort in de wijde omgeving.
In het presidio was een
winkel, kapel, begraafplaats en een aantal stallen. Het Presidio is er niet
meer en op die is nu een historische wijk met tientallen gebouwen uit de tijd
van de Spaanse en Mexicaanse overheersing.
In de nabijheid van de historische
wijk staan nog vijf gebouwen die bij het oude presidio van de Spanjaarden
hoorden. Elk van de vijf gebouwen herbergt tegenwoordig een onderdeel van het Tucson Museum of Art. Het eerste
gebouw is het Stevens/Duffield House uit 1866. Hier is een verzameling van
precolumbiaanse, Mexicaanse en koloniale kunstvoorwerpen te zien. Een ander
huis, Edward Nye Fish, bevat de collectie van Art of the American West. Het derde
huis, Romero House, is de keramiekstudio van het Museum of Art. Het vierde
gebouw is het J. Knoxx Corbett House uit 1907. Hierin staan de werken van de
Arts and Crafts-beweging. Het laatste huis is Casa Cordova uit 1850. Van
november tot maart staat hier El Nacimiento. Het kersttafereel bestaande uit
honderden beeldjes.
Het
Pima County Courthouse was het
voormalige hoofdpostkantoor en provinciegerechtsgebouw gebouw in het centrum
van Tucson, Arizona. Het werd in 1928 ontworpen door Roy Plaats in de stijl van
Mission Revival. De gekleurde koepel is een goed herkenningspunt van dit
markante gebouw in het centrum. Binnen is nog een deel van de oude fort muur te
zien.
St. Augustine Cathedral of
de kathedraal van Sint-Augustinus is de moederkerk van het rooms-katholieke
bisdom van Tucson Het is een prachtige kerk die zowel van buiten als van binnen een bezoek waard is.
De façade van zandsteen bevat de symbolen van de Sonora-woestijn met diverse
inheemse woestijn planten zoals yucca en saguaro bloesems. De kathedraal heeft
een uitgebreide stenen gevel met het wapen van paus Pius XI. Dat was de paus
die op het moment van de bouw van het gebouw paus in Rome was. Augustinus, de
beschermheilige van de stad, heeft een plekje boven de hoofdingang.
Het
Barrio
Historic District was aan het eind
van de negentiende eeuw een handels- en zakencentrum van de stad. De mooi
gekleurde adobehuizen zorgen voor een leuke aanblik. Een heilige en bijzondere
plaats is El Tiradito. Inwoners geloven dat als ze op die plek kaarsen
aansteken en laten branden hun wensen in vervulling gaan.
Placita Village
is een kleurige wijk rond een plaza.
Sosa–Carillo-Fremont staat vlakbij een Visitor Center. Het is een adobe
gebouw uit de jaren 1870 met een museum. Er is ook een expositie die gewijd is aan
de eerste Spaanse pioniers.
In
de buurt van de campus van University of Arizona zijn verschillende musea te vinden. De belangrijkste
is de University of Arizona Art Museum.
In dit museum worden allerlei werken van belangrijke Amerikaanse en Europese
kunstenaars tentoongesteld. Het Arizona Histirical Society
Museum gaat over de geschiedenis van de staat vanaf de zestiende eeuw. In
het Arizona State Museum vind
je een van de beroemdste collecties van inheemse (kunst)voorwerpen.
Tucson
is ook heel bekend om zijn festivals. In
februari is er de Tucson Gem And Mineral Show. Het is een van de grootste
juwelen- en mineralenshows ter wereld. Aan het eind van februari is er La Fiesta
de los Vaqueros, in het Engels de Tucson Rodeo genoemd. Dit festival duurt een
week en luidt het rodeoseizoen in. Begin mei is er het Tucson Folk Festival een
festival met volksmuziek.
In de omgeving van Tucson
zijn ook nog een aantal bezienswaardigheden zoals;
Sabino
Canyon, een spectaculaire woestijn canyon aan de zuidkant van de Santa
Catalina Mountains.
Tucson Mountain Park
beslaat, net ten westen van Tucson, ongeveer 20.000 acres van het Sonora
woestijnlandschap. In het gebied zijn veel paden en wegen voor wandelen,
fietsen en paardrijden. Veel mensen komen hier echter om te picknicken en te
genieten van de zonsondergang. In dit gebied leven ook bobcats met een groot
aantal andere wilde dieren. Veel kans om ze te zien is er niet omdat de meeste
dieren schuw zijn en in de meest afgelegen gebieden leven.
Kitt Peak
National Observatory is vooral
een mooie attractie voor astronomieliefhebbers. Je kunt er verschillende
telescopen bewonderen, waaronder een grote zonnetelescoop.
De botanische tuinen van
Tucson. Een prachtige oase in het hart van Tucson.
Het
Reid Park Zoo is een relatief kleine
dierentuin met een verrassend mooie verzameling van exotische dieren. De zoo is
verdeeld over 17 acres met een aantal natuurlijke gebieden. Een van de interactieve ervaringen is het
Giraffe Encounters. Voor een kleine vergoeding mag je hier giraffes met de hand
voeren. Er is ook de Reid Park Zoo Express trein.
Het
International Wildlife Museum in
Tucson beschikt over tijdelijke tentoonstellingen gericht op wilde dieren uit
de hele wereld. Geprepareerde dieren en diorama's geven de bezoekers een
close-up naar dieren en hun natuurlijke omgeving. Het is een leerzaam museum
over het gedrag van dieren, habitat, en nog veel meer.
Tucson Children's Museum is
een museum waar gezinnen van genieten. De interactieve tentoonstellingen
omvatten een scala aan onderwerpen, van de kunsten, wetenschappen, natuur tot
de bouw. De Tucson Children's Museum is gehuisvest in een gebouw uit 1901, dat was
ontworpen werd door architect Henry Trost.
Rijdend
over de I10 passeren we het centrum van Tucson en gaan richting East. In een
KOA-brochure hebben we gelezen dat in het zuidoosten van Tucson een KOA-camping
is. Kijken of zij nog plek voor ons hebben. Niet veel later zien we het
RV-park.
Het
is Tucson / Lazydays KOA,
5151 South Country Club Road, Tucson. Het is een geweldige grote camping en
niet echt gezellig. Alles is bestraat en er is weinig groen.
Tussen
de rijen campers staan bomen waar citroenen aan zitten. Dit hebben wij nog niet
vaak gezien en het is een mooi gezicht. Hele ladingen citroenen liggen onder de
bomen.
Gelukkig
eten de mensen op de camping weinig citroenen want ze lopen niet met een zuur
gezicht rond. Ze zijn aardig en vriendelijk.
Er
zijn ook camperplekken met afdaken. De campers staan dan zo in de schaduw en
dat zal wel wat koeler zijn. Waarschijnlijk zijn dat plekken waar de campers
het hele jaar staan. Campers van mensen die geen woning hebben maar in een
camper wonen en leven.
Eerst
even melden bij de receptie en er is nog plaats. Mooi, voor vannacht hebben we
een plekje en wifi. Dan kunnen we ons blog ook weer bijwerken. De plekken zijn
ruim en we stallen onze camper. Het weer is heerlijk en we genieten nog even
van de avondzon. Even de stoeltjes uitklappen en genieten.
Het
wordt steeds later en we krijgen trek. Op de camping is een restaurant en daar
is ook een pizzeria. Voor vanavond halen we een pizza op en die was heerlijk. Dan
gaan we ons blog bij werken. Gisteren hadden we geen wifi dus vandaag de
dubbele dosis. Het is druk dagelijks zo’n blog bij te houden maar ook wel leuk.
De hele dag gaat weer aan je voorbij.
We
hebben weer een prachtige dag gehad, veel gezien en van veel genoten. Nu slapen
en onze accu’s weer opladen voor morgen.
Vandaag
maar 29 mijl gereden en dat is ook weleens lekker. Wat meer zien en wat minder
rijden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten