Maandag 18 april 2016,
Een
reisdag
Wakker
geworden van de eendjes die voor de deur zwemmen. Leuk! Altijd weer verrassend;
deze camping ziet er niet zo hedendaags uit en we verwachten langzaam internet
maar het tegenovergestelde was waar. Vandaag hebben we een reisdag omdat we
morgen in de buurt van Sedona willen zijn. Onderweg willen we een paar dingen
bekijken. Op het lijstje van het roadbook staan weer te veel dingen dus we
zullen moeten schrappen. We zien het wel wat wel en wat niet. De slagboom staat
open en we vertrekken. Weer richting Benson en dan de I 10 en vervolgens
Tucson. St. David is en plattelandsstadje. Aan weerskanten van de weg
landbouwgrond, vee en huizen op grote stukken grond. Onderweg worden ook vers
geplukte pecanoten te koop aangeboden.
Een
stukje verderop moeten we stoppen voor een man met en vlag. Hij loopt zelf heel
langzaam over een oversteekplaats voor de schoolkinderen. Geen kind te zien. Was
dit plagen of testen of was dit zijn warming up? Regelmatig moet er weer wat in
de tank. Bij het eerstvolgende tankstation tanken we en halen we wat koffie en
rekenen we af. Alleen maar koffie? vragen ze; de meeste mensen nemen fris en
broodjes erbij.
De I 10 golft door het landschap van Arizona. Ook hier droog en dor. De struiken en bomen zijn nog groen maar het gras is al geel. Dat is wel opvallend aan Arizona. Het is een droge en dorre staat en nu is het nog redelijk vroeg in het seizoen. Hoe moet dat wel niet zijn in juli en augustus? Weer door Tucson en dan richting Phoenix. Het is de bedoeling naar Biospere II te gaan. Dit complex ligt boven Tucson.
Onderweg zien we een vrachtauto met een overstekende lading. Dat je zo de weg op gaat, dat dit mag. Schijnbaar wel of nemen ze het risico dat oom agent nog op een oor ligt? Trouwens de chauffeur heeft wel rekening gehouden met zijn overstekende lading. Het laat het naar rechts oversteken zodat het passerende verkeer er geen last van heeft.
Niet veel later zien we de 77
north en die nemen we. Deze weg gaat ook langs Catalina State Park, dat ligt ten noorden van
Tucson. Het is een woestijngebied met picknickplaatsen, wandel- en paardrijpaden.
Bezoekers komen ook naar het park om te genieten, te kamperen, planten, vogels en
wilde dieren te bekijken. De Romero Ruin is een archeologische site die bezocht
kan worden. De ruïnes zijn de overblijfselen van een Hohokam Indiaans dorp dat
bewoond was tussen 500 en 1450 na Chr. De site bevat ook kamers met muren van
stenen en modder die weggehaald zijn van een verlaten Hohokam dorp. Deze kamers
en ruimtes werden, eind 19e eeuw, gebouwd door rancher Francisco
Romero. Vandaar ook de naam.
Catalina park moet een mooi
park en de moeite waard zijn maar gezien de tijd voor vandaag slaan we het
over. Verder over de 77 tot we een zijweg krijgen, de Biosphere Road. Aan het
begin van de weg ligt een groot rotsblok met de naam van het complex en een
vlaggenmast met drie vlaggen, die van Amerika,
Arizona en Biosphere. Door het heuvelachtige landschap is het complex is nog
niet te zien. Het is een vrij lange weg om bij Biosphere te komen.
Op het eind van de toegangsweg is een hele grote parkeerplaats met hier en daar een verdwaalde auto. Druk is het niet. Ook nu zijn de gebouwen nog niet goed te zien. We lopen naar de ingang en naar het bezoekers gedeelte. Even informeren hoe en wat. Er zijn rondleidingen maar de eerste gaat pas over een uur. De rondleiding duurt 1,5 uur en dat duurt ons te lang. Daarom kijken we nog even in het bezoekerscentrum rond.
Op een van de wanden een prachtige overzichtsfoto van het hele complex, indrukwekkend. Verder op de wanden heel veel informatie over de bouw van Biosphere 2 en hoe ze het gebouwd hebben. Ook een voorbeeld van de stangen of buizen waarmee ze het hele gebouw aan elkaar hebben gezet, het lijkt wel knex een soort speelgoed. Verder informatie waar ze het gebouw nu voor gebruiken en welke onderzoeken ze allemaal doen.
Biosphere 2 Biosphere 2 is een 1,27 hectare grote
constructie vlakbij Oracle, Arizona. Het is tussen 1987 en 1989 gebouwd om een
gesloten ecologisch systeem na te bootsen. Het bedrijf Space Biosphere Ventures
heeft het complex voor 400 miljoen dollar gebouwd en het werd in de jaren
negentig gebruikt om te zien of mensen konden leven in een gesloten biosfeer,
terwijl ze ook wetenschappelijke experimenten uitvoerden. Het onderzoek toonde
het gebruik aan van gesloten biosferen in ruimtekolonies, en de manipulatie van
een biosfeer zonder dat van de aarde te beschadigen. De naam Biosfeer 2 komt
omdat er al een eerste biosfeer was, onze aarde.
Biosphere 2 is bedacht door
de mede investeerder en Texaanse oliemiljardair Edward Bass. Hij investeerde
ca. 200 miljoen dollar in het project. Het project was opgezet om mensen voor
te bereiden op een leven en eventuele toekomst op de maan of de planeet Mars.
Voor het zover was moest er volgens Bass geëxperimenteerd worden of dit mogelijk was. Daarom kocht hij 1000 hectare woestijngrond en liet hij er een gigantische kas op bouwen die hij Biosphere 2 noemde. Bij de bouw van het complex heeft de aarde model gestaan. Het complex kwam te staan op een oppervlakte van ruim twee voetbalvelden. Onder een koepel van staal en gehard glas dat de UV-straling van de zon absorbeert, en zelfs de verschrikkelijkste hagelbui kan weerstaan, zijn in het klein de belangrijkste klimaat-gebieden van de aarde nagebootst.
Biosphere 2 heeft zijn eigen
woestijn, savanne, moeras, regenwoud, oceaan, landbouwterrein, met alle daarbij
behorende planten en bomen. Zo zijn er in totaal zo`n 3000 verschillende
levensvormen, van mossen tot bananenbomen en van plankton tot en met geiten en
apen. Biosphere 2 heeft een volume van 170.000 m3, bevat 1.500.000 liter zoetwater,
3.800.000 liter zout water en 17.000 m3 aarde.
Het idee leek een eenvoudig
experiment: boots onder een afgesloten koepel de aarde na, zoek acht
vrijwilligers, sluit die twee jaar lang op in Biosphere 2 zonder dat ze naar
buiten mogen en laat ze zelf zorgen voor hun eten en drinken! Er mag niets in
maar er mag ook niets uit. Dit zijn de omstandigheden waarin deze eeuw een
kolonie mensen op Mars of op de maan zou moeten leven. Zuurstof is er op de
maan niet, dus die moet, net als in Biosphere 2, voornamelijk komen van bomen
en planten in de koepel. Ook het water wordt gerecycled. Grotendeels komt het
water in de lucht door uitgestoten gassen van planten en dieren maar ook door
verdamping. Het water dat achterblijft wordt afgevoerd via drainagebuizen Het
water komt weer bij de planten en dieren door kunstmatige regen en mist Het
overwegend vegetarisch dieet van de zogenaamde “bionauten” in Biosphere 2
verbouwen, ze zelf.
Biosphere 2 werd slechts twee
keer gebruikt voor zijn oorspronkelijke beoogde doeleinden als een gesloten
systeem experiment: een keer 1991-1993, en de tweede keer van maart tot
september 1994.
Er groeiden 150 verschillende
voedselgewassen in het overdekte landbouwgebied van Biosphere 2, op ongeveer
2000 m2. Dierlijke eiwitten werden verkregen door het kweken van vissen en het
houden van geiten, kippen en varkens. Twee jaar lang deelden acht bionauten
lief en leed met elkaar. Onderling hadden ze soms weleens problemen. Door de
sterk uitvergrote omstandigheden in de enorme kas, deden zich ook in de
nagebootste natuur extreme verschijnselen voor. De koraalriffen raakten opeens
aangetast. Een insectenplaag vrat zich een weg door het landbouwgebied. In 1993
moest zelfs van buitenaf, dus tegen het principe van Biosphere 2 in, zuurstof
in het glazen complex worden gespoten. Op de een of andere vreemde wijze waren
enkele tientallen tonnen zuurstofgas spoorloos verdwenen. Maar ook na de extra
zuurstofinjectie bleef de zuurstof op onverklaarbare wijze verdwijnen.
Halverwege 1994 liep het
Biosphere 2 project af. Het experiment toonde aan dat het heel moeilijk zal
zijn om op de maan of een planeet te overleven. Het complex werd in 1995
aangekocht door de Universiteit van Columbia, die het gebruikte om experimenten
uit te voeren tot 2005. Daarna waren er plannen om het gebouw te slopen om plaats te maken voor
woningen en winkels. Het werd echter overgenomen in 2007, voor onderzoek door
de Universiteit van Arizona en in 2011 kocht de universiteit het complex.
Ook al heeft de kas nu geen
vaste bewoners meer, het onderzoek naar het klimaat, milieu, flora en fauna van
de aarde gaat gewoon door. De wetenschappers zijn nu vooral geïnteresseerd in
het broeikaseffect en de scheikundige processen in de oceanen van onze aarde.
Verder wordt er onderzoek gedaan naar de opwarming van de aarde. Vooral Arizona
zal daar mee te maken krijgen. De universiteit wil daar onderzoek naar doen.
Hoe kunnen we Arizona leefbaar houden, hoe houden we de landbouw in stand welke
landbouwproducten moeten we gaan verbouwen en welke soorten zijn droogte
resistent. Tegenwoordig kun je het complex bezoeken en zijn er rondleidingen.
Het
was leuk de informatie te lezen maar na een half uurtje hebben we het wel
gezien. Voordat we naar de camper teruggaan lopen we even naar het eind van de
parkeer plaats. Even kijken of ik de gebouwen van die kant af wel goed op de
foto kan krijgen. Ook nu is het niet goed te zien. Daarom besluiten we verder
te gaan. Als we het terrein afrijden en op een hoog punt komen zien we het
complex mooi liggen. Nog even een foto.
Weer
verder over de 77 en dan naar de 177 richting het plaatsje Superior. Onderweg zien
we veel land waar gewoon helemaal niets mee gebeurt. Soms mooi, soms ook saai.
Langzamerhand raken we uit de woestijn en de cactussen en komen we meer in een
bergachtige streek.
In Superior komen we op de I 60 en kunnen we kiezen, richting Phoenix of Roosevelt Lake. Nu merken we ook het nadeel van een camper. We hadden graag de Apache Trail willen doen maar een gedeelte is een dirt road. Met de camper willen we dat niet riskeren. Mochten we pech krijgen dan zijn de kosten voor ons. Aan de Apache Trail liggen ook Goldfield (Ghost Town), Lost Dutchman State Park en Tortilla Flat. We moeten kiezen tussen Apache Trail en dan weer terug of Roosevelt Lake en Roosevelt Dam. Uiteindelijk wordt het, het laatste. In Jerome zien we ook een Gold en Ghost Town en we hebben geen idee wat we missen aan Lost Dutchman SP.
In het park zijn kassen en er is een 1,5 km lang pad dat langs exposities en natuurlijke gebieden gaat. Er groeien meer dan 2600 soorten planten, van over de hele wereld, die van nature in woestijnen en droge gebieden groeien. In het park vind je voorbeeld tuinen met planten, en dan vooral van cactus- en succulenten, uit de Sonora Desert, Zuid- en Centraal Arizona en ten noordwesten van Mexico. Er is ook een Australische woestijn maar ook een tuin met woestijnplanten uit Centraal-Amerika met Baja-Californië.
Langs de 0,3 mile lange Curandero
Trail staan woestijnplanten uit de Chihuahua-woestijn, Zuid-New Mexico,
West-Texas en het noorden en het centrum van Mexico. In de Zuid-Amerikaanse
woestijn staat een kleinere groep van planten uit Argentinië, Bolivia en
Paraguay.
Het is niet alleen en park
voor en met planten. In het park leven ook een groot aantal dieren zoals
bobcats, javelinas, Coatimundis, ratelslangen, Gila monsters, haviken,
kolibries en gieren. In het park zijn meer dan 270 vogelsoorten gespot en
daarom heeft de Audubon Society het Arboretum aangewezen als Important Bird
Area.
Na
Boyce Thompson Arboretum ga je verder over de I 60 richting Phoenix en hou je
Apache Junction aan en dan de 88 north. Even
buiten Phoenix begint de Apache Trail. Langs die trail liggen een aantal bezienswaardigheden.
De eerste is Goldfield Ghost Town. Dit mijndorpje werd gesticht in 1892 nadat in deze omgeving een zeer rijke, hoogwaardige gouderts ader werd gevonden. De goudvondst trok een leger aan gelukszoekers, ook gevoed door de legendes van de Lost Dutchman Goldmine, naar dit gebied. In een mum van tijd in 1893, was het een stad met drie saloons, een pension, winkel, brouwerij, smederij, slagerij, postkantoor en een school. Het inwoneraantal steeg in 5 jaar explosief van 400 naar 1500 zielen. Gedurende 5 jaar werd er goud gevonden totdat er een breuk kwam in de rijke goudader. Men probeerde de ader terug te vinden maar dat lukt niet en de meeste inwoners verlieten stad. In 1898 werd het een spookstad.
Anderen ondernamen later
pogingen de bestaande mijnen te heropenen. Maar dit had weinig succes totdat
een George Young, Secretaris en waarnemend Gouverneur van Arizona, in de 20e
eeuw op het toneel verscheen. Hij kwam met andere methoden en apparatuur om
goud uit het erts te krijgen. De stad kreeg een tweede leven. Hij bouwde een
stampmolen en introduceerde de winning van goud door middel van cyanide.
Het tweede postkantoor werd
geopend in 1921 en de "nieuwe" stad werd Youngsberg genoemd. De stad
leefde even lang als de vorige. Na 5 jaar werd er geen goud meer gevonden en
werd het voor de 2e keer een spookstadje.
In 1966 bezocht Robert F.
"Bob" Schoose de Superstition Mountains en werd meteen verliefd op
het gebied. Hij verhuisde in 1970 naar Mesa, Arizona en droomde eigenaar te
zijn van een eigen spookstad. Hij hoorde verhalen over Goldfield Ghost Town
maar toen hij daar kwam, was er van het spookstadje niet veel meer over. Toch
kocht hij, in 1984, de locatie van de Goldfield Mill en besloot de oude stad
weer op te bouwen. Hij herstelde de mijntunnel en maakte daar een snackbar in.
Vervolgens kwam er een fotowinkel, de Blue Nugget, een General Store, de
Mammoth Saloon en Goldfield Museum.
Vandaag is Goldfield bezet met authentiek uitziende gebouwen, inclusief ondergrondse mijnen die men kan bekijken en een werkend smalspoor spoorlijn. Tegenwoordig is Goldfield een toeristische attractie met tal van winkels en gebouwen zoals “bordeel”, bakkerij, leerlooierij, gevangenis en nog veel meer. De authentiek ogende straat is gevuld met mensen in klederdracht, paarden en wagens, en soms zijn er authentieke gunfights.
Even verderop ligt Lost
Dutchman State Park. Het park dankt
de naam aan de legendarische goudmijn Lost Dutchman’s Gold Mine. De mijn was van
goudzoeker Jacob Waltz (het was geen Nederlander maar een Duitser).
Hij stierf in 1891 zonder de
locatie van de door hem ontdekte mijn te onthullen. De naam Lost Dutchman State
Park intrigeert vele mensen als een mooi Wild-West verhaal.
De legende gaat dat er nog
een schat aan goud verborgen ligt in de Superstition Mountains. De Lost
Dutchman’s Gold Mine is misschien wel de beroemdste verborgen mijn in de
Amerikaanse geschiedenis. Er zijn tig verhalen waar de schat zich zou bevinden
en Weaver’s Needle zou een belangrijk aanwijzingspunt zijn. Tot op de dag van
vandaag trekt het gebied ieder jaar schatzoekers die hier hun geluk willen
beproeven. Niet iedereen heeft geluk en in de loop der jaren zijn zelfs mensen
op zoek naar de mijn, om het leven gekomen.
Lost Dutchman State Park ligt
op het grondgebied van de Apache-indianen en wordt omringd door de toppen van
de Superstition Mountains. Het is een ruig landschap waar ook de 40 mile lange
Apache Trail door heen loopt. Driekwart van de Apache Trail is geasfalteerd.
Dit gebeurde om een aantal stuwdammen aan te leggen. De rest is dirt road en
daarom konden wij deze route ook niet rijden met de camper. De Apachen maakten
in het verre verleden gebruik van deze route vandaar ook de naam. Later werd de
Apache Trail een postkoets route als verbinding tussen Phoenix via de
Superstition Mountains naar Tonto National Forest. In 1942 is er ook een
western gemaakt met de titel Apache Trail. Langs de weg liggen drie grote
meren, Canyon Lake, Apache Lake en Roosevelt Lake. Die zijn ontstaan nadat in
de Salt River diverse dammen werden gebouwd, waaronder
de Theodore Roosevelt Dam.
Canyon Lake is 10 mijl lang
en wordt omringd door vulkanische rotsen. Het meer is ontstaan na de aanleg van
Horse Shoe Dam in Salt River. Canyon Lake kun je verkennen met een boottocht op
de Dolly Steamboat. Tijdens de boottocht wordt er informatie gegeven over de
geschiedenis van dit gebied en de legendes.
Verder langs de Apache Trail richting Theodore Roosevelt dam en dan kom je ook langs het gehucht Tortilla Flat. Ook dit dorp is halverwege de 19e eeuw ontstaan uit een goudzoekerskamp. In 1904 werd begonnen met de bouw van de Theodore Roosevelt Dam en ontwikkelde Tortilla Flat zich tot stopplaats voor de stagecoaches die op weg waren naar de dam. Een groot dorp is het nooit geworden, meer dan 100 inwoners hebben er niet gewoond. Na een grote overstroming in 1942 zijn bijna alle inwoners vertrokken. Tegenwoordig is Tortilla Flat alleen nog een toeristische attractie. Er is een kleine winkel en een in oude westernstijl ingericht restaurant.
Na Tortilla gaat de asfalt
weg nog 5 mile door waarna die overgaat in een gravelweg. De gravelweg gaat
drie mijl steil omlaag via de hellingen van Fish Creek Hill. Het is een smalle
en bochtige weg en daardoor ook onoverzichtelijk. Beneden rijd je tussen
indrukwekkend hoge rotswanden door en vervolgens ga je via een bruggetje Fish
Creek over. Dit gedeelte is erg populair bij ervaren hikers en rots klimmers. De
route gaat vervolgens 18 mijl langs Apache Lake waarna je bij de Rooseveld Dam
komt.
De
Apache Trail hebben we dus niet gedaan en we gaan over de I 60 richting
Roosevelt Lake. Wel grappig om te vermelden is dat in Superior ook het kleinste
museum, World's Smallest Museum, ter wereld zich bevindt.
Het is niet meer dan een klein Tuff Shed
opslaggebouw. In 1990 werd het geopend door Dan Wight en Jake Reaney. Ze begonnen
een museum om de gasten te lokken naar hun next-door Buckboard City Cafe. Ook
was het een manier om een deel van hun afgedankte persoonlijke spullen een
nieuw leven te geven. In het kleinste museum liggen de exposities achter glazen
panelen. Ook hebben ze kunstvoorwerpen gemaakt van gebruikte en versleten
voorwerpen.
Superior
laten we achter ons en we rijden door de Elm Canyon. Beneden ons stroomt een
rivier door de canyon. Even later komen we bij een tunnel, de Queen Greek
Tunnel. We moeten even wachten want ze zijn de tunnel uit 1952 aan het
restaureren. Even later kunnen we verder. Aan de andere kant stoppen we even op
een look out. Het is tijd voor een bakje.
Tijdens
de lekkere kop koffie kijken we om ons heen. We zitten echt in een canyon, overal
om ons heen zien we bergen en beneden ons de Queen Creek. Het is een vrij
drukke weg, het rijdt af en aan. Trouwens ook veel vrachtverkeer. Het wordt
tijd weer verder te gaan. Na een paar kilometer wordt het landschap vlakker.
Het is hier heuvelachtig en droog.
Onderweg
komen we in de buurt van het dorpje Miami, niet die in Florida, maar in Arizona. In de verte zien we een
terrasvormige heuvel die doet denken aan de koper mijn van Bingham Copper Mine
in Salt Lake City. Even verderop zien we een bord en het klopt, achter het hek
zijn kopermijnen.
Miami ligt aan de 60 en
ongeveer 90 mile ten oosten van Phoenix in het Globe-Mine District. Vlakbij de
stad ligt de open-pit kopermijn, smelterij en een staaf molen. De Miami Mine is
historisch de grootste koperproducent in de Globe-Miami mijnstreek en een
belangrijke werkgever voor de omgeving.
Omstreeks 1860 werd hier het eerste koper gevonden en tot na de Tweede Wereldoorlog werd het ondergronds gedolven. Daarna werd het de eerste open-pit mining. Het was ook de eerste mijn die gebruik maakte van "vat uitloging" en door middel van elektrolyse. De smelterij en de fabriek werden in 1974 en 1992 gemoderniseerd. Jaarlijks produceert de mijn 90 miljoen kilo koper.
Miami is geen mooi stadje, beetje rommelig en niet meer van deze tijd. Onkruid woekert welig alleen vinden wij het wel mooi. Allemaal oranje bloemen. Wat zou dat mooi zijn in Nederland met Koningsdag. Ook nu verandert het landschap weer, we zien weer bergen en heuvels met saguaro’s.
Na Miami krijgen we een afslag naar de 188. Die weg gaat naar Roosevelt Lake. Verder over de 60 gaat de weg naar Globe. In ons roadboek hadden we Globe ook op ons lijstje staan. Daar is een oude ruïne van de Salado indianen. Gezien de tijd slaan we het bezoekje maar over.
Besh-Ba-Gowah is een prehistorische pueblo site en ligt aan de
buitenkant van de stad Globe. De site ligt in een park en door de eeuwen heen
zijn er veel ruïnes gesloopt om plaats te maken voor een honkbalveld en
woningen. Deze site is niet zo bekend en je leest er ook niet zoveel over. Het
is een site van 200 kamers met Salado metselwerk. De woningen zijn anders opgetrokken
dan bij adobe. De Salado Indianen gebruikten meer stenen die ze opmetselden.
Een Besh-Ba-Gowah gebouw bestaat ook uit meerdere verdiepingen. Het zijn
allemaal gemetselde kamers die met elkaar verbonden zijn door lange, smalle
gangen of langwerpige pleinen. Deze kamer blokken en gangen liggen rondom een
grote gemeenschappelijke plaza van 12 bij 27 meter. De ruïnes liggen bovenop
een brede heuvelrug met uitzicht over de Pinal Creek.
De Salado populatie leefde tussen 1225 en 1400 in dit gebied. Salado heeft ook betrekking op de culturele kenmerken van de prehistorische volkeren die in de omgeving van Globe, Miami en in het Tonto Basin leefden en woonden tussen 1150 en 1450. Ook Tonto National Monument maakt er onderdeel van uit.
Bij het park hoort ook het
Besh Ba Gowah Archeologisch Museum. In het museum liggen opgegraven voorwerpen,
waaronder prehistorisch aardewerk, stenen werktuigen en geweven artefacten. Er
is veel te zien over de indianen die er woonden en leefden.
Tijdens het maken van dit
verslag kwam ik er ook achter dat we langs het Tonto National Monument zijn
gereden. Op een of andere manier hebben we dat gemist. Niet eerder gelezen dat
het hier was en onderweg ook geen borden van het park gezien.
Het Tonto
National Monument ligt in het centrum
van Arizona. Het National Monument is in 1907 opgericht door president
Roosevelt. Het ligt ruim een kilometer van state route 188 en bij de plaats
Roosevelt welke aan het huidige Roosevelt Lake (een stuwmeer) ligt. Het
monument ligt ook dicht tegen de Superstition Mountains en de noordoostelijke
rand van de Sonora woestijn. Een rotsachtig en vrij leeg gebied met veel
cactussen waar jaarlijkse maar 400 mm regen valt. De Salt River loopt door dit
gebied en dat is een zeldzame bron van water het hele jaar door.
In het park bevinden zich de
Upper Ruins en de Lower Ruins. Een tweetal goed bewaard gebleven cliff
dwellings die van de 13e tot halverwege de 15e eeuw bewoond werden
door de Salado cultuur. De Lower Ruin is een pueblo die 20 kamers had, waarvan
sommige twee verdiepingen hoog waren. De Upper Ruin had twee keer zoveel kamers
als de onderste. Hier was ook een stortbak in een van de grotere gedeelde
kamers. In de stortbak werd regenwater opgevangen wat in de grot sijpelde. Cliff Dwellling of
wel rots woningen waren woningen van de prehistorische Ancestral Puebloans.
Ze waren gebouwd in nissen en
onder overhangende rotsen in hoge kliffen, vandaar ook de naam cliff dwellings.
Ze liggen goed beschermd in natuurlijke grotten met uitzicht over het Tonto
Basin, waar nu het Roosevelt Lake zich bevindt.
Ooit was het klimaat in Tonto
Basin zeer gunstig voor landbouw. Vanaf de 12e eeuw trokken veel mensen naar
dit gebied toe, tijdens de hoogtijdagen in de 13e eeuw leefden er duizenden
indianen. Oorspronkelijk bouwden zij hun woningen vooral in de vallei, later
werden er ook woningen in de hoger gelegen gebieden gebouwd.
De Salado Indianen leefden
vooral van het land, ze hadden eenvoudige irrigatietechnieken ontwikkeld om de
landerijen van water te kunnen voorzien. Ze verbouwden mais, bonen en
pompoenen. De potten die door de indianen werden gemaakt staan bekend onder de
naam Salado Polychrome, zij verfden de potten doorgaans in rode, witte en
zwarte kleuren. Ongeveer halverwege de 14e eeuw veranderde het klimaat, het werd
steeds droger en de omstandigheden voor de bewoners werden dus steeds
moeilijker. Steeds meer mensen verlieten Tonto Basin, waarschijnlijk zijn de
laatste bewoners omstreeks het jaar 1450 uit het gebied weggegaan.
Zo
te lezen moet het wel een mooi park zijn en moet een bezoek aan de grotwoningen
ook de moeite waard zijn. Helaas,.. wij hebben het gemist. We krijgen nog wel
herkansingen er zijn meer parken met grotwoningen in Arizona. Langzaamaan laten
we de bergen achter ons en begint de weg te dalen. Niet veel later zien we
beneden ons Lake Roosevelt verschijnen. Prachtig mooi blauw water maar dat komt
misschien ook omdat het nu ook prachtig weer is. Het is goed te zien dat het
meer in een dal ligt. Als we om ons heen kijken zien we allemaal bergen. De weg
daalt nog steeds tot we langs het meer rijden. Het is ook een recreatief meer.
Er liggen steigers met boothuizen en grote house boats.
Theodore Roosevelt Lake is een prachtig meer om te zien. Het meer, eigenlijk waterreservoir, wordt gevormd door de Theodore Roosevelt Dam en wordt gevuld door de Salt Rivier en een paar andere kleine rivieren. De Salt River, ongeveer 320 km. lang, is de grootste zijrivier van de Gila River. De Salt River wordt gevormd door de samenvloeiing van de White River en de Black River in de White Mountains in het oosten van Gila County. De langste van de vele zijrivieren van de Salt River is de 314 km. lange Verde River.
De rivier loopt ook door het Tonto National Forest en verlaat de bergen in de buurt van de Mesa. Uiteindelijk komt het water uit de Salt River in het Theodore Roosevelt Lake, de eerste van vier reservoirs die het gevolg zijn van het afsluiten van de rivier. Verder stroomafwaarts kom je de andere reservoirs en stuwdammen tegen. De kloof tussen de Mazatzal Mountains en de Superstition Mountains is afgedamd door de Horse Mesa Dam en vormt daardoor Apache Lake. Verder stroom afwaarts heb je de Mormon Flat Dam die Canyon Lake vormt en de Stewart Mountain Dam heeft Saguaro Lake doen ontstaan. Deze stuwdammen en vier reservoirs zijn niet zonder reden aangelegd maar zijn onderdeel van het Salt River Project. Er waren twee redenen voor de aanleg. De Salt River stroomde regelmatig over en veroorzaakte dan veel schade of bevatte in sommige periodes bijna geen water. De andere reden is waterberging voor drinkwater en irrigatie. De rivier loopt door een erg droog gebied dat alleen door irrigatie geschikt gemaakt kon worden voor de landbouw. Het water wordt gebruikt voor Phoenix, de industrie en de landbouw. Een bijkomend voordeel van de aanleg van de dammen was het opwekken van energie.
Even later rijden we over de Roosevelt Lake Bridge. Voor 1992 liep de route van Highway 188 over de Roosevelt Dam. Tijdens de reconstructie van de dam werd ook de highway aangepakt. Doordat de dam werd verhoogd, was de route over de dam niet meer mogelijk. Verder vond men het verstandig de route i.v.m. mogelijk terrorisme niet meer over de dam te laten lopen. Over de Salt River en een gedeelte van het reservoir kwam een boogbrug. Met de bouw van de Roosevelt Lake Bridge werd gestart in 1990 en in 1992 werd de brug in gebruik genomen. De grootste overspanning is 1.079 ft. en de totale lengte van de brug is 0,4 mile. De brug is herhaaldelijk uitgeroepen tot een van de mooiste esthetisch bruggen. Het is ook de langste enkele overspanning, stalen boogbrug met twee rijstroken in het land.
Over de brug is een grote parkeerplaats en daar stoppen we even. Even bijkomen van de rit en wat eten en drinken. Een stukje verderop zit een man en dat lijkt wel een zwerver. Wat doet die hier in de middle of nowhere? Hier zijn niet zoveel mensen die wat kunnen geven als hij gaat bedelen. We wachten het maar even af. Met de koffie in de hand lopen we wat rond en maken foto’s. Als we in de beurt komen van de “zwerver” blijkt hij dat hij een mobiel heeft en aan het bellen is en we kunnen horen waar hij het over heeft. Hij maakt al een week een tocht door de wildernis en houdt zich in leven met wat hij onderweg vindt. Het is dus wel een zwerver maar een ander soort dan wij eerst dachten. Zo door de wildernis zwerven is niet ons ding, we zwerven liever met de camper.
Het is altijd mooi om te zien hoe het water beheerst wordt door een stuwdam. Het water staat behoorlijk laag. Aan de rotsen is te zien dat het weleens 10 meter hoger heeft gestaan. In de verte zien we de dam, de Theodore Roosevelt Dam. Daar willen we even gaan kijken. De dam is een stukje verderop en we pakken de camper om er naar toe te rijden. Om er te komen moeten we een klein stukje terugrijden en gaan we weer over de brug. Dan draaien we de Apache Trail in en even verder is een outlook met een parkeerplaats.
Vanaf
de look out hebben we een prachtig zicht op de Theodore Roosevelt Dam en als we
ons omdraaien op de Roosevelt Lake Bridge.
Theodore Roosevelt Dam is een dam in de Salt River en hij ligt ten
noordoosten van Phoenix. De dam is gebouwd tussen 1905 en 1911 waardoor het
Theodore Roosevelt Lake ontstond. Zoals de naam al zegt zijn de dam en het
reservoir vernoemd naar de toenmalige
president Theodore Roosevelt. De dam is voornamelijk aangelegd voor irrigatie
en watervoorziening en ter voorkoming van overstromingen. De dam heeft
hydro-elektrische capaciteit van 36 megawatt.
De Theodore Roosevelt Dam was met nog 3 andere dammen in de Salt River een van de vijf federale projecten in het kader van de Newlands Reclamation Act van 1902. Het doel was het ontwerpen en bouwen van grootschalige irrigatieprojecten om het de dorre Westen verder te ontwikkelen. Aansluitend werd gestart met het Salt River Project om overstromingen in de Salt River Valley te voorkomen. Het is een van 's werelds hoogste gemetselde dammen van 84 m. en 216 meter breed. Het Theodore Roosevelt Lake was in die tijd 's werelds grootste kunstmatige stuwmeer. De dam was oorspronkelijk bekend als 'Salt River Dam 1". Pas in 1959 werden de dam en het reservoir officieel vernoemd naar Theodore Roosevelt. Tegelijk werd er ook een waterkrachtcentrale gebouwd voor de stroomopwekking. Het reservoir heeft bijgedragen dat het landbouwareaal, door irrigatie en beregening, uit kon breiden en dat er meer en betere producten verbouwd konden worden.
In 1989 werd gestart met een ambitieuze uitbreiding en renovatie van de Roosevelt Dam. De dam werd 23 m verhoogd tot een hoogte van 109 m. Daardoor nam de opslagcapaciteit van Lake Roosevelt met 20% toe. Dit project werd in 1996 afgerond voor een bedrag van $ 430 miljoen. In die kosten zaten ook de aanpak van Highway 188, stroomopwaarts van de dam, de nieuwe Theodore Roosevelt Brug en renovaties aan de waterkrachtcentrale. Door de reconstructie veranderde het uiterlijk van de dam volledig. De originele dam was gemetseld maar na de reconstructie was de dam volledig ingepakt in beton. Daarom werd de oorspronkelijk dam ook geschrapt als National Historic Landmark.
Tijdens onze reizen in
Amerika hebben we al een aantal stuwdammen gezien maar het blijft indrukwekkend.
Het water in het meer is kraakhelder. Zo helder dat we de vissen zien zwemmen.
Welke vissoort het is weten we niet maar het zijn wel grote jongens. Vanaf de
look out kunnen we niet alles van de dam zien, alleen de voorkant. Daarom lopen
we over de weg de dam voorbij zodat we hem ook aan de achterkant kunnen zien.
Hier is een heel groot hoogteverschil tussen bovenkant van de stuwdam en het
water van de rivier. Het stroomt behoorlijk. Ook hier veel vis en we zien ze opspringen
in het water. Als we om ons heen zien, kunnen we wel begrijpen dat ze hier een
stuwdam en stuwmeer aan hebben gelegd. Ze kunnen hier wel water gebruiken. Het
is tijd om weer verder te gaan. Weer over de Rooseveld Lake Bridge en dan
richting Payson. Of we zover komen weten we niet maar we zien het wel.
De 188 gaat eerst nog een stuk langs Roosevelt Lake. Op sommige plekken kun je bij het meer komen en daar wordt ook gretig gebruik van gemaakt. Dan zien we rijen campers langs het water van bezoekers die van het meer genieten. Vaak zit er een trailer achter met natuurlijk een hele snelle boot. Het is een mooie rit maar misschien komt dat ook wel door het mooie weer. Het is glooiend en heuvelachtig met aan weerskanten van de weg lage struiken en heesters. Op sommige plekken lijkt of hebben ze met een supergroot mes door de bergen heen gesneden, heel imponerend. Daardoor kan de weg vrij vlak blijven lopen.
Veel dorpjes zijn hier niet, het is een verlaten streek. Waar de mensen die er wel wonen van leven, weten we niet. Het is al laat als we in Payson in rijden.
We vragen even waar hier een RV-park is. Vlakbij is Payson Campground & RV-Resort, 808 Carr. 260 in Payson. Bij het inchecken wordt verteld dat er meer Nederlanders zijn… nou die zullen we vast wel tegenkomen. Na het inchecken zoeken we ons plekje op en parkeren de camper. Het is een hele mooie camping met hoogteverschillen en veel bomen. Onze camper staat mooi onder de bomen. Ondanks dat het al vrij laat is, schijnt de zon nog volop. Daarom pakken we onze campingstoeltjes en gaan in de luwte, in de zon voor de camper zitten. Lekker onderuit met een drankje en de e-reader, wat is het leven toch mooi!
Na een tijdje loopt er iemand
langs en je raadt het al… het zijn de Nederlanders. Waar wonen ze in Nederland,
ja..hoe is het mogelijk: Leeuwarden! Even bijpraten wat zij al hebben gedaan en
nog gaan doen. Het is en gezin met een zoon die door Amerika trekken. Ze hebben
een nieuwe camper uit de fabriek opgehaald en moeten die naar Los Angeles
brengen. Het valt hen niet mee, de afstanden en ook aan de camper, ondanks dat
die nieuw is, mankeert het nodige. Verder hebben ze er ook een ongelukje mee
gehad en ze moeten nog maar afwachten hoe dat geregeld zal worden.
Ondanks dat hebben ze het nodige
al gezien en vinden ze het geweldig. Op weg naar Los Angeles willen ze nog een
aantal dingen bekijken. We kunnen hun nog een paar tips geven. In het kort
geven wij aan wat we al gedaan hebben en nog gaan doen. Na afloop wensen we
elkaar nog een goede reis.
Het is tijd om te eten en
daarna gaan we douchen. Die zijn schoon en heerlijk warm. Helemaal schoon gaan
we aan de slag met ons blog en lezen we de planning voor morgen door. Morgen
weer een nieuwe dag met nieuwe avonturen. Totaal 276 miles gereden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten